Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 09/12/2025

Sinds maart 2025 huist het ontwikkelingscentrum van Daikin Europe in Zwijnaarde op de UGent-campus Ardoyen. Met méér focus op de R van R&D. Met méér connectie met academici van UGent. En met méér voeling voor wat de markt vraagt. In 23 testkamers wordt er volop getest, gesimuleerd en ontwikkeld. “De kunst is om onze 350 briljante geesten hier optimaal te doen samenwerken.” 

Daikin: voluit ontwikkelen in een sputterende markt

Bij Daikin Europe, dochter van de Japanse multinational in koeling en verwarming Daikin Industries, werken in ons land ruim 2.100 medewerkers. Behalve de fabriek in Oostende bevindt het Europese hoofdkantoor zich in België, én de onderzoeksactiviteiten die dit voorjaar – in maart 2025 – naar Gent verhuisd zijn. Het grootste deel van de R&D (350 fte) zit nu op de Ardoyen-site in Zwijnaarde. Een dertigtal m/v blijft in Oostende om de testkamers daar te bedienen.

De fabriek van Daikin Europe in Oostende draait wel al zo’n anderhalf jaar op beperkte capaciteit omdat de verkoop van warmtepompen sputtert. Warmtepompen spelen een sleutelrol in de klimaattransitie doordat ze gebruikmaken van hernieuwbare warmte uit de lucht en efficiënt werken op elektriciteit die steeds vaker CO2-arm wordt opgewekt. Maar door dalende gasprijzen en door de algemene economische situatie met inflatie, hoge rentes en een dure huizenmarkt is de verwarming vervangen door een warmtepomp voor velen nog steeds geen prioriteit. 
Ook de verhoudingsgewijs hoge prijzen voor elektriciteit tegenover gas zetten de investeringscase voor warmtepompen onder druk. In België kost een kilowattuur stroom – mede door de vele heffingen – een consument vier tot vijf keer meer dan een kilowattuur gas. 
Met het nieuwe Vlaams Klimaatplan en haar taxshift – die gas duurder zal maken en elektriciteit goedkoper – komt daar wellicht vanaf 2028 verandering in. Om een warmtepomp echt rendabel te maken mag stroom hoogstens 2,5 à 3 maal duurder zijn dan gas. 

Het nieuwe onderzoekscentrum op de Ardoyen-site in Zwijnaarde:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laurent Van Thournout, deputy general manager voor de R&D, in één van de  geconditioneerde geluidskamers waar Daikin probeert het geluidsniveau van hun toestellen zo laag mogelijk te krijgen.

Tekst Sam De Kegel – foto Nathalie Dolmans

Sinds maart 2025 huist het nieuwe EMEA Development Center (EDC) van Daikin Europe op de site van Ardoyen, het Wetenschapspark van Universiteit Gent. Het EDC onderzoekt en ontwikkelt innovatieve, energie-efficiënte alternatieven voor de traditionele verwarmingsoplossingen, nieuwe warmtepomptechnieken en oplossingen voor koude ketens (voeding en farmacie).  

Op dit nagelnieuwe ontwikkelingscomplex stelen drie soorten testkamers de show. 

Hun paradepaardje is ongetwijfeld de EMC-testkamer, een indrukwekkende metalen kooi van Faraday, waar de elektromagnetische compatibiliteit wordt getest. In mensentaal: hoe zorg je ervoor dat een toestel zoals een warmtepomp niet ‘interfereert’ of storing geeft met andere elektronische toestellen. Vroeger gebeurden de EMC-testen in externe labo’s, nu heeft Daikin zijn eigen testfaciliteit. 

