Overslaan en naar de inhoud gaan
  • West-Vlaanderen
  • Referentieregio Zuid-West-Vlaanderen - “We hebben elkaar nodig om aan de kar te trekken”

Referentieregio Zuid-West-Vlaanderen - “We hebben elkaar nodig om aan de kar te trekken”

West-Vlaanderen
  • 12/12/2025

“Vanuit het typische streek-DNA ondersteunt onze burgemeestersconferentie de nood van bedrijven aan fysieke en mentale ruimte, de vrijheid om zonder overbodige regels te kunnen ondernemen”, zegt Ruth Vandenberghe. De burgemeester van Kortrijk engageert zich vanuit de rol van centrumstad om de referentieregio Zuid-West-Vlaanderen prominent op de economische kaart te houden.

Ruth Vandenberghe

Ruth Vandenberghe is sinds eind 2024 burgemeester van Kortrijk. Daarvoor was ze van 2020 tot 2023 waarnemend tijdens het ministerschap van titelvoerend burgemeester Vincent Van Quickenborne. Sinds een jaar neemt ze vanuit de rol van centrumstad het voorzitterschap op van de burgemeestersconferentie van Zuid-West-Vlaanderen.

Hoe vaak komen de burgemeesters samen?

“De conferentie van burgemeesters bestaat al veel langer dan de oprichting van de referentieregio’s in 2022. Dat gaat terug op een lange traditie binnen de regio Leiedal. We vergaderen één keer per maand. De samenwerking is daarbij geen doel op zich maar een middel om dingen gedaan te krijgen. Door schaalvergroting kunnen we de krachten bundelen en kennis uitwisselen, wat ons samen sterker maakt. Iedereen weet dat we buiten de Vlaamse ruit liggen, maar door samenwerking kunnen we bij de andere overheden lobbyen. Ik zeg liever ‘andere’ overheden dan ‘hogere’, omdat ik het lokale niveau minstens even belangrijk vind. Wie het dichtst bij de mensen staat, krijgt het snelst zaken gerealiseerd. Een gemeentebestuur acteert op een toneelscène en krijgt van zijn publiek meteen applaus of afkeuring. De andere overheden spelen in een film met veel productietijd en een grotere afstand tot het publiek.”

Hoe is de samenwerking tussen de steden en gemeenten gestructureerd?

“We hebben de intercommunales Leiedal (voor streekontwikkeling), W13 (welzijn), Zuidwest (cultuur), Psilon (crematorium) en IMOG (afval) en het grote regionale ziekenhuis az groeninge. Samenwerken zit echt wel in ons DNA. Daarnaast is er een tweemaandelijkse samenkomst van besturen en intercommunales in het Regionaal Afstemmingsforum (RAF). Daar worden agenda’s op elkaar afgestemd en worden rond dossiers de krachten gebundeld. Dan hebben we nog het Interbestuurlijk Overleg (IBO) van de burgemeesters met de Provincie en de Vlaamse administratie.”

Gebeurt er ook overleg met de sociale partners?

“Met het middenveld komen we samen in de Regiokamer. Ik zie erop toe dat het niet bij gesprekken blijft, maar dat we concreet aan de kar trekken om in Brussel onze streek te verdedigen. Daar ijveren we ervoor om onze ondernemers zuurstof te geven: zowel fysieke als mentale ruimte, de vrijheid om zonder overbodige regels te kunnen ondernemen. Typisch voor deze regio is ook de quadruple helix: de kruisbestuiving tussen overheid, kennisinstellingen, bedrijven en de burger. Daar kwam nog een vijfde poot bij: duurzaamheid, met aandacht voor circulair ondernemen en renovatie.”

Op welk vlak maakte de creatie van de referentieregio’s in 2022 een verschil in de dagelijkse werking?

“We hadden al een sterke traditie van samenwerking, dus merkten we weinig verandering. De referentieregio’s werden niet als een officiële bestuurlijke laag bestendigd en de Vlaamse Regering ondernam toen ook niets om de lokale structuren verder op de contouren van de referentieregio’s te richten. Daarom geven wij er zelf invulling aan door met alle niveaus te spreken. Dat geldt zowel voor de Provincie als voor de grensoverschrijdende samenwerking met Frankrijk en Wallonië. Ook daarin was deze streek met de oprichting van Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai een pionier. Voorts hebben we een unieke samenwerking met de 4 kennisinstellingen – 2 universiteiten en 2 hogescholen – binnen onder meer een ecosysteem voor de maakindustrie.”

