Het is al meer dan 150 jaar geweten dat sommige astmapatiënten slijmproppen boordevol Charcot-Leyden kristallen in hun longen hebben. Toch was er tot voor kort amper onderzoek gedaan naar de rol van deze gekristalliseerde eiwitten. Helena Aegerter en haar collega’s van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) doken in het slijm en kwamen tot vernieuwende inzichten. Die hebben geleid tot een overwinning op het Voka Innovatiecafé 2024 én vooral tot een mogelijke behandeling van eosinofiel astma.

De winnares van Voka Innovatiecafé 2024 Helena Aegerter werkt als postdoc onderzoeker aan VIB
Tekst Kristina Rybouchkina – foto Jeroen Willems
Slijm – in de medische wereld ‘mucus’ genoemd – speelt een onmisbare rol op verschillende plekken in ons lichaam. “Zo vormt het slijm tussen onze neusholte en onze lagere luchtwegen een erg belangrijk beschermingsmechanisme tijdens het ademen. Met elke teug lucht inhaleren we namelijk veel potentiële ziekteverwekkers. Ons slijm houdt die tegen en zorgt ervoor dat we de pathogenen inslikken of ophoesten, waardoor ze onschadelijk worden gemaakt. Als alles goed gaat, tenminste. Mensen die lijden aan taaislijmziekte hebben bijvoorbeeld te taai slijm, waardoor de bacteriën of virussen blijven vastzitten en net voor infecties zorgen. Bij astmapatiënten kan abnormaal slijm dan weer proppen vormen in de longen”, vertelt Helena Aegerter.
De gepassioneerde onderzoekster verhuisde uit Groot-Brittannië naar Gent om aan het VIB te helpen zoeken naar een behandeling van slijmproppen bij astma, na een ontmoeting met prof. Bart Lambrecht. “Toen we elkaar in 2018 leerden kennen op een conferentie was zijn team al onderzoek naar slijmproppen aan het voeren. Omdat ik geïntrigeerd was en mijn doctoraat ten einde liep, besloot ik me kandidaat te stellen voor een postdoc.”
Argenx als partner
Professor Lambrecht, zijn collega-professor Savvas Savvides en hun team hadden op dat moment net een belangrijke doorbraak achter de rug, die ook gepubliceerd werd in het prestigieuze wetenschapsblad Science. Hoewel wetenschappers al lang wisten dat in slijmproppen in de longen van astmapatiënten soms Charcot-Leyden kristallen aanwezig zijn, wist niemand wat ze daar deden. De VIB-onderzoekers waren er nu in geslaagd om de exacte structuur van de microscopisch kleine kristallen te ontrafelen. Zo ontdekten ze dat de kristallen, gevormd uit het eiwit Galectin-10, enerzijds ontstekingen in de hand werken en dus astma-aanvallen erger maken, en anderzijds fungeren als een soort wapening in de slijmproppen waardoor hun structuur taaier wordt. Bovendien had het team in samenwerking met biotechbedrijf argenx een middel gevonden dat deze kristallen in een labo kon oplossen, wat de deur opende naar een behandeling van het specifieke soort astma waarmee ze gepaard gaan: eosinofiel astma. “Dat was baanbrekend, want hoewel er al heel doeltreffende medicatie voorhanden was tegen ontstekingen en gevoelige luchtwegen bij patiënten, was er nog geen enkel middel dat slijmproppen klein kon krijgen”, legt Helena uit.
Van labo naar mens
Voor een nieuw geneesmiddel bij mensen kan worden toegediend, is uiteraard veel meer research nodig. Toen Helena het team vervoegde, beet ze zich daar meteen in vast. “De reden waarom er lange tijd zo weinig geweten was over Charcot-Leyden kristallen, is omdat het moeilijk is om ze uit de longen van patiënten te halen om ze te bestuderen. Daarom trok ik samen met prof. Lambrecht voor een jaar naar The Fahy Lab in San Francisco, een laboratorium geleid door dr. John Fahy dat zich al langer toelegt op onderzoek van slijmproppen bij taaislijmziekte en astma. Daar maakten we kennis met hun techniek om met behulp van CT-scans en algoritmes de longen van patiënten in kaart te brengen, om te weten hoeveel slijm er zich daar bevindt en op welke plaatsen proppen blokkades veroorzaken. We leerden ook hoe zij stalen van die proppen - die soms al jàren aanwezig zijn - afnemen via bronchoscopieën. En we kregen toegang tot heel wat informatie, zoals preparaten van longen vol slijm na fatale astma-aanvallen.”
