Maatwerkbedrijven blijven stevig inzetten op de sociale en professionele activering van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit recente cijfers van 4Werk, dat 22 West-Vlaamse maatwerkbedrijven verenigt. Hun tewerkstellingscijfers van 2024 onderstrepen hun blijvende maatschappelijke impact. Bovendien profileren ze zich als betrouwbare partners voor de reguliere sector. Dat werd benadrukt tijdens een rondetafelgesprek over maatwerkbedrijven op initiatief van het Wevelgemse hr- en selectiekantoor Verdonck Professional Partners.
Gunther Bamelis, bestuurder van 4Werk en algemeen directeur Forena, wees daarin op 2 grote uitdagingen voor de sector. “De eerste is de steeds verder gaande digitalisering. Krijg de mensen in een maatwerkbedrijf maar eens mee in zo’n verhaal. Bovendien hangt daar een groot prijskaartje aan vast, terwijl klanten niet altijd bereid zijn om dergelijke meerkosten te helpen dragen. Maar ik besef ook dat digitalisering niet te stoppen is. Die evolutie verloopt razendsnel. Opleiding zal daarom een sleutelfactor zijn. De tweede grote zorg is de de-industrialisering in onze regio. Zuid-West-Vlaanderen heeft een indrukwekkende industriële traditie. Maar elk bedrijf dat sluit of elk bedrijf dat zijn geluk elders zoekt, komt nooit terug. Die jobs zijn definitief verloren. De politiek heeft de ernst van de situatie helaas nog altijd niet helemaal ingezien. De overheid komt altijd maar met nieuwe wetten en voorschriften. De overheid? Overhead, kan je misschien beter zeggen. Als die de-industrialisering doorgaat, zouden de maatwerkbedrijven in plaats van industriële toelevering ook diensten kunnen aanbieden, zegt men wel eens. Wij denken ook mee in die richting, maar daarin kritische massa bereiken is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Om maar één voorbeeld te geven: de zorgsector zou helpende handen kunnen gebruiken, maar begin er maar eens aan zonder de juiste kwalificaties of de nodige flexibiliteit. En om enkel de dirty jobs te doen of de onmogelijke uren op te vangen, sorry, maar daar bedank ik ook voor.”
Tim Vannieuwenhuyse van WAAK pikte daarop in: “Uitdagingen genoeg en die gaan we ook niet uit de weg. Ik ben vol vertrouwen dat er voldoende maakindustrie in de regio blijft, maar niet dezelfde, in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten. Ik ga niet graag mee in het voorspelbare pleidooi om alles binnen onze sector flexibeler en flexibeler te maken. Ik denk dat enige stugheid of traagheid een voordeel is. Daar zoek ik zelfs bewust naar: (relatieve) traagheid als garantie voor voorbereiding, doordachte degelijkheid en bijgevolg topkwaliteit. Dan denk ik altijd: door iets trager te schakelen, kan je waarschijnlijk de kwaliteit ook meer bewaken en waarmaken. De vraag is alleen: hoe ver kan je daarin gaan in het besef dat klanten de druk soms hoog opvoeren? Ik blijf erbij dat kwaliteit leveren dé basis moet zijn voor de strategie van elk maatwerkbedrijf. En ja, digitalisering kan ons daarbij helpen. Het moet de bedoeling zijn dat de digitalisering zorgen van mensen wegneemt zodat ze minder druk ervaren op hun schouders. Men heeft het vaak ook over automatisering of robotisering. Als bepaalde processen voldoende automatiseerbaar zijn, is het te gek om dat manueel te doen. Dan zegt men: ‘Oei, er gaan jobs verloren’. Dat is te kortzichtig: mensen kunnen dan ingezet worden voor andere taken. Het punt is altijd: je moet die mensen eerst goed informeren en sensibiliseren en ze vervolgens ook mobiliseren.” (KC)
Via hun rol als brug naar werk, opleiding en zelfontplooiing nemen de maatwerkbedrijven hun maatschappelijke opdracht ter harte. Rita Demaré, voorzitter van de koepel van West-Vlaamse maatwerkbedrijven 4Werk, zegt daarover: “Door een goede begeleiding, gecombineerd met opleidingen, blijven we erin slagen medewerkers te laten doorgroeien naar de reguliere sector. De trajecten die mensen afleggen in West- Vlaanderen worden getoond op de participatieladder. In 2024 stapten 934 mensen in trede 4, een tijdelijk activeringstraject met als doel de opstap naar betaald werk te maken. 635 maatwerkers worden ingezet in reguliere bedrijven via enclavewerking in bedrijven. Dat is een belangrijke vorm van opstroom.”