Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 18/12/2025

Ondanks heel wat spectaculair nieuws, onder meer de Russische agressie, Trump en zijn handelsoorlog en moeilijke onderhandelingen binnen de Belgische regering, blijft het economische plaatje de jongste jaren vrij saai. De voorbije drie jaar groeide de Belgische economie aan een opmerkelijk stabiel tempo van iets meer dan 1% per jaar. Dat is magere, maar wel positieve groei. Het ziet er niet naar uit dat daar in 2026 grote verandering in komt. Het meest waarschijnlijke scenario voor volgend jaar is meer van hetzelfde, meer ‘saaie’ vooruitzichten dus. 

1. Aanhoudend magere groei 

De Belgische economie groeit nu al drie jaar op rij aan 1,1% per jaar, met opmerkelijk weinig variatie rond dat gemiddelde. Op zich is het vrij ongebruikelijk dat onze economie over een langere periode zo’n stabiele groeicijfers kan voorleggen. Maar de beschikbare voorlopende indicatoren geven aan dat die lijn in 2026 rustig doorgetrokken wordt. Er zijn wat bescheiden tekenen van beterschap, onder meer een zeker vertrouwensherstel in de industrie en positieve verwachtingen bij de consument, maar er blijven ook heel veel vraagtekens, onder meer rond de vertraging van de Amerikaanse economie en de perspectieven voor de internationale handel. Het ziet er niet naar uit dat we aan de vooravond staan van een spectaculaire groeiversnelling, maar evenmin lijkt een nieuwe recessie in aantocht. Zonder nieuwe verrassingen ligt de Belgische economie ook in 2026 op koers voor een groei tussen 1 en 1,5%

2. Inflatie onder 2%

De inflatie bleef de voorbije jaren hangen op een te hoog niveau. In de loop van 2025 zakte die dan wel naar zo’n 2%. En die neerwaartse trend zet de komende maanden nog wat door. In 2026 zal de inflatie schommelen tussen 1,5 en 2%. Dat zou ook terug een normalere indexering van minder dan 2% voor het volledige jaar impliceren. Met haar centenindex wil de regering daar nog een stuk van afdoen. Maar het blijft voorlopig onduidelijk hoe dat concreet uitgewerkt zal worden. De bedoeling is om die vrij complexe kwart indexsprong al in 2026 toe te passen, maar het blijft wel nog even wachten op de concrete modaliteiten. Hoe dan ook wordt 2026 een jaar met terug een vrij ‘normale’ loonindexering.

3. Industrie blijft het moeilijk hebben

Voor de industrie, en zeker voor de energie-intensieve industrie, was 2025 opnieuw een moeilijk jaar. Het ondernemersvertrouwen in de industrie is de voorbije maanden wel wat verbeterd, maar dat betekent nog niet dat alles goed komt in de sector in 2026. Vooral de energie-intensieve takken van de industrie, zoals chemie en staal, worden nog altijd geconfronteerd met een belangrijke energiehandicap waar ze maar moeilijk mee om kunnen. Dat soort activiteiten staat in ons land voor existentiële keuzes. Voor de hele industrie wordt 2026 meer dan waarschijnlijk opnieuw een moeilijk jaar, hoewel de dynamiek minder slecht zou moeten zijn dan de voorbije jaren.

4. Voortkabbelende arbeidsmarkt 

Samen met de vrij lage economische groei schakelde ook de arbeidsmarkt de voorbije jaren wat terug. In totaal kwamen er wel nog altijd jobs bij, met een groot deel daarvan in de publieke sector (in ruime zin). Ook in 2026 blijft de totale werkgelegenheid toenemen, zij het aan een relatief bescheiden tempo. De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, volgens sommigen het koninginnenstuk van deze regering (maar in feite gewoon het overnemen van wat in andere landen al veel langer gangbaar is), zal daarbij niet meteen voor een spectaculaire versnelling zorgen. 

5. Stabiele rente

De renteverlagingscyclus van de ECB ligt achter de rug. De combinatie van positieve economische groei en een inflatie net onder 2% suggereert dat de ECB haar beleidsrente voor geruime tijd op het huidige niveau kan houden. Voor de rente op langere looptijden zijn er wel wat risico’s, onder meer de grote begrotingstekorten en het gedoe rond de leiding van de Amerikaanse centrale bank. Belangrijke landen, zoals de VS, China, Frankrijk en het VK, kampen met onhoudbaar grote begrotingstekorten. Op termijn dreigt dat voor opwaartse druk op de rente te zorgen, maar allicht is dat eerder iets voor de komende jaren. Daarnaast kan de vervanging van de baas van de Amerikaanse centrale bank, en de mogelijkheid van politieke inmenging in het monetaire beleid door Trump, voor onrust zorgen. 

Het ziet er niet naar uit dat daar in 2026 grote verandering in komt.

6. Nieuwe begrotingsoefening Arizona

De federale regering kwam de voorbije maanden pijnlijk moeizaam tot een akkoord over de begrotingsinspanningen voor de komende jaren. Vrij snel zal duidelijk worden dat daarmee onze overheidsfinanciën nog lang niet terug op de rails staan. Daarvoor zullen nog extra inspanningen nodig zijn. Hoe langer de regering daarmee wacht, hoe moeilijker het zal worden om nog ernstige maatregelen te nemen. Daarom kan ze best in 2026 al werken aan extra maatregelen, ook al zal dat politiek ongetwijfeld moeilijk liggen. 

7. België als stakingskampioen

België hoorde de voorbije jaren al bij de Europese kopgroep qua aantal stakingsdagen. In 2025 werd daar nog een serieuze schep bovenop gedaan, en in 2026 wordt die lijn meer dan waarschijnlijk doorgetrokken. In plaats van mee te werken aan realistische oplossingen voor de uitdagingen waar we voor staan, blijven de vakbonden vooral teruggrijpen naar voorstellen voor extra belastingen. Dat patroon zal in 2026 niet veranderen. Nieuwe stakingsgolven in Frankrijk zijn zowat het enige dat ons land van de titel van Europees stakingskampioen kan houden. 

8. Zwaar verlies voor Trump in de midterms 

In de herfst staan in de VS de tussentijdse verkiezingen op de agenda. De huidige dynamiek in de peilingen suggereert dat Trump daarbij op zwaar verlies afstevent. De combinatie van lagere economische groei en oncomfortabel hoge inflatie in de VS zal daartoe bijdragen. Naarmate de druk op Trump toeneemt, dreigt die nog erratischer uit de hoek te komen. Dat worden dan allicht nog meer stoere verklaringen en verrassende koerswijzigingen, allicht met almaar minder impact. 

9. Vooruitgang voor de Europese interne markt

In een moeilijker internationaal klimaat, met grote economische blokken die vooral op zichzelf focussen, ligt de kortste weg naar meer economische groei in Europa in de verdere afwerking van de interne markt. Die analyse is al langer gekend, en werd met het Draghi-rapport nog eens extra in de verf gezet. Ook politiek wordt die analyse gedeeld, maar nu wordt het tijd om eindelijk concrete stappen op dat vlak te zetten. Politiek gezien is er een grote kans dat het bij wishful thinking blijft, maar 2026 moet echt het jaar worden om dit in gang te zetten. 

10. Een dubbel jaar voor AI

2025 was al het jaar van AI, en ook die lijn wordt in 2026 doorgetrokken, zij het allicht wat dubbel. Enerzijds worden er meer en meer vragen gesteld bij de gigantische investeringen in de AI-wedloop van de techreuzen. Meer dan waarschijnlijk zullen niet al die investeringen houdbaar blijken, en zitten er wel wat barsten in dat verhaal aan te komen in 2026. Anderzijds gaan bedrijven gewoon door met het integreren van AI-toepassingen in hun werking. In 2021 maakte 28% van de grote Europese bedrijven (meer dan 250 werknemers) gebruik van minstens één AI-toepassing, in 2025 was dat al 55%. Belgische bedrijven horen bij de koplopers in Europa met 76%. Die AI-uitrol gaat alleen maar verder, en moet ook veel meer opgepikt worden door de kmo’s (33% in 2025).   

Contactpersoon

imu - vzw - breda
imu - vzw - orange
ING
Orange
SDWorx