Wim De Waele, voorzitter van Voka Oost-Vlaanderen, opent het debat in ons magazine Ondernemers.
Vorige maand verbleef ik een paar dagen in Genua, de aloude rivaal van Venetië, waarmee het in de middeleeuwen een heftige strijd uitvocht om de controle van de handelsroutes naar het Oosten. Beide steden werden schatrijk door deze handel en hun roemrijke verleden vertaalde zich in indrukwekkende palazzo’s en musea waar we nu nog onze ogen uitkijken. Maar Genua is ook nu nog een grote industriële haven terwijl het Venetië uit de Renaissance vrijwel intact bewaard is gebleven en ervan profiteert, maar ook zucht onder de dertig miljoen toeristen die het jaarlijks moet verwerken.
In Genua is de industriële haven uitgebouwd in de zee, net voor de oude stad, en dat zorgt ervoor dat deze ‘ruwe’ stad niet hetzelfde instagram appeal heeft. Je wordt er als toerist constant geconfronteerd met de economische motor van de stad en die ziet er nu eenmaal niet altijd uit als een postkaartje. In Gent is dat anders. Als je als toerist door onze middeleeuwse kern slentert of als weldenkende inwoner met je bakfiets door de fietsstraat rijdt naar de balletles van je kinderen, zou je al eens durven vergeten dat de welvaart van onze stad voor het grootste deel gecreëerd wordt in het noordelijke havengebied rond het Kanaal Gent-Terneuzen. Out of sight, out of mind. Goed voor het toerisme natuurlijk, maar je hoeft geen rekenwonder te zijn om in te zien dat de Graslei niet groot genoeg is om dezelfde economische impact te genereren als onze haven. De welvaart van Gent en de regio wordt niet aan de Graslei maar aan de dokken gemaakt.
De welvaart van Gent en de regio wordt niet aan de Graslei maar aan de dokken in onze haven gemaakt.
Wim De Waele, voorzitter Voka Oost-Vlaanderen
In het HITT-plan dat Voka Oost-Vlaanderen recent lanceerde, is één van de arena’s de (her)industrialisatie van onze economie. De rol die North Sea Port daarin speelt is cruciaal: de haven is goed voor 550 bedrijven en 106.000 jobs, en met 12,7 miljard euro toegevoegde waarde de derde haven van Europa. North Sea Port is geen grote containerhaven zoals Antwerpen of Rotterdam maar een industriële cluster die sinds de jaren zestig is uitgebouwd rond maritieme toegankelijkheid. Werken bij Volvo of ArcelorMittal is een begrip in het Gentse en deze bedrijven zorgen voor een groot deel van de kwalitatieve tewerkstelling in onze regio. Er zijn daarnaast vele kleinere innovatieve industriële bedrijven zoals ABC Engines of Christeyns, die weinigen kennen maar top zijn in hun niche. Mijn excuses bij voorbaat voor alle bedrijven die ik hier niet vernoem.
Eigen aan de grotere bedrijven is dat ze behoren tot mondiale concerns en dat de beslissingscentra grotendeels in het buitenland liggen. Maar ook de kleinere bedrijven concurreren wereldwijd. Door hun productiviteit en kwaliteitsbewustzijn zijn ze tot nu toe overeind gebleven in de mondiale concurrentie, maar dat betekent niet dat alles rozegeur en maneschijn is. De recente ontslagen bij BASF Antwerpen geven aan hoe voor vele Belgische industriële vestigingen het water aan de lippen staat. Daarom is het zo onrustwekkend dat velen niet beseffen hoe de energiekosten en de overmatige regulering deze activiteiten bedreigen. Het overeind houden én opstarten van nieuwe toekomstgerichte industriële projecten zijn in de nieuwe geopolitieke context nochtans cruciaal. Zeker in Europa.
Lees verder onder foto

Omdat de rest van de wereld onze CO2-neutrale ambities voorlopig niet volgt, wordt het een delicate oefening in realiteitszin om onze industrie overeind te houden en toch de juiste, duurzame koers aan te houden. Daar horen geen taboes bij en de overheid zal dit moeten faciliteren. Ook moet die overheid blijven investeren en vergunningen toekennen voor nieuwe technologieën, zoals voor carbon capture, waarbij de vloeibare CO2 via pijpleidingen wordt afgevoerd, of voor de nieuwe generatie van nucleaire