Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 04/06/2025

Bij vergunningsaanvragen voor lozing van bedrijfsafvalwater wordt de impact van die lozing op het ontvangende water beoordeeld. VMM gebruikt daarvoor sinds 2021 het zogenaamde Wezer-stappenplan. Om de vergunningsaanvragen en adviezen voldoende juridisch robuust en toekomstgericht te kunnen onderbouwen, in lijn met de Europese Kaderrichtlijn Water, was een bijsturing nodig. VMM stuurde het stappenplan grondig bij en vernieuwde haar tools voor de impactberekening. De wijzigingen gaan in vanaf 1 juni 2025. 

De waterkwaliteit in Vlaanderen verbetert langzaam en dit mede door de inspanningen van de industrie. Metingen tonen aan dat sinds 2010 de emissies van de industrie van zuurstofbindende stoffen gedaald zijn met 30-40% en nutriënten zoals stikstof en fosfor zijn gedaald met 25-35%.  Ondanks deze verbetering dreigen we toch in de problemen te komen. Europa legt ons op om een goede toestand te halen van de waterlichamen tegen 2027. Op dit moment haalt slechts 1 van de 195 lichamen deze toestand. Bovendien kan mag er geen verdere achteruitgang zijn van de huidige toestand. Om de vergunningsaanvragen en adviezen voldoende juridisch robuust en toekomstgericht te kunnen onderbouwen, in lijn met de Europese Kaderrichtlijn Water, was een bijsturing nodig.

Onderscheid tussen bestaande en nieuwe lozingen

In het oude stappenplan was er ook al een onderscheid tussen bestaande en nieuwe lozingen. Dit blijft ongewijzigd in de gewijzigde beoordeling en wordt verder verfijnd.

  • Nieuwe lozingen, vrachtstijgingen en waterbesparings- of hergebruiksprojecten kunnen mogelijk bijdragen tot het niet halen van de doelstellingen én tevens een achteruitgang veroorzaken.
  • Bestaande lozingen zijn al als druk in een waterlichaam aanwezig en aldus verdisconteerd en zorgen dus niet voor een achteruitgang t.o.v. de huidige toestand van dat waterlichaam. Ze kunnen echter wel aanleiding geven of bijdragen tot het niet halen van de doelstellingen binnen het betreffende waterlichaam.

Deze afweging wordt parameter per parameter bekeken. 

3 vragen te beantwoorden via de impactbeoordeling 

De impactbeoordeling moet een antwoord bieden op volgende drie vragen:  

Ten eerste: Veroorzaakt het project al of niet een achteruitgang van de toestand? 

Ten tweede: Draagt de lozing bij aan het niet halen van de doelstellingen?

Ten derde: Indien wel, wordt de verbeteringsverplichting gerespecteerd? 

De beoordeling bestaat uit verschillende stappen door de aangevraagde/geplande situatie te vergelijken met de actuele situatie vóór de aanvraag (interpretatie achteruitgang is in de tijd). Concreet wordt de stroomafwaartse concentratie na volledige verdunning voor én na de aanvraag met elkaar te vergeleken.
 

Wat als er achteruitgang wordt vastgesteld of de verbeteringsverplichting niet wordt gerespecteerd? 

Nieuwe evaluatietool voor de financiële haalbaarheid te bepalen voor maatregelen die verdergaand zijn dan de best beschikbare technieken (BBT).
 
Nieuwe lozingen 

Een vergunning kan niet toegekend worden onder de huidige omstandigheden. In het kader van de volgende stroomgebiedbeheerplannen zal er bestudeerd worden of er kan gewerkt worden met een programmatische aanpak of een systeembenadering voor nieuwe lozingen. Een vergunning kan toegekend worden als ergens anders in het oppervlaktewater een minstens even grote vuilvracht wordt weggenomen zodat deze wel degelijk bijdraagt aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water, nl. dat niet alleen achteruitgang vermeden wordt maar dat ook voldaan wordt aan de verbeterverplichting. 

Bestaande lozingen 

Indien uit de impactbeoordeling blijkt dat er bij een lozing op het einde van het waterlichaam een probleem is met het halen van de doelstelling voor de betreffende parameter(s) en/of de dimensies van de berekende mengzone niet aanvaardbaar zijn, moet via de financiële draagkracht van het bedrijf bepaald worden of maatregelen verdergaand dan Best Beschikbare Technieken (BBT) zoals bron- proces- als end-of pipe zuiveringstechnieken, haalbaar zijn. Ook hier werd een evaluatietool voor opgesteld.

De evaluatie tool werkt met drie bindende criteria en drie indicatieve criteria: 

  • Criterium 1: Bereiken reductiedoel: doet de maatregel wat hij moet doen  
  • Criterium 2: Kosteneffectiviteit (KE) maatregel (€/kg verwijderd): is de voorgestelde maatregel kosteneffectief voor de verwijdering van de polluent, rekening houdend met het feit dat maatregelen nodig zijn die verder gaan dan BBT  
  • Criterium 3: Economische haalbaarheid: is de voorgestelde maatregel betaalbaar voor het bedrijf in kwestie  
  • Criterium 4 (facultatief): Vergelijking met de huidige maatregelen die reeds worden genomen  
  • Criterium 5 (facultatief): Cross-media effecten  
  • Criterium 6 (facultatief): Overige investeringen, wanneer gelijktijdige investeringen vereist zijn voor verschillende probleemparameters
     

    De tool dient gezien te worden als een hulpmiddel bij de uniforme beoordeling van de haalbaarheid van maatregelen en kan gebruikt worden bij de adviesverlening. Ongeacht de uitkomst van de methodiek en de tool, blijft er ruimte voor overleg met de adviesinstanties en expert judgement ter beoordeling van de effectieve haalbaarheid en noodzaak tot implementatie van maatregelen. Het is uiteindelijk aan de advies vergunningverlenende overheid om de vergunning af te leveren  

    Meer informatie over de nieuwe beoordeling en demoversie kan je nalezen op vmm.vlaanderen.be 

Contactpersoon

Katelijne Haspeslagh

Expert Milieu en Klimaat

imu - vzw - slimstock
imu - vzw - opt
IMU - vzw - exact
ING
Orange
Logo SD Worx