Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 03/12/2024

De start van de tweede Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen markeert een cruciaal moment voor de Europese Unie. Na maanden van politieke debatten en onderhandelingen, is het tijd voor concrete beleidsacties. Een van de meest urgente prioriteiten is de lancering van een Europese Clean Industrial Deal in de eerste 100 dagen, zoals eerder dit jaar benadrukt in de Antwerp Declaration. In dit artikel belichten we drie prioriteiten die essentieel zijn op korte termijn voor het succes van deze deal: financiering van de transitie, betere regelgeving en concurrerende energieprijzen.

1. Financiering van de transitie: de sleutel tot decarbonisering

De financiering van de industriële transitie vormt een van de grootste uitdagingen. Een belangrijk voorbeeld hier is het mogelijke uitstel van de decarboniseringsprojecten van Arcelor Mittal. De staalgigant benadrukt dat het huidige beleid ongunstig uitpakt en ziet voorlopig geen economisch levensvatbare mogelijkheid om de staalproductie in Europa te verduurzamen. Dit onderstreept de noodzaak van sterke incentives om de business case voor dergelijke projecten te versterken.

Wat is nodig? Allereerst een Europees Competitiviteitsfonds, gebaseerd op excellentie en innovatie. Dit fonds kan dienen als katalysator voor projecten die voorop lopen in duurzaamheid en technologische innovatie. Het huidige EU-crisiskader voor staatssteun moet geleidelijk worden afgebouwd en vervangen door structurele oplossingen die een gelijk speelveld creëren binnen de interne markt. Bovendien is een gerichte investeringsagenda in de komende Europese begrotingsperiode (2028-2035) essentieel om de concurrentiekracht te versterken. 

Een Europees Competitiviteitsfonds kan dienen als katalysator voor projecten die voorop lopen in duurzaamheid en technologische innovatie.

Maarten Libeer

Ook moet worden gekeken naar alternatieve manieren van financiering. Europese (Carbon) Contracts for Difference (CCfD’s) kunnen een waardevol instrument zijn om financieringshiaten bij verduurzamingsprojecten te overbruggen. De voltooiing van de kapitaalmarktenunie zou een doorbraak kunnen betekenen, waardoor grensoverschrijdende investeringen in duurzame infrastructuur eenvoudiger worden. Dit vraagt om een duidelijke en voorspelbare Europese investeringsagenda, gekoppeld aan langetermijndoelstellingen.

2. Betere regelgeving aangepast aan de realiteit van de transitie

Regelgeving speelt een cruciale rol in de energietransitie, maar incoherente en bureaucratische kaders vormen een groot obstakel. We zien meerdere grote focuspunten op korte termijn.

Ten eerste is een pragmatische aanpak dringend nodig om de problemen rond vergunningverlening te verlichten. Het gebrek aan coherentie tussen milieu- en klimaatdoelstellingen resulteert in gefragmenteerde regelgeving, die bedrijven ontmoedigt en projecten bemoeilijkt. Het harmoniseren van vergunningprocedures kan hier een belangrijke oplossing bieden door regels beter op elkaar af te stemmen, de administratieve last te verlichten en de doorlooptijd van projecten aanzienlijk te verkorten. De aangekondigde Decarbonisation Accelerator Act kan hierin een sleutelrol spelen, mits deze wetgeving gericht is op het samenbrengen van uiteenlopende regels en het stroomlijnen van processen. Door vergunningverlening te transformeren tot een faciliterend instrument, kan de energietransitie aanzienlijk worden versneld en wordt Europa aantrekkelijker voor duurzame investeringen.

Ten tweede moet veel regelgeving uit de afgelopen beleidsperiode worden aangepast aan de realiteit van de transitie om projecten niet alleen mogelijk te maken, maar juist te versnellen. Momenteel werkt de regelgeving vaak contraproductief en remt ze duurzame initiatieven af. Een duidelijk voorbeeld is de Herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED III), waar strikte definities, zoals die rond waterstof, leiden tot complexiteit en vertraging, in plaats van een soepele uitrol van projecten te ondersteunen. Ook rond CCS/CCU-projecten (waarbij CO2 wordt afgevangen of permanent opgeslagen) is een faciliterend Europees kader nodig. Daarnaast is een werkbaar Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) essentieel, waarbij er een douanetarief geldt op koolstofintensieve producten die door de EU worden geïmporteerd. Dit instrument moet eenvoudig en efficiënt zijn, zonder onnodige administratieve lasten, en zich richten op WTO-conforme exportondersteuning. Door regelgeving te vereenvoudigen en te harmoniseren, kan de energietransitie worden versneld en wordt Europa aantrekkelijker voor groene investeringen.

3. Concurrerende energieprijzen: een essentiële voorwaarde voor industrieel succes

Het gebrek aan competitieve energieprijzen zet Europa’s basisindustrie zwaar onder druk. Sectoren zoals chemie en staal, die cruciaal zijn voor de Europese economie, ervaren hun zwaarste storm sinds de financiële crisis. De elektriciteits- en gasprijzen in Europa liggen twee tot vijf keer hoger dan in de VS en Azië, wat hun concurrentiekracht en voortbestaan ernstig bedreigt.

Om dit te verhelpen, zijn zowel structurele als kortetermijnmaatregelen noodzakelijk. Structureel moet Europa versneld investeren in hernieuwbare en koolstofarme energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, ondersteund door een robuuste infrastructuur. Ook de uitbreiding van het Connecting Europe Facility-Energy (CEF-E)-fonds is hierbij van cruciaal belang.

Op korte termijn moeten oplossingen specifiek gericht zijn op de energie-intensieve industrie. Gerichte maatregelen zoals het uitbreiden van compensatieregelingen voor indirecte emissiekosten onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS) en het faciliteren van langetermijncontracten voor goedkopere energie (bijvoorbeeld via Power Purchase Agreements - PPA’s) kunnen directe verlichting bieden. 

Daarnaast is het afbouwen van het EU-crisiskader voor staatssteun noodzakelijk om een gelijk speelveld te herstellen en prijsverschillen tussen lidstaten te verminderen. Het waarborgen van betaalbare energie is niet alleen een economische noodzaak, maar ook een strategische prioriteit voor het behoud van Europa’s industriële ruggengraat.

Conclusie: tijd voor visie en daadkracht

Von der Leyen II staat voor een unieke kans om Europa’s industrie toekomstbestendig te maken. De Clean Industrial Deal kan het verschil maken, mits deze gebaseerd is op investeringen, eenvoudige en coherente regelgeving en een duidelijke focus op competitieve energieprijzen. Alleen met een ambitieuze en samenhangende aanpak kan Europa haar klimaatdoelen halen én haar economische positie versterken.

 

Contactpersoon

Maarten Libeer

Expert EU Affairs

imu - vzw - slimstock
imu - vzw - opt
ING
Orange
Logo SD Worx