De inzichten die daaruit voortvloeiden, zorgden er onder meer voor dat Helena en haar collega’s een preklinisch muismodel konden ontwikkelen voor hun potentieel geneesmiddel. Dat liet toe om het na de succesvolle testen in het labo (‘in vitro’) ook te testen in muizen (‘in vivo’) en verder op punt te stellen. “Dat model ontwikkelen was heel uitdagend, omdat we een manier moesten vinden om slijmproppen met Charcot-Leyden kristallen in de muizen te krijgen voor we de effecten van ons middel konden onderzoeken. Slijm dat te taai is, krijg je niet in een dier. Maar slijm dat te vloeibaar is, creëert geen proppen”, schetst Helena. “Uiteindelijk konden we dankzij Richard Hoogenboom en zijn team onderzoekers aan de UGent een nieuw soort shear-thinning gel gebruiken die vloeibaar is zolang je hem pipetteert, maar verhardt eens je hem loslaat, waardoor er een prop ontstaat. Zonder die samenwerking waren we nooit tot een oplossing gekomen.”
Na succesvolle muisproeven lonkt nu de volgende fase in het onderzoek: testen bij mensen. “Al was er nog een uitdaging die we eerst moesten omzeilen: we moesten een manier vinden om te weten te komen welke astmapatiënten Charcot-Leyden kristallen in hun slijmproppen hebben. Want het eiwit Galectin-10 kristalliseert niet bij iedereen.”
Op de diagnostische tool die Helena hiervoor ontwikkelde is ze misschien nog het meest trots, want die leverde haar enkele patenten op. “Ik ben er ‘uitvinder’ mee geworden en dat is best cool”, lacht ze. “Concreet zijn we nu in staat om mensen antilichamen toe te dienen met een soort label. Heeft iemand Charcot-Leyden kristallen in zijn longen, dan gaan de antilichamen ernaartoe, en worden ze zichtbaar op een PET-scan. Zo kunnen we op een niet-invasieve manier makkelijk testen wie in aanmerking komt voor een behandeling met ons middel.”
Van het onderzoekscentrum naar de bedrijfswereld
Bij de ontwikkeling van het preklinische muismodel en de diagnostische tool kregen Helena en haar collega’s steun van het ‘Business Development team’ van het VIB. “Het departement ‘Discovery Sciences’ geloofde erg in ons en leerde ons alles over patenten, maar ook over hoe je wetenschappelijke inzichten deelt met het grote publiek. Hoe verkoop je bijvoorbeeld jouw verhaal aan een bedrijf? Of aan investeerders, als je een start-up wil beginnen? Er komt tenslotte heel wat bij kijken om van een interessante wetenschappelijke observatie in het labo tot een tastbaar geneesmiddel in de buitenwereld te komen.”
Die kennis kwam Helena goed van pas tijdens het Voka Innovatiecafé in mei 2024, waarop ze haar bevindingen van de voorbije jaren deelde. Ze is heel blij dat ze de overwinning in de wacht kon slepen en vond het een boeiende oefening. “Het blijft elke keer opnieuw zoeken naar hoe je jouw onderzoek begrijpelijk uitlegt aan én boeiend maakt voor mensen die niet thuis zijn in jouw discipline. Dat is ook de reden waarom ik heb deelgenomen: de ervaring die ik heb opgedaan komt zeker nog van pas bij toekomstige presentaties.”
Slijm onderzoeken is niet sexy, maar het kan levens redden”
Helena Aegerter, postdoc onderzoeker aan VIB
Meer aandacht voor slijm
Dit concrete onderzoek pitchen aan bedrijven is niet meer nodig. “Argenx was al betrokken als partner bij de beginfase van het project. Doordat de latere resultaten van het preklinisch onderzoek zo goed waren, kon het bedrijf bijna niet anders dan beslissen om een grotere rol op te nemen. Recent heeft argenx ons project dus geïnternaliseerd.” Dat betekent dat het VIB en argenx op dit moment samen het kandidaat-geneesmiddel voor astmapatiënten verder aan het ontwikkelen zijn. “Wanneer de eerste testen met patiënten kunnen starten zal afhangen van argenx, maar het is geen verre toekomstmuziek meer. En dat is ongelofelijk spannend. Charcot-Leyden kristallen komen voor bij de zwaarste vorm van astma. Op zich gaat het om ‘slechts’ zo’n tien procent van de astmapatiënten, maar het zijn net die patiënten die het meest onder de ziekte te lijden hebben, de hoogste kans hebben op een fatale aanval en die ook verantwoordelijk zijn voor ruim 50 procent van alle hospitalisatiekosten gerelateerd aan de ziekte.”