In hun geconditioneerde geluidskamers proberen ze dan weer het geluidsniveau van hun toestellen zo laag mogelijk te krijgen. En in hun verschillende environmental test rooms worden verschillende klimaten gesimuleerd: van -30 C° tot + 60 C°, van 20% tot 100% luchtvochtigheid. “Zo simuleren we de omgevingscondities. De impact van de wind simuleren we via ventilatoren die blazen op onze toestellen. Elke testkamer heeft ook een instelbaar watersysteem, om onze heating producten te testen. Omdat onze toestellen met koelgassen werken, zijn onze testkamers ook uitgerust met detectiesystemen, tegen explosie, brand of verstikking”, zegt Jietse Dufour, die de testkamers mee hielp ontwerpen. 

“Deze site telt maar liefst 23 testkamers, op 11.000 m²”, vertelt een fiere Laurent Van Thournout. Hij studeerde af als burgerlijk ingenieur aan UGent en begon meteen bij Daikin op de afdeling productontwikkeling. “Ondertussen ben ik hier al 27 jaar, sinds 2006 in de business heating, meer bepaald de luchtwaterwarmtepompen voor de residentiële verwarmingsmarkt. We zagen een opening in de markt die gedomineerd werd – en nog steeds – door gasboilers. Toen de markt groeide, groeide het aantal mensen mee.” Na een intermezzo van anderhalf jaar in de Daikin-fabriek in Pilzen voor de lucht-luchtwarmtepompontwikkeling, keerde hij terug naar België. Sinds 2021 is hij deputy general manager voor de volledige R&D.

Waarom hebben jullie de R&D verhuisd van Oostende naar Zwijnaarde?

Laurent: “De eerste ideeën kregen al vorm in 2019, daarna zijn we beginnen plannen. De hoofreden? Onze groei in de verwarmingsmarkt. Daikin is een wereldleider met hoofdkwartier in Japan, wij zijn een dochteronderneming. Hun strategie is altijd geënt op lokale productie in lokale markten om die zo te bevoorraden, maar naast de strategie van lokale productie zie je ook meer en meer de focus op lokale R&D. Zo is ons R&D-centrum gegroeid. Bij veel van onze concurrenten zijn de R&D-faciliteiten eerder gecentraliseerd in het moederbedrijf. Wij kregen, daarentegen, meer en meer verantwoordelijkheid als ontwikkelingscentrum. Heating was niet enkel een groeiende markt, maar Daikin Japan zag ook dat Europa het leidende continent werd rond duurzaamheid. Daarom vertrouwde Daikin Japan ons niet enkel de verantwoordelijkheid toe om voor Europa te ontwikkelen maar voor de wereldwijde verwarmingsmarkt.”

In R&D heb je de R van research en de D van development. Waar lag de klemtoon bij jullie op?

Laurent: “Ons R&D-centrum was tot vijf jaar geleden een pure ontwikkelingsentiteit: producten ontwikkelen die de markt vraagt. Research zat voornamelijk in Japan, maar toen we de opdracht kregen om de volledige groep te leiden voor heating en deels voor cold chain, werd research steeds belangrijker, net als onze link met universiteiten. Daarom leek het ons ideaal om dicht bij Universiteit Gent te zitten. De kennisinstelling heeft heel goede competenties in ons vakgebied. Zeker de jongste vijf jaar zijn we in R&D exponentieel gegroeid – met dus een groter belang in research. Gent is een talentvijver voor goede ingenieurs en ligt veel centraler in België om vanuit andere regio’s in ons land en vanuit het buitenland talent naar hier te lokken. Ondertussen stellen we op onze Gentse site een veertigtal nationaliteiten tewerk. Gent is als universiteitsstad ook veel aantrekkelijker voor internationale studenten dan Oostende, en veel van die jonge ingenieurs woonden al in Gent.”

Gent is een talentvijver voor ingenieurs”

Laurent Van Thournout, deputy general manager voor de R&D

Hier in Gent stellen jullie nu 350 m/v/x tewerk. Welke profielen zoeken jullie nu voornamelijk?

Laurent: “Zowel burgerlijke als industrieel ingenieurs. Elektromechanische ingenieurs vooral, want een warmtepomp is een thermodynamische én mechanische machine. In een machine zit natuurlijk ook software, we zoeken dus ook software-ingenieurs. Meer en meer is ook het ecosysteem rond een warmtepomp belangrijk, met connectiviteit, cloudapplicaties, IoT en data-analyse. We zoeken dus redelijk breed.”