De samenwerking is een middel om dingen gedaan te krijgen. Op die manier kunnen we bij de andere overheden lobbyen.

Ruth Vandenberghe
Ruth Vandenberghe

Hoe belangrijk is die maakindustrie nog en hoe kunnen we die sector behouden en versterken?

“Van de top 100 van maakbedrijven in ons land zijn er maar liefst 29 in deze regio gevestigd. Om dat ecosysteem op gang te houden, doen we samen met de partners inspanningen om een interessant kader te scheppen. Wanneer de kennisinstellingen talent aantrekken, dan moet je vermijden dat het weer vertrekt. Die braindrain proberen we tegen te gaan door te maken dat jonge gezinnen hier goed kunnen wonen, interessant werk vinden en een breed dienstenpakket ter beschikking krijgen. De stad Kortrijk en omgeving zijn de jongste jaren heel sterk veranderd en mede dankzij de studenten hangt er een goede vibe. De digitalisering van de maakbedrijven speelt daarbij een grote rol en we staan sterk met de – letterlijk – wereldberoemde opleiding voor de gamesector.

Voor de healthtech hebben we een grote troef met ons ziekenhuis en voor de opkomende dronetechnologie is de luchthaven Kortrijk-Wevelgem een belangrijke factor. Weet je, de mensen in deze streek zijn al generaties enorm veerkrachtig door onze geschiedenis in de vlasindustrie. Ze konden niet bij de pakken blijven zitten bij tegenslagen, veranderingen van productiemethodes of concurrentie van nieuwe producten. Ze gingen innovatief en creatief denken om telkens zichzelf heruit te vinden. Die mentaliteit van oplossingsgericht en out of the box te denken, en vervolgens te durven en te doen, zit nog steeds in het DNA van de streek, voor zowel producten als diensten. Daar mogen we trots op zijn.”

Heeft de creatieve maakindustrie de sleutel voor de toekomst?

“Een voorbeeld van de versterking van dat ecosysteem is de cocreatiehub Hangar K. Daar komen jonge starters in contact met ervaren bedrijven en kennisinstellingen, zodat ze uit de kruisbestuiving kunnen leren en hun activiteiten opschalen. De organisatie Designregio Kortrijk is de quadruple helix in de praktijk met het samenbrengen van bedrijven, kennisinstellingen, overheid en burgers, met daarbij als vijfde poot de circulariteit. Let wel: design gaat niet alleen over kunstige, mooie objecten. Mensen denken dan vaak aan meubelen en interieurdecoratie. Neen, het gaat veel breder dan dat: design thinking slaat op een manier van denken bij het ontwerpen van alle producten en diensten, dus ook in de industrie en zelfs de zorg. In 2017 verleende UNESCO de erkenning van ‘creative city of design’ aan Kortrijk, maar eigenlijk slaat dat op de hele regio.”

Welke hefbomen zijn er vanuit de hogere, pardon, ‘andere’ overheden nodig om de regio te stimuleren?

“Onlangs kregen we op onze burgemeestersconferentie het bezoek van Hilde Crevits, Vlaams minister voor Bestuurszaken, Binnenlands Beleid, Steden- en Plattelandsbeleid. We hadden een gezamenlijke agenda voorbereid om de minister te vragen om mee aan de kar te trekken voor een aantal topics die voor onze regio bijzonder belangrijk zijn. Dan kom je sowieso terecht bij mobiliteit, bijvoorbeeld de doortrekking van de R8, de toegankelijkheid van de bedrijvenzone LAR, duidelijkheid en rechtszekerheid voor de bedrijven langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk. Het is belangrijk dat we signalen geven om de regulitis te beperken, want iedereen ziet hoe welkom de Vlaamse ondernemers zijn in bijvoorbeeld Duinkerke en hoe snel daar investeringen gerealiseerd kunnen worden. Het is belangrijk dat we daar samen tegenwicht aan bieden.”

