Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 13/06/2025

We moeten slimmer zorgen, zoveel is duidelijk. Hoe hou je het zorgsysteem werkbaar wanneer de noden blijven toenemen en het personeel afneemt? Digitalisering kan verpleegkundigen versterken - als ze zich er veilig en bekwaam bij voelen, zonder het als een extra belasting te ervaren. Wat ontbreekt, is een helder kader: wat zijn de digitale competenties precies, en hoe veranker je die in de opleiding zonder deze te verzwaren?

Tinne Keepers, studente aan de UHasselt, gaat in haar masterproef op zoek naar antwoorden. Hier vind je alvast een sneakpeak.

Tinne Keepers is van opleiding kinesitherapeut en werkt in het buitengewoon onderwijs. Vanuit haar drive om de zorg structureel te verbeteren, schoolt ze zich bij via de master systeem- en procesinnovatie in de gezondheidszorg aan de UHasselt. "Ik zocht al lang naar een manier om bij te dragen aan een preventiever, efficiënter zorgmodel. Deze opleiding gaf me de taal en de tools om dat te doen." Professor Daan Aeyels begeleidt haar masterproef. Naast zijn academische functie is hij expert welzijns- en gezondheidsbeleid bij het Kennis- en Lobbycentrum van Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen. "We leiden vandaag verpleegkundigen op om goed te zorgen voor individuele patiënten, maar de uitdagingen zitten steeds vaker op systeemniveau", stelt hij. "De gezondheidszorg staat wereldwijd onder druk door de vergrijzing, met als gevolg een stijgende zorgvraag en een dalend aantal zorgprofessionals. Verpleegkundigen spelen hierin een sleutelrol als grootste beroepsgroep. 

Digitalisering biedt kansen om zorg beter te organiseren, maar vraagt afgestemde vaardigheden. De curriculumanalyse toont aan dat digitale competenties momenteel slechts beperkt geïntegreerd zijn in de Vlaamse opleidingen, en dat ze ontbreken in de recent herziene domeinspecifieke leerresultaten (DLR) voor de opleidingen basisverpleegkunde. We hebben dus mensen nodig die begrijpen hoe zorg georganiseerd wordt en hoe technologie daar op een zinvolle manier bij kan helpen. Denk aan telemonitoring, waarmee verpleegkundigen tot vijf keer meer patiënten kunnen opvolgen dan analoog. Dat vraagt andere vaardigheden en een andere manier van denken."

Als we digitale tools juist inzetten, kunnen verpleegkundigen net versterkt worden in hun rol.

36 subcompetenties, ingepast in CanMEDS

Hoe kan je nu digitale competenties definiëren, concretiseren en integreren in de opleiding van verpleegkundigen, zonder de opleiding zwaarder te maken? Dat is de vraag waar Tinne zich in haar onderzoek over buigt. "Digitale competentie is geen aparte rol", legt Tinne uit. "De vaardigheid is verweven met alle bestaande professionele rollen die verpleegkundigen opnemen."

Om het bredere begrip 'digitale competentie' te vertalen naar de praktijk, werkte Keepers een gevalideerd competentiekader uit op basis van literatuurstudie en een focusgroep met zorgprofessionals. Ze vertrok daarbij van het CanMEDS-kader, dat internationaal gebruikt wordt om beroepscompetenties in de zorg te beschrijven en ook de basis vormt voor de functieprofielen van  Vlaamse verpleegkundigen. Concreet levert dit onderzoek een definitie en een overzicht van digitale competenties, gekoppeld aan de zeven CanMEDS-rollen, zodat ze aansluiten bij het beroepsprofiel van verpleegkundigen.

We zoomen even in. CanMEDS omschrijft volgende zeven rollen: de verpleegkundige als zorgverlener; communicator; samenwerkingspartner; academicus; gezondheidsbevorderaar; organisator en professional. "Om te vermijden dat hier nog eens een achtste rol bij komt, heb ik elke bestaande rol ontleed en onderzocht welke reeds bestaand en vaak gekende digitale vaardigheden gematcht konden worden. Het resultaat is een framework van 36 digitale competenties, onderverdeeld in 19 basiscompetenties en 17 geavanceerde."

