Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 04/09/2025

Terwijl de inflatie in ons land vorig jaar tussen 3 en 4% bleef hangen, halveerde die de voorbije maanden. In januari bedroeg de inflatie nog 4,1%, in augustus was deze teruggezakt tot 1,9%. En de neerwaartse trend is nog niet voorbij. Dat is in belangrijke mate te danken aan de energieprijzen. 

Uitgedrukt in euro zakte de Europese olieprijs sinds begin dit jaar met 22%, en de Europese gasprijs met 36%. Daarnaast dragen ook de slabakkende economische groei, de sterkere euro en de beperkte loonstijging bij tot de lagere inflatie. Volgens de nieuwste vooruitzichten van het Planbureau koelt de inflatie de komende maanden verder af. In januari zou die uitkomen op 1,1%. Voor heel 2026 zou de inflatie gemiddeld 1,4% bedragen. Na de spectaculaire inflatieschommelingen van de voorbije jaren keren we daarmee eindelijk terug naar meer normale inflatiecijfers

Beperktere indexering

De lagere inflatie heeft uiteraard rechtstreekse gevolgen voor de loonindexering. Die zal lager uitvallen dan de voorbije jaren. Voor de sectoren die de spilindex (die ook geldt voor de publieke sector) volgen: die spilindex werd in januari overschreden en zou de volgende keer in januari 2026 overschreden worden (en daarna niet meer in 2026). Voor de bedrijven die jaarlijks één keer indexeren in januari (van toepassing voor een klein miljoen werknemers) zou de indexering in januari 2026 uitkomen op 2%, en in januari 2027 op 1,5%. Voor de bedrijven die doorheen het jaar indexeren op andere ritmes (maandelijks, per kwartaal…) zal de indexering op jaarbasis ook in die buurt uitkomen. 

Geen marge voor reële loonstijging

Ondertussen is het overleg over een loonakkoord voor 2025-2026 op sectorniveau aan de gang. De loonnorm gaf al aan dat er voor deze periode geen ruimte is voor loonstijgingen bovenop de indexering, dit om de eerdere sterkere loonstijgingen bij ons in vergelijking met de buurlanden te compenseren. 

De federale regering opende wel de mogelijkheid om de maaltijdcheques met 2 euro te verhogen (voor de periode 2027-2028 zou dan nog eens een verhoging met 2 euro mogelijk zijn, maar dat moet nog bevestigd worden). Daartegenover zou wel een verhoogde fiscale aftrek staan, maar die blijft al bij al beperkt. Of die 2 euro verhoging ook effectief toegepast wordt, moet vooral op bedrijfsniveau onderhandeld worden. Gemiddeld impliceert 2 euro per dag extra een verhoging van de loonkost met 0,5%. 

Aanhoudende loonhandicap

Volgens de jongste vooruitzichten van de OESO zouden de loonkosten in ons land in de periode 2025-2026 net iets minder stijgen dan gemiddeld in de buurlanden. Daarmee blijft de loonhandicap van onze bedrijven ten opzichte van hun belangrijkste buitenlandse concurrenten min of meer overeind. 

Volgens Eurostat lag de loonkost per uur in ons land in 2024 gemiddeld 8,5% hoger dan die in de buurlanden. Die handicap zal dus nog niet meteen weggewerkt worden. In die zin gaf 47% van de respondenten in de jongste Voka-enquête (van 25 augustus bij 600 Vlaamse ondernemingen) aan dat loonkosten een belangrijke bezorgdheid blijven (enkel gebrek aan vraag scoorde nog hoger). Voor de industriële bedrijven in de enquête was het zelfs de belangrijkste bezorgdheid. Blijvende aandacht voor de kostencompetitiviteit van onze bedrijven blijft dan ook een belangrijk punt. 

Contactpersoon

imu - vzw - brussels airport
imu - vzw - opt
imu vzw - cirque
ING
Orange
SDWorx