Het brede publiek associeert Daikin nog vaak met airco, maar die vlag dekt de lading niet meer?

Laurent: “We zijn inderdaad gegroeid vanuit lucht-luchtwarmtepompen of airco’s, maar ik ben geen voorstander meer van de terminologie ‘airco’, want iedereen denkt dan aan een energieverslindende machine die koelt, terwijl onze lucht-luchtwarmtepomp zowel efficiënt kan koelen als verwarmen. Ik noem onze toestellen dus allemaal warmtepompen, op basis van lucht-lucht, lucht-water en water-water (of bodem-water, red.). Wie vandaag een lucht-luchtwarmtepomp koopt, doet dat omdat hij een koelingsnood heeft in bijvoorbeeld de slaapkamer, maar gebruikt die evengoed om efficiënter te verwarmen. We hopen dat de mensen een lucht-luchtwarmtepomp meer en meer zien als een alternatieve verwarming t.o.v. gasboilers.”

Zijn de fors hogere prijzen voor elektriciteit tegenover gas dé hoofdreden waarom mensen nog twijfelen om erin te investeren?

Laurent: “Klopt. De efficiëntie van een warmtepomp hangt sterk af van de temperatuur en het warmteafgiftesysteem. Bij vloerverwarming is een watertemperatuur van 30 à 35 graden voldoende, terwijl je voor een radiatorsysteem altijd water van 60 à 65 graden nodig hebt. In een warmtepomp zit een compressor die een bepaald drukverschil moet overwinnen. De lage druk wordt bepaald door de buitentemperatuur, de hoge druk wordt bepaald door je watertemperatuur. Hoe hoger je buitentemperatuur en hoe lager je watertemperatuur, hoe efficiënter je warmtepomp is. Als je in milde klimaten, zoals België, een warmtepomp combineert met een vloerverwarming met heel lage afgiftetemperatuur, dan wordt de efficiëntie van een warmtepomp groot. Dan genereer je per kilowatt stroom 5 à 6 kilowatt warmte, met radiatoren zakt dit naar factor 2,5 à 3. 

Maar als gas vijf keer goedkoper is dan elektriciteit, moet je warmtepomp ook 5 x efficiënter zijn om aan dezelfde prijs te kunnen verwarmen. En een warmtepomp is in aankoop nog steeds duurder dan een gasboiler. Nu, warmtepompen draaien op elektriciteit, en die kan je ook produceren via zonnepanelen. Je hebt dus heel wat maanden gratis verwarming, uitgezonderd in de winter. Conclusie: een warmtepomp in combinatie met zonnepanelen en een vloerverwarmingssysteem kan heel sterk concurreren met een gasboiler, een warmtepomp met radiatoren nog niet, tenzij de prijzen van elektriciteit sterk zouden dalen of de gasprijzen stijgen.”

(lees verder onder de foto)

De EMC-testkameri s het paradepaardje van de Daikin-site in Gent. Dit is een indrukwekkende metalen kooi van Faraday waar getest wordt hoe een toestel zoals een warmtepomp niet ‘interfereert’ of storing geeft met andere elektronische toestellen.

De markt voor warmtepompen sputtert al even. Daar komt ook (geo)-politiek bij kijken?

Laurent: “Dat is inderdaad zo. 2022 was een van onze topjaren, niet toevallig dan viel Rusland Oekraïne binnen. Toen stegen de gasprijzen enorm. Tegelijkertijd kwam Europa met de Green Deal en decarbonisatie-agenda. Toen leefde het idee sterk dat we van het gas moeten ‘af geraken’. Maar nu zijn de gasprijzen weer genormaliseerd en is de politieke urgentie rond decarbonisatie voor een groot stuk naar het achterplan verwezen. Daardoor zien we een terugval van lucht-waterwarmtepompen ten opzichte van wat we vooropgesteld hadden in 2022. De terugval van lucht-luchtwaterpompen is merkelijk minder.”

