Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 20/03/2024

Economische migratie is niet de mirakeloplossing om het aantal werkenden én onze economie op kruissnelheid te houden in de (nabije) toekomst. Maar ze is wel broodnodig, naast activering van niet-actieven, langer werken, interregionale mobiliteit en automatisering en digitalisering. 
Een politicus, hoofdeconoom en bedrijfsleider geven hun gefundeerde visie, gevoed vanuit cijfers én de praktijk. 

 

 
Tekst Sam De Kegel 

De ene migrant is de andere niet, ook al wordt er heel vaak over ‘de migrant’ gesproken in tv-programma’s en op straat. Soms komen ze voor bescherming tegen oorlog en vervolging (asiel), soms voor gezin (gezinshereniging), soms voor werk (arbeidsmigratie). Vaak komen ze uit de EU, maar even vaak niet. Soms zijn ze legaal, soms ook niet. 

In de aanloop naar de verkiezingen in 2024 zullen we wel vaker het riedeltje horen dat België de toestroom van ‘vreemdelingen’ moet beperken. Maar zeker als het over gerichte arbeidsmigratie gaat, is er één groot argument pro. Onze arbeidsmarkt komt vele handen te kort. Buitenlandse arbeidskrachten houden nu al verschillende sectoren – van de bouw over transport tot zware industrie – draaiende. Aan de andere kant beconcurreren arbeidsmigranten soms Belgische werknemers en zelfstandigen. En vooral: in eigen land is er ook nog een leger niet-actieven die mijlenver van de arbeidsmarkt af staat. 

Binnen de EU geldt dat iedere EU-burger mag werken waar hij of zij wil. Daar heeft België dus weinig over te zeggen. Ons land heeft wel het recht om te bepalen wie er van buiten de EU hier mag werken. Soms moeten werknemers van buiten de EU heel lang op een toelating wachten. De Vlaamse regering stond op de rem door maar 29 knelpuntberoepen te selecteren, terwijl de lijst van VDAB er maar liefst 241 telt.

700.000 extra werkenden nodig

Bart Van Craeynest, hoofdeconoom Voka, legt de vinger op de wonde: “De voorbije 20 jaar kwamen er in Vlaanderen netto 550.000 jobs bij. In dezelfde periode nam de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20 tot 64), de potentieel werkenden, met zo’n 270.000 toe. Met andere woorden, de helft van de extra jobs kon ingevuld worden met nieuwkomers op de arbeidsmarkt. De andere helft door werklozen in te zetten, door niet-werkenden te activeren, door langer te werken.”  

Voor de komende 20 jaar wordt dat een heel ander verhaal. Als we een gelijkaardige economische groei willen realiseren met een gelijkaardige jobcreatie, dan zullen de komende 20 jaar in Vlaanderen bijna 700.000 extra werkenden nodig zijn. In dezelfde periode zal de bevolking op beroepsactieve leeftijd amper toenemen (met 58.000). Als we niet ingrijpen, zal de krapte op de arbeidsmarkt de komende jaren dus nog spectaculair toenemen en wordt dat een belangrijke rem voor de groeimogelijkheden van de Vlaamse economie.

(lees verder onder de foto)

Bart Van Craeynest, hoofdeconoom Voka

 

Er is geen voor de hand liggende mirakeloplossing om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen, zoals ook Nicole de Moor, staatssecretaris voor Asiel & Migratie, aangeeft in ons blad. De Vlaamse werkloosheidsgraad ligt vandaag op 3% (wat overeenkomt met zo’n 90.000 mensen), en dat gaat vooral om tijdelijke periodes van werkloosheid tussen twee jobs. Daarnaast zijn er wel iets meer dan 800.000 niet-actieve Vlamingen op actieve leeftijd. Zoveel mogelijk activering van die groep is belangrijk, maar de mogelijkheden op dat vlak zijn niet eindeloos. Bart: “Zelfs als we er in zouden slagen om de werkzaamheidsgraad op te krikken naar de 80%-doelstelling, betekent dat ‘maar’ 135.000 extra werkenden. Naast de activering kan ook interregionale mobiliteit een deel van het antwoord zijn, maar dat vereist een andere aanpak van het arbeidsmarkt- en uitkeringsbeleid in Wallonië, wat binnen het huidige politieke kader zeker ook niet evident wordt.”
Het grootste deel van het antwoord moet volgens Voka’s hoofdeconoom komen van verdere digitalisering en automatisering: economische groei en dus welvaartsgroei realiseren met minder mensen. “Daar ligt allicht het grootste potentieel voor onze economie. Artificiële intelligentie (AI) wordt daarbij mogelijk een echte gamechanger. En finaal zal dus ook arbeidsmigratie een bijdrage moeten leveren. Dan gaat het zeker over de zoektocht naar werknemers met specifieke competenties, maar ook breder. Voor een groot deel van de knelpuntvacatures zijn er immers geen specifieke diplomavereisten.” 
Zonder ernstige strategie om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken, zal die de komende jaren een belangrijke rem zetten op onze potentiële welvaartsgroei. Om daar een antwoord op te bieden, wordt het zaak om in te zetten op én activering, én langer werken, én interregionale mobiliteit, én automatisering en digitalisering.

En dus ook op vlottere arbeidsmigratie.

Artikel uit publicatie