Je kunt al heel veel oplossen door samenwerkingen rond bepaalde thema’s goed te organiseren, zodat je niet tot een fusie moet overgaan.

Ruth Vandenberghe

Wat kan er qua mobiliteit gebeuren?

“We liggen wel in een hoekje van het land, maar toch zijn we bijzonder goed nationaal en internationaal bereikbaar langs zowel de weg, het spoor, de lucht en het water. Daar moeten we ambitieus voor blijven ijveren, bijvoorbeeld voor de verdere ontwikkeling van de spoorverbinding met de TGV in Rijsel. Ook de luchthaven moeten we in ere houden, want dat is een belangrijke economische motor voor het zakenverkeer. Inzake de binnenvaart is onze Leie op het Seine-Scheldenetwerk aangesloten, maar een pijnpunt blijft de vraag om opwaardering van het Kanaal Bossuit-Kortrijk. Een sector die de jongste jaren enorm aantrekt, is het toerisme. De overnachtingen voor bezoeken aan Kortrijk deinen uit tot in de omringende steden en gemeenten. Dit gebeurt zowel bij evenementen in Kortrijk Xpo, tijdens het wielervoorjaar en door regulier toerisme. Deze zomer waren er bijvoorbeeld opvallend veel Spaanse vakantiegangers. Kortrijk heeft historische bezienswaardigheden en bij de Leiewerken maakten we van de nood een deugd om de oevers aantrekkelijker te maken. Ook in de regio is er steeds meer te zien en te beleven, wat door Toerisme Leiestreek goed uitgespeeld wordt.”

Welke rol ziet u voor de centrumstad Kortrijk ten opzichte van de regio?

“Kortrijk bedient de streek met onze diensten, scholen, ziekenhuizen en culturele voorzieningen. Een keerzijde is dat we in grotere mate de uitdagingen van de streek dragen, zoals de stedelijke veiligheid en meer zichtbare armoede. Bepaalde van die problematieken verspreiden zich naar de randgemeenten, en dan kunnen we ervaringen delen en praktische oplossingen uitrollen. Ook daarvoor hebben we elkaar nodig. Mijn rol als burgemeester van de centrumstad is om in alle richtingen zo veel mogelijk mensen, bedrijven, besturen en organisaties met elkaar te verbinden. Dat is niet altijd makkelijk, maar ik ben ervan overtuigd dat je daarmee de fundamenten van de samenleving veel sterker maakt.”

Zijn er contacten met de burgemeesters van andere referentieregio’s?

“Zeker, het is altijd goed om eens over het muurtje te kijken in plaats van telkens zelf het warm water te moeten uitvinden. Ik zie bijvoorbeeld de collega-burgemeesters bij overleg tussen de verschillende afvalintercommunales en politiezones. Op Vlaams niveau komen we bijeen met de burgemeesters van de 13 centrumsteden en ook in de schoot van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) ontmoeten we elkaar. Je kunt altijd bijleren door bij elkaar te rade te gaan.”

Zijn de referentieregio’s voorbodes van gemeentelijke fusies?

“Je kunt al heel veel oplossen door samenwerkingen rond bepaalde thema’s goed te organiseren, zodat je niet tot een fusie moet overgaan. Want rationeel kunnen fusies financiële en operationele voordelen bieden, maar emotioneel gaan ze recht naar het hart van de bevolking. Veel mensen hebben schrik van verandering en bovenal houden ze van nabij contact met hun bestuur. Misschien is onze koepel Leiedal de beste vorm: een zachte manier van samenwerken waar iedereen zich goed bij voelt en waarnaast elk gemeentebestuur toch nog zijn eigen accenten kan leggen. Niettemin is het verstandig om verschillende pistes te onderzoeken en met een open vizier naar de toekomst te kijken.”

De referentieregio Zuid-West-Vlaanderen valt samen met het arrondissement Kortrijk (met de steden Harelbeke, Kortrijk, Menen en Waregem, en de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Kuurne, Lendelede, Spiere-Helkijn, Wevelgem en Zwevegem) aangevuld met de gemeente Wervik.

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie

Citymesh
Wiels
Titeca
WV - Accent
ING
SDWorx