Op welke markten mikken jullie als producent voornamelijk?

Laurent: Bij luchtwaterwarmtepompen mikken we voornamelijk op de residentiële markt, bij lucht-luchtwarmtepompen hebben we zowel een gamma voor de residentiële markt als voor winkels, kantoorgebouwen. Daarnaast hebben we ook een gamma aan industriële toestellen.”

Hier in Gent pompt nu het R&D-hart en worden de producten van morgen en overmorgen ontwikkeld?

Laurent: “We proberen zowel op korte als langere termijn te kijken wat de noden voor de toekomst zijn. We willen vooral differentiërende producten maken ten opzichte van onze concurrenten. De eerder populistische partijen in Europa staan vandaag op de rem. We hadden gehoopt dat de shift naar warmtepompen eerder zou ingezet zijn, maar als we de klimaatdoelstellingen willen halen en de mensen echt gaan inzien dat de klimaatverandering geen fabeltje is – wekelijks zie je in het nieuws verschrikkelijke taferelen zoals bosbranden en overstromingen – dan komt die shift er sowieso. Daarvan zijn we overtuigd. Er is een heel grote politieke verantwoordelijkheid, wij als fabrikant moeten onze warmtepompen zo betaalbaar mogelijk maken zodat ze voor iedereen toegankelijk worden. We moeten de consument ook nog beter informeren over de mogelijkheden van onze technologie en misconcepties de wereld uithelpen. Qua productontwikkeling zetten we sterk in om de GWP-waarde van onze koelmiddelen naar beneden te krijgen (de Global Warming Potential of GWP-waarde van een koelmiddel geeft aan in welke mate het bijdraagt aan het broeikaseffect, red.) Er is ook een grote tendens om naar natuurlijke koelmiddelen te gaan. Wij willen onze toestellen klaarstomen om te voldoen aan de nieuwe wetgeving rond koelmiddelen. Die zal onze ontwikkelingsplannen mee bepalen.”

Gent heeft grote decarbonisatieplannen en wij kunnen daar ons steentje toe bijdragen. Als we hier succesvol oplossingen aanbieden, kunnen we die nadien kopiëren naar andere Europese steden”

Laurent Van Thournout, deputy general manager voor de R&D

De elektrificatie zorgt ook voor vele uitdagingen. In Spanje en Zuid-Frankrijk viel het elektriciteitsnet zelfs al eens helemaal uit …

Laurent: “Als iedereen een warmtepomp en een elektrische auto zal hebben, zal het elektriciteitsnet sterk belast worden en zal energiemanagement nog belangrijker worden. Een warmtepomp is een dynamische machine om via demand response de elektriciteit zo goed mogelijk te spreiden in de tijd. De vraag is ook hoe we die energiemanagementsystemen zullen uitrollen: huis per huis of op groter niveau.”

Borduren jullie vooral voort op bestaande technologieën, of zijn jullie ook al bezig met the next big thing?

Laurent: “Dé grote uitdaging wordt om dichtbevolkte stadscentra te decarboniseren. Nu heb je voor elk gezin in een woning een mogelijke oplossing, maar voor een appartementsgebouw ligt dat anders. We hebben een memorandum of understanding met de Stad Gent en UGent om Gent te exploreren als een centrum voor mogelijke proof of concepts om verschillende technologieën uit te proberen. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we sociale woningen en appartementsgebouwen collectief optimaal verwarmen en koelen, hoe connecteren we warmtepompen met warmtenetten, etc… Gent heeft grote decarbonisatieplannen en wij, als technologieprovider, kunnen daar ons steentje toe bijdragen. Als we succesvol oplossingen aanbieden voor Gent, kunnen we die nadien kopiëren naar andere Europese steden.”

(lees verder onder de foto)

 

Werken jullie samen met veelbelovende start-ups op vlak van innovatie?

