Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Vlaanderen
  • Wijzigingen PFAS in de bodem brengen ons een stap dichter naar rechtszekerheid

Wijzigingen PFAS in de bodem brengen ons een stap dichter naar rechtszekerheid

Voka nationaal
  • 26/06/2025

Na een lange stilte en onduidelijkheid, heeft de Vlaamse Regering op 20 juni een belangrijke stap gezet richting meer rechtszekerheid over de aanpak van PFAS-verontreiniging in de bodem. Nieuwe wetenschappelijke inzichten en het rapport van de auditeur van de Raad van Staten noopte de Vlaamse Regering tot intrekking van het tijdelijk handelingskader PFAS. Een niet-bindende omzendbrief gebaseerd op nieuwe richtlijnen van OVAM moet het handelingskader vervangen, in afwachting van een definitief kader. Tegelijkertijd werkt de Vlaamse overheid aan een hervorming van het bodemdecreet, met als doel een stabieler en meer rechtszeker kader te creëren voor de omgang met opkomende stoffen waarvoor nog beperkte wetenschappelijke kennis beschikbaar is. 

De aanvullende omzendbrief als tijdelijke leidraad

De nieuwe, niet-bindende omzendbrief is aanvullend op het bestaande uitvoeringsbesluit van het bodemdecreet. Hij is bedoeld als praktische leidraad voor erkende bodemsaneringsdeskundigen bij de beoordeling van PFAS-houdende bodemmaterialen voor hergebruik of gebruik. Het centrale uitgangspunt blijft dat het gebruik van dergelijke materialen geen achteruitgang mag veroorzaken in de kwaliteit van de bodem of het grondwater. Tegelijkertijd wordt ervoor gezorgd dat grondwerken kunnen uitgevoerd worden. De toetsingswaarden zijn richtinggevend en houden rekening met de stand van de wetenschappelijke kennis, de meetonzekerheid en socio-economische haalbaarheid.  

In de omzendbrief wordt verduidelijkt hoe er moet omgegaan worden met volgende situaties:

  • Vrij gebruik van bodemmaterialen
  • Gebruik als bodem mits studie ontvangende grond
  • Gebruik als bodem binnen de kadastrale werkzone  
  • Gebruik als bouwkundig bodemgebruik/vormvast product  
  • Gebruik als bodem in een groeve of graverij  

De omzendbrief wordt binnen twee jaar geëvalueerd, met het oog op bijsturing op basis van nieuwe inzichten of gewijzigde omstandigheden. 

Wat verandert er voor jouw bedrijf? De belangrijkste wijzigingen in het PFAS-kader op een rij

1. Een grotere rol voor  de erkende bodemsaneringsdeskundige  

De nieuwe omzendbrief bevestigt en versterkt de centrale rol van de erkende bodemsaneringsdeskundige in de risicobeoordeling van PFAS-houdende bodemmaterialen. In tegenstelling tot het vroegere tijdelijk handelingskader, dat werkte met vaste generieke limieten, introduceert het nieuwe kader een meer flexibele, projectspecifieke aanpak gebaseerd op wetenschappelijke onderbouwing, ook binnen de kadastrale werkzone.

Concreet moet de bodemsaneringsdeskundige nu onderbouwen dat het hergebruik van PFAS-houdende materialen binnen een werkzone géén bijkomende verontreiniging van het grondwater veroorzaakt. Dit vergroot hun beoordelingsvrijheid, maar ook hun verantwoordelijkheid.

2. Geen onderscheid meer tussen toepassingen boven of onder de grondwatertafel

Nieuw onderzoek van VITO toont aan dat er weinig verschil is in uitloging van PFAS in toepassingen die boven of onder de grondwatertafel gebeurden en dat het effect van een onverzadigde zone vaak beperkt is. Het onderscheid tussen toepassingen boven en onder de grondwatertafel vervalt. Zeker voor gebieden met een hoge grondwatertafel, denk bijvoorbeeld aan de haven van Antwerpen, zal dit een grote impact hebben. Hierdoor wordt de regelgeving eenvoudiger en de toepassing in de praktijk realistischer, zonder aan milieubescherming in te boeten.

3. Verfijning van de richtinggevende toetsingswaarden op basis van metingen achtergrondwaarden

De richtinggevende toetsingswaarden zijn verfijnd en afgestemd op het gebruikstype van de locatie. Voor natuur-, landbouw- en drinkwatergebieden (bestemmingstype I/II) zijn de waarden strenger dan in het tijdelijk handelingskader, met PFOS bijvoorbeeld beperkt tot 1,5 µg/kg ds. In eenzelfde redenering zijn de richtinggevende toetsingswaarden voor woon-, recreatie- en industriegebieden (type III-V) het dubbele van de achtergrondwaarden (bv. PFOS tot 3,0 µg/kg ds). 

Deze aanpassing erkent de grotere meetonzekerheid in praktijkmetingen en zorgt voor betere uitvoerbaarheid van grondverzet in deze zones. Zo ontstaat een meer risicogebaseerd én werkbaar kader dat rekening houdt met zowel milieubescherming als economische haalbaarheid. 

Wat betekent dit concreet voor jouw onderneming?

De Vlaamse Regering trekt het tijdelijke handelingskader in en vervangt dit door een niet-bindende omzendbrief. Dit geeft eindelijk duidelijkheid

Binnen dit nieuwe kader:

  • Krijgt de erkende bodemsaneringsdeskundige een sleutelrol;
  • Wordt ruimte gelaten voor projectmatige onderbouwing;
  • Ontstaat een meer risicogebaseerde en werkbare praktijk.

Voka raadt bedrijven aan om tijdig in overleg te treden met hun bodemsaneringsdeskundige, zodat projecten op een correcte en efficiënte manier kunnen verlopen.

Vooruitblik

De aangekondigde hervorming van het bodemdecreet wil het beleid structureel bijsturen en afstemmen op actuele wetenschappelijke inzichten én praktische uitvoerbaarheid. De Vlaamse Regering streeft naar een juridisch verankerd kader dat toelaat toetsingswaarden vast te leggen volgens het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable). Tegelijk wil men achtergrondwaarden decretaal vastleggen.

Deze hervorming moet leiden tot een bodembeleid die de bodem nog steeds doeltreffend beschermd, maar tegelijk flexibel, risicogebaseerd én juridisch sluitend is, zonder onrealistische eisen voor sanering of hergebruik.

Voka volgt dit dossier verder op. Meer informatie vind je hier terug

Contactpersoon

Katelijne Haspeslagh

Expert Milieu en Klimaat

imu - vzw - clearnox
imu - vzw - slimstock
imu - vzw - opt
IMU - vzw - exact
ING
Orange
SDWorx