We maken het concreet met een voorbeeld

De eerste rol in CanMEDS is die van de verpleegkundige als zorgverlener en wordt omschreven als: "Verpleegkundige zorg verlenen op basis van kennis van ziektebeelden, diagnostiek, farmacologie, verpleegtechnieken, preventie en zelfmanagement."

De vier basiscompetenties die het onderzoek van Tinne hieraan linkt:

  • Informatiebeheer: updates maken in het elektronische patiëntendossier
  • Gegevensbeveiliging: correct omgaan met privacy (AVG), onder andere door sterke wachtwoorden te gebruiken
  • Informatievaardigheden: gericht zoeken en filteren van medische info, zoals medicijninteracties
  • eHealth-gebruik: vlot werken met digitale tools zoals apps, beeldbellen en spraakherkenning

De vier geavanceerde competenties:

  • Zorgtechnologie toepassen: werken met sensoren, wearables, medicijndispensers en domotica
  • Artificiële intelligentie gebruiken: AI inzetten om zorgplannen te personaliseren
  • Data interpreteren: gezondheidsgegevens analyseren via dashboards en trends herkennen
  • Gegevens delen: gevoelige data veilig verwerken en uitwisselen via beveiligde kanalen

De competenties houden rekening met ethische, juridische en technische aspecten. Ook thema's als privacy, gegevensbeveiliging, risicobeheer en professionele digitale identiteit komen aan bod.

Digitale competenties zijn een vaardigheid, verweven met alle bestaande professionele rollen van verpleegkundigen.

Van definitie naar implementatie

Haar kader is niet bedoeld als extra belasting, maar moet vooral expliciet maken wat je van studenten verwacht, zodat leerdoelen helder worden. Dat ontbreekt vandaag vaak. Voor Daan Aeyels is het duidelijk: "Als we willen dat verpleegkundigen aan het stuur blijven in een steeds digitaler wordend zorglandschap, moeten we hen daarvoor ook opleiden. Dat hoeft geen 'digistress' op te leveren. Als we digitale tools juist inzetten, kunnen verpleegkundigen net versterkt worden in hun rol. Niet uitgeperst, wel ondersteund."

Hij benadrukt dat het niet gaat om 'meer doen met minder', maar om slimmer werken. "Digitalisering is geen doel op zich, maar een middel om zorg toegankelijk, veilig en menselijk te houden. Door tools als telemonitoring kunnen verpleegkundigen hun aandacht richten op wie dat het meest nodig heeft."

Het moment is nu

De timing van de masterproef is allesbehalve toevallig. De hervorming van het verpleegkundig beroep - met een duidelijker onderscheid tussen graduaat en bachelor - maakt dat alle curriucula momenteel herschreven worden. En net daar wringt het schoentje. "Veel opleidingsinstellingen gaven aan dat ze nog niet wisten hoe ze digitale competenties moesten verankeren in hun nieuwe curriculum. Of dat ze enkel werkten met de dertien leerresultaten van de overheid, zonder veel inhoudelijke invulling. Deze masterproef reikt hen nu een bruikbaar kader aan, gebaseerd op wat er leeft in het werkveld en in de literatuur", vertelt Tinne. "Ook voor werkgevers biedt het kader een overzicht van digitale vaardigheden die in een levenslang leeraanbod opgenomen kunnen worden", aldus Daan Aeyels.

De masterproef van Tinne wordt op 14 juni gepresenteerd aan de UHasselt. Het kader dat ze ontwikkelde, krijgt hopelijk een plaats in de verpleegkundige curricula van de toekomst. Eén ding is zeker: de vertaalslag die zij maakt tussen visie, praktijk en onderwijs komt geen dag te vroeg.

Met dank aan Netwerk Verpleegkunde voor het interview.

Contactpersoon

Daan Aeyels

Expert Welzijns- en Gezondheidsbeleid

IMU - vzw - exact
imu - vzw - opt
imu - vzw - slimstock
ING
Orange
Logo SD Worx