Laurent: “Daikin is gegroeid door steeds alles zelf in eigen handen te houden. Dat zit in ons DNA: alles zelf maken. Misschien iets typisch Japans (lacht), maar we beseffen nu dat je onmogelijk alles zelf kan doen en we zijn actief op zoek naar partnerships. Daar horen ook eventuele investeringen in start-ups bij. Bij het ontwerp van dit gebouw hebben we ingecalculeerd om bepaalde delen van dit gebouw open te stellen voor start-ups.”

Dit gebouw is ongetwijfeld een pareltje in duurzaamheid …

Laurent: “Dit gebouw wordt verwarmd en gekoeld via een combinatie van grondwater-, luchtwater- en lucht-luchtwarmtepompen. Het ideale binnenklimaat dus (glimlacht). Naast ons gebouw komt trouwens The Brain, de toekomstige AI Tech Hub Ghent (een ambitieus project dat Vlaanderen op de kaart moet zetten als toonaangevende regio voor artificiële intelligentie (AI), red.) wat voor ons ook heel interessant is. En op onze vijfde verdieping zullen vanaf 2026 een vijftigtal academische medewerkers van UGent hun intrek nemen. Dat zal de cross breeding tussen hun academici en onze onderzoekers enkel vergroten.” 

Het zit in ons DNA om alles zelf maken. Misschien iets typisch Japans, maar we beseffen nu dat je onmogelijk alles zelf kan doen en we zijn actief op zoek naar partnerships”

Laurent Van Thournout, deputy general manager voor de R&D

Tot slot: innovatie in heel grote bedrijven verloopt soms traag. Hoe kan je dat innovatieproces versnellen?

Laurent: “Dat is zeker een van onze uitdagingen. Daikin werkt met strategische vijfjarenplannen. Eén van onze doelstellingen richting 2030 is de R van R&D versterken. Enerzijds door dichter bij die academische wereld te zitten, anderzijds door dichter bij de markt te staan. Onze ingenieurs moeten – samen met onze salescollega’s – nog veel meer in de markt zitten om de noden te begrijpen. Zo kan je de generatie van ideeën versnellen en omzetten in proof of concepts. De kunst is om onze 350 briljante geesten hier optimaal te doen samenwerken. Twee halve ideeën kunnen uitgroeien tot één briljant idee. Ken je het Japanse woord gemba? Vrij vertaald: go to the real places where it happens. Onze ingenieurs moeten voelen wat de marktvraag is en dat proces moeten we nog meer structureren. Om het werkleven van de installateurs – onze klanten – gemakkelijker te maken, moeten onze ingenieurs in dialoog met die installateurs, en ook met de eindgebruikers. Een ontwikkelingsingenieur moet in elke stap dat hij dichter bij het eindproduct komt, keuzes maken. En die beslissingen kunnen pas echt goed zijn als hij 100% weet hoe dat product er moet uitzien en weet  wat de markt vraagt. De markt van warmtepompen wordt steeds groter en concurrentiëler, via innovatie moeten we het verschil maken met onze concurrenten.”  

Laurent Van Thournout en een aantal collega’s: Patrik Dehouck, Jietse Dufoer, Wassim Alhaber en Yusaku Nakao.

Laat Voka je begeleiden op je duurzame innovatiereis.

Of het nu gaat om het verbeteren van je producten, het optimaliseren van je diensten of het implementeren van geavanceerde technologieën, elke stap richting innovatie kan het verschil maken. Onze Voka-experts staan klaar om jou te begeleiden en helpen je een duurzame strategie uit te stippelen die perfect aansluit bij jouw bedrijfsdoelen.
Neem contact met miel.kurris@voka.be of vind hier meer info

Contactpersoon

Miel Kurris

Innovatie - Groeitrajecten

Proximus
Wintercircus
Soundfield
Deloitte Private
XL Group
Banque de Luxembourg Belgium
ING
Mensura
SDWorx