Op welke manier zal de Vlaamse regering in haar tweede jaar het verschil maken voor de Vlaamse ondernemingen? Met die bril lezen we bij Voka de Septemberverklaring die de Vlaams minister-president maandag 22 september uitsprak. Hoe beoordelen we de aandacht voor talent?
De kwaliteit en organisatie van het onderwijs moet omhoog
De Septemberverklaring roemt historische knappe koppen als illustratie en voorbeeld hoe Vlaanderen innovatief en pionierend was én kan zijn in de toekomst van morgen. Wil Vlaanderen ook morgen die vindingrijkheid aan de dag leggen en meer economische groei realiseren, dan moet ons onderwijs, zowel kwaliteit als organisatie beter zijn dan vandaag.
Binnen het onderwijsdomein dient daarbij vooral de focus uit te gaan naar het secundair onderwijs. Voka verwacht van de regering dat er werk wordt gemaakt van een rationalisering in de veelheid aan studierichtingen in het secundair onderwijs met het oog op meer kwaliteit en betere resultaten. De veelheid aan STEM-actieplannen leveren alsnog niet de verhoopte kentering en in globo moet de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt beter. Daarin past ook een echte realisatie van de herwaardering van het praktijkgericht onderwijs.
Onze arbeidsmarkt heeft nood aan een krachtig talentoffensief
Talentontwikkeling beperkt zich niet tot het onderwijs en leerplichtigen maar is een essentiële hefboom om de (nog niet) werkende beroepsbevolking productief aan het werk te brengen en houden. Kennis, vaardigheden en futureproof skills zijn onontbeerlijk voor toekomstige groei en welvaart. Op dit vlak blijft het Septemberakkoord stil hoe het wil inzetten op de knappe koppen van morgen.
Er zijn binnen het ‘Levenslang Leren’ afgelopen tijd besparingen gerealiseerd maar het geheel mist visie. Het is uitkijken naar de lopende uitgavetoets maar dit mag de regering niet verhinderen werk te maken van een ambitieus plan dat de bevolking up- en reskilled met een breed uitgerold Talentoffensief.
Samen met het ontwikkelen van mensen staat Vlaanderen ook voor een grote activeringswerf nu de werkloosheidsuitkeringen beperkt worden in de tijd en de federale plannen evolueren in de richting van activering van langdurig zieken. Dit vraagt om een bijzonder performante en wendbare VDAB die presteert op weloverwogen kerntaken en een sterke dienstverlening aanbiedt aan werkzoekenden én werkgevers. Tijd voor een ambitieuze beheersovereenkomst.
De actuele hervorming van de Individuele Beroepsopleiding (IBO) is alvast een belangrijk signaal op een belangrijk moment. De succesformule van weleer krijgt nieuw leven ingeblazen en biedt dus de opportuniteit om nog meer en beter te worden ingezet op de om- en bijscholing van de arbeidsreserve. Voka vraagt dat VDAB daar nu actief mee aan de slag gaat en het promoot bij ondernemingen.
Meer middelen voor zorg, maar preventie en innovatie blijven achter
Het optrekken van de zorgpremie is een goede zaak. De vergrijzende Vlaming verwacht voldoende en kwalitatieve ouderenzorg. Met de Zorgverzekering wordt alvast het verzekeringsprincipe gehonoreerd, rekening houdend met het feit dat volgens de OESO de eigen bijdragen voor ouderenzorg op de helft ligt van het EU-gemiddelde.
Daarentegen ontbreekt het evenwel aan een duidelijke beleidslijn omtrent preventie en innovatie. Deze zijn nochtans essentieel om de toekomstige meeruitgaven onder controle te houden. Mocht de 5%-preventienorm worden gehanteerd zouden uitgaven immers moeten stijgen van 85 naar 875 miljoen euro.
Het budget voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin stijgt met een half miljard verder naar 18.3 miljard euro. De regering wil inzetten op het wegwerken van wachtlijsten en uitbreiden van kinderopvang en dat is nodig maar niet voldoende. Het is ook nodig dat wordt ingezet op digitalisering en databeleid alsook geïntegreerde zorg die schaalvoordelen doet ontstaan in de zorg over sectoren heen. Dit moet toelaten om nog meer efficiëntie en zorg te realiseren.
Tot slot kiest de regering terecht voor het schrappen van de schoolbonus in het Groeipakket. Dat pakket richt zicht immers te breed op iedereen in plaats van selectief in te zetten op groepen die hieraan het meeste nood hebben.