‘The sky is the limit’: de spreuk is symbolisch voor de schijnbaar oneindige mogelijkheden op het vlak van innovatie die je in de brede industrie vindt. Als het aan KU Leuven en VIVES ligt, is die stroom nog lang niet opgedroogd, integendeel. Met de opening van Infinity Lab, in het gebouw van Flanders Make in Kortrijk, willen ze (West-) Vlaamse ondernemingen inspireren en op weg helpen om via digitale tweelingen nieuwe, duurzame producten en diensten te creëren. Wim Desmet (algemeen beheerder KU Leuven) en Kathy Dewitte (algemeen directeur VIVES) begeleiden ons op de ‘oneindige’ weg.

Dat er ooit een Infinity Lab in West-Vlaanderen zou komen, stond eigenlijk al zowat 20 jaar in de sterren geschreven. “Destijds zijn we binnen onze LMSD-onderzoeksgroep rond mechatronische systeemdynamica al research beginnen doen naar de mogelijkheden van digitale tweelingen”, legt Wim Desmet uit. “Naarmate de technologie aan maturiteit won, groeiden de mogelijkheden om dit ook te demonstreren. In functie daarvan hebben we al Digital Twin Experience Centers opgestart binnen KU Leuven. De stap naar West-Vlaanderen is logisch, aangezien je hier het epicentrum van de maakindustrie vindt. Voor heel wat ondernemingen en hun toeleveranciers behoort innovatie simpelweg tot hun DNA.”
Wij willen via de digitale tweelingen vooral demonstreren en inspireren.
Kathy Dewitte
Flanders Make
Het idee om ondernemingen te ondersteunen met toegepast onderzoek en innovatie in mechatronica, productontwikkeling en geavanceerde productiesystemen, is niet nieuw. Toen de Ford-fabriek in Genk sloot, was het duidelijk dat Vlaanderen nood had aan een sterkere, toekomstgerichte maakindustrie. Het leidde in 2014 tot de bundeling van bestaande onderzoekscentra in één krachtig netwerk: Flanders Make.
“Wij waren daar van bij het prille begin bij betrokken”, gaat Wim verder. “Met vestigingen in Lommel, Leuven en Kortrijk ontpopt Flanders Make zich tot een motor voor industriële vernieuwing en samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. De focus ligt er onder meer op optimalisering van productontwerp, productieprocessen en assemblage, iets wat zowel KU Leuven als VIVES ook in de vingers hebben.”
Intussen krijgen digitale tweelingen almaar meer tractie en toepassingen in de Vlaamse industrie. Om meer bedrijven op een laagdrempelige manier te tonen wat het voor hen kan betekenen, trok KU Leuven VIVES mee in het bad om op de vierde verdieping van Flanders Make in Kortrijk Infinity Lab boven de doopvont te houden.
“Het is een logische stap, waar wij heel blij mee zijn”, vertelt Kathy Dewitte. “KU Leuven is een topper in fundamenteel onderzoek en neemt ons in Infinity Lab mee om dat toepasbaar te maken voor onze bedrijven. Wij zijn bovendien goed geplaatst om de noden van ondernemingen te capteren, die binnen te brengen in Infinity Lab en via de vlotte wisselwerking met KU Leuven ook weer te vertalen naar fundamenteel onderzoek.”

Sensoren op fietsen
In dit verhaal staat ook voor kmo’s de deur wagenwijd open. “Om het even welk profiel je bedrijf heeft, er zit voor iedereen wel iets in”, vervolgt Kathy. “Niet elke innovatie hoeft het resultaat te zijn van rocketscience, integendeel.”
Wim Desmet illustreert het met een simpel voorbeeld. “Je leert vaak heel veel over installaties door er een aantal sensoren op te plaatsen. De informatie die je daaruit haalt, laat je toe om het maximum uit de installatie – dat kan zelfs een gewone fiets zijn – of de onderdelen ervan te halen, bijvoorbeeld via data over belastingen en belastbaarheid. Er zijn cases genoeg van projecten waarbij je dankzij sensoren installaties veel beter kunt monitoren, zonder dat het stukken van mensen hoeft te kosten.”
Kathy Dewitte knikt instemmend. “Bij VIVES hebben we dergelijke implementaties al langer onder de knie. Daardoor kunnen we ook kmo’s begeleiden naar manieren om hun processen te kunnen verbeteren en fouten te voorkomen, zonder dat ze daarvoor dure prototypes moeten laten ontwikkelen. De simulaties die je met digitale tweelingen kan doen, zijn ook daarom erg waardevol.”
Bovendien laat die aanpak ondernemingen toe om de band met klanten op lange termijn te onderhouden én te verbeteren. Wim: “Vroeger liet je een klant ‘los’ na de oplevering, nu kan je dankzij monitoring en digitale tweelingen gedurende de hele levensfase van een installatie geconnecteerd blijven, wat zuurstof geeft aan nieuwe businessmodellen. Denk maar aan de talrijke as a service-formules waarmee bedrijven hun klanten tegenwoordig ontzorgen. Ze zien zelfs of klanten hun installatie op de goede manier gebruiken en kunnen op basis daarvan concrete aanbevelingen doen.”
Dankzij monitoring en digitale tweelingen kan je als leverancier gedurende de hele levensfase van een installatie met je klant geconnecteerd blijven.
Wim Desmet
Kennis ontsluiten
Voor alle duidelijkheid: KU Leuven en VIVES fungeren binnen Infinity Lab als neutrale kennispartners, die niet de bedoeling hebben om met hun diensten het gras voor de voeten van consulenten, ontwerp- of studiebureaus weg te maaien. “Ieder traject is afhankelijk van de noden of ambities van het bedrijf dat ons contacteert”, aldus Kathy Dewitte. “Dat kan gaan van eenvoudige probleemoplossing tot vernieuwende manieren om hun competitiviteit te verhogen.
Wij willen via de digitale tweelingen vooral demonstreren en inspireren. Eigenlijk zal het Lab fungeren als centraal aanspreekpunt dat alle relevante kennis die binnen KU Leuven en VIVES aanwezig is, ontsluit én ook kan doorverwijzen naar andere kennispartners. We willen in het ecosysteem rond innovatie fungeren als een katalysator die via het Infinity Lab een nieuw kanaal vindt om zijn maatschappelijke opdracht te valoriseren.”
Van de kostprijs hoeven ondernemingen sowieso niet wakker te liggen. Wim: “Wie Infinity Lab ook onder de arm neemt, het zal sowieso aanzienlijk minder kosten dan het opbrengt, zelfs voor het maatwerk dat we bieden. De synergie tussen kennis enerzijds en de hardware en demonstratoren waarin we hebben geïnvesteerd anderzijds, zal gegarandeerd voor meerwaarde zorgen. Aangezien het telkens om innovatiegedreven projecten gaat, zullen bedrijven ook van subsidies of andere vormen van ondersteuning kunnen genieten.”
Deze aanpak is gefundenes Fressen voor de maakindustrie, maar heeft eigenlijk voor iedere sector veel potentieel. “Technologieën zoals numerieke simulatie, sensorontwikkeling, slimme data-analyse, augmented reality en artificiële technologie kunnen voor de meest uiteenlopende problemen oplossingen bedenken, voor elke fase uit de levensloop van een product. We kijken ernaar uit om onze bedrijven te helpen om via digitalisering producten beter te ontwerpen, te fabriceren en te onderhouden”, besluit Kathy Dewitte.