Omdat het potentiële geneesmiddel sowieso lang niet elke vorm van astma zal kunnen aanpakken, zal Helena het verhaal rond haar bevindingen echter wél massaal blijven delen. “Slijm is echt onderbelicht in onderzoek. Omdat de medische sector er vaak van uitgaat dat behandelingen er toch geen effect op hebben, wordt er zelden naar gekeken. Maar als we meer aandacht aan slijm besteden, kunnen we er ongetwijfeld wél invloed op gaan uitoefenen. Stilletjes aan begint dat te dagen. Er is zelfs een ‘mucus community’ ontstaan van wetenschappers die rond slijm werken, voor wie ik volgend jaar een bijeenkomst organiseer in Gent. We willen de mogelijkheden van slijm namelijk echt onder de aandacht brengen. Het is misschien niet het meest sexy thema om je over te buigen, maar er is zoveel over te ontdekken… En dat kan een grote impact hebben op de gezondheid van heel wat mensen.”
(lees verder onder de foto)

De Britse Helena verhuisde naar Gent om aan het VIB te helpen zoeken naar een behandeling van slijmproppen bij astma.
Dankzij onze diagnostische tool mag ik mezelf ‘uitvinder’ noemen en dat is best cool”
Helena Aegerter, postdoc onderzoeker aan VIB
Mama’s in de wetenschap
Verder wil Helena meer bewustzijn creëren rond een uitdaging waar veel vrouwen in de wetenschap tegenaan botsen. “Midden in mijn onderzoek ben ik mama geworden en dat heeft een grote impact gehad op mijn werk, omdat ik bijna twee jaar lang geen enkel labo mocht betreden”, legt ze uit. “Uiteraard kan je tijdens je zwangerschap en borstvoedingsperiode niet alle taken blijven doen, aan sommige processen met bijvoorbeeld chemische stoffen zijn nu eenmaal risico’s verbonden. Maar dat geldt absoluut niet voor al het labowerk. Als postdoc aan de UGent moest ik echter hun strikte regels volgen. In ons team zitten heel wat labtechnici die het labowerk van me konden overnemen, maar niet iedereen heeft dat geluk. Omdat ik dat discriminerend vond heb ik een survey gelanceerd, die bevestigde dat andere vrouwen in de wetenschap met hetzelfde probleem worstelen. Sommigen slagen er door hun familiale situatie niet in om tijdig hun onderzoek af te ronden, omdat financiële steun slechts voor een beperkte periode wordt toegekend.”
“Daarom ben ik de voorbije jaren in gesprek gegaan met andere instituten en bedrijven uit de sector over de manier waarop zij aan risico-assessment doen. Die bevindingen heb ik gedeeld met de unief. Petra De Sutter, sinds oktober de nieuwe rector van de UGent, liet weten dat ze dezelfde visie deelt en zal proberen hier tijdens haar ambtstermijn verandering in te brengen. Ook het VIB en de decanen van de faculteit Wetenschappen en faculteit Geneeskunde steunen deze kwestie. Het zou mooi zijn als het zou lukken om verandering te brengen en als de hele sector de nodige aandacht aan dit onevenwicht zou geven.”
Laat Voka je begeleiden op je duurzame innovatiereis.
Of het nu gaat om het verbeteren van je producten, het optimaliseren van je diensten of het implementeren van geavanceerde technologieën, elke stap richting innovatie kan het verschil maken. Onze Voka-experts staan klaar om jou te begeleiden en helpen je een duurzame strategie uit te stippelen die perfect aansluit bij jouw bedrijfsdoelen.
Neem contact met emmeline.byl@voka.be of vind hier meer info








