Met onder meer het zomerakkoord, de handelsoorlog en de onzekere geopolitieke situatie was het niet meteen een rustige zomer. En ook voor de komende maanden blijven er heel wat onzekerheden. Hieronder de vijf belangrijkste vragen voor onze economie dit najaar:
Blijft onze economie rustig doorgroeien?
Ondanks alle schokken (oorlog in Oekraïne, inflatiecrisis, onzekerheid over het beleid van Trump) bleef onze economie de jongste jaren rustig doorgroeien. De voorbije twee jaar was dat aan een vrij stabiel tempo van 1% per jaar. De recentste conjunctuurindicatoren suggereren dat de economische groei ook de komende maanden vrij stabiel blijft. Dat neemt niet weg dat achter dat gemiddelde groeicijfer heel wat verontrustende variatie zit binnen onze economie.
Zo groeide de publieke sector de voorbije periode sterker dan de private sector. Dat is geen gezonde situatie, en zeker gezien onze dramatische budgettaire situatie ook niet houdbaar op langere termijn. Ondertussen blijft de industrie in moeilijkheden. Daar waren de jongste maanden wat prille tekenen van beterschap (stabilisatie), maar het blijft afwachten hoe hard de handelsoorlog van Trump (die vooral de industrie raakt) de komende maanden aankomt. Daarnaast blijven de signalen uit de bouw opmerkelijk somber met onder meer een historisch dieptepunt voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw.
Kortom, onze economie blijft allicht ook de komende maanden groeien, maar aan een tempo dat oncomfortabel laag is. Noch een serieuze groeiversnelling, noch een nieuwe recessie lijken er meteen in te zitten. Voor belangrijke sectoren zoals de industrie en de bouw blijven de vooruitzichten ook voor de komende maanden somber.
Onze economie blijft allicht ook de komende maanden groeien, maar aan een tempo dat oncomfortabel laag is.
Koelt de inflatie verder af?
Doorheen 2024 bleef de inflatie net boven 3% hangen, en begin dit jaar sprong die zelfs naar 4,1%. Maar sindsdien is die meer dan gehalveerd. In juli dook de inflatie terug onder 2%. En allicht gaat die trend nog wel even door. De Europese gasprijs ligt vandaag 36% lager dan begin dit jaar. De olieprijs (uitgedrukt in euro) is met 20% gezakt. Tegen die achtergrond zal de inflatie de komende maanden verder afkoelen. Op basis van de huidige verwachtingen zou die onder 1% zakken begin volgend jaar.
De afkoelende inflatie heeft uiteraard ook gevolgen voor de verwachte loonindexering. Op basis van de recentste ramingen van het Planbureau zou de januari-indexering (voor de sectoren die één keer per jaar in januari indexeren) in 2026 uitkomen op 2%, en in 2027 op 1,6%. De recentste ontwikkelingen in de grondstoffenprijzen suggereren dat die raming de komende maanden eerder nog wat neerwaarts bijgesteld kan worden.
Valt de jobcreatie helemaal stil?
De magere economische groei en de onzekerheid rond de vooruitzichten hebben ook hun impact op de arbeidsmarkt. Terwijl er in 2022 nog 67.000 jobs (netto) bij kwamen, met het merendeel (51.000) in de private sector, bleef dit in 2024 beperkt tot nog 17.000 jobs, waarvan amper 3.500 in de private sector. Andere indicatoren bevestigen de malaise op de arbeidsmarkt. Zo is de werkloosheidsgraad de voorbije twaalf maanden toegenomen van 5,5% naar 6,5%. Daarmee hoorde België tot de landen met de snelst stijgende werkloosheid in Europa. Gemiddeld zakte de Europese werkloosheidsgraad in de voorbije twaalf maanden met 0,1%.
Op korte termijn zit er geen grote ommekeer op de arbeidsmarkt aan te komen. Er blijven allicht nog net jobs bijkomen in de hele private sector, terwijl de werkgelegenheid in sectoren als de industrie en de bouw verder afneemt. Ondanks de retoriek rond besparingen blijft de publieke sector (vooral dan in de zorg) ook de komende kwartalen verder aanwerven.
Naar een hete herfst?
De vakbonden blijven strijden tegen zowat alles wat deze regering probeert te doen. Het zomerakkoord dat eindelijk al veel langer noodzakelijke hervormingen in de pensioenen en de werkloosheidsuitkering regelt, werd door de vakbonden weggezet als de ‘grootste sociale achteruitgang in 80 jaar’. Dat al de aangekondigde hervormingen al veel eerder doorgevoerd werden in de meeste andere Europese landen lijkt voor de vakbonden geen punt. Dat de huidige toestand van onze overheidsfinanciën compleet onhoudbaar is evenmin. De vakbonden hebben geen oplossingen voor de vele uitdagingen die op ons afkomen (behalve dan ‘extra belastingen’), maar lijken zich dat niet aan te trekken.
Toch lijken de vakbonden met hun eerdere acties (en zeker met de lange reeks stakingen bij het spoor) hun hand wat overspeeld te hebben. Er is nog wel een grote betoging aangekondigd voor 14 oktober, maar de hardere acties lijken wat stilgevallen. Niettemin, als het deze federale regering menens is om het land economisch-financieel terug op de rails te zetten, dan zijn er dit najaar serieuze extra hervormingsinspanningen nodig. Als die er komen, zullen die in vakbondshoek opnieuw op protest onthaald worden.
Volgens de jongste ramingen van het Monitoringcomité zijn we op weg naar een begrotingstekort van 6,5% van het bbp tegen 2030.
Extra belastingen?
Zelfs met het zomerakkoord liggen onze overheden nog lang niet op koers om de begrotingsdoelstellingen te halen. Volgens de jongste ramingen van het Monitoringcomité zijn we op weg naar een begrotingstekort van 6,5% van het bbp tegen 2030. Alleen al om naar de minimumdoelstelling van Europa (een tekort van 3%) terug te keren, is een enorme structurele inspanning van meer dan 20 miljard nodig. Bij de begrotingscontrole van dit najaar zullen op dat vlak al extra stappen gezet moeten worden. Het blijft afwachten in welke mate de regering daarvoor zal uitkijken naar extra inkomsten. In het regeerakkoord is afgesproken dat de ruimte voor extra belastingen heel beperkt is, maar het worden in september en oktober ongetwijfeld terug moeilijke budgettaire discussies. Gezien de omvang van de uitdaging is het risico op extra belastingen reëel. Dat zou een slecht idee zijn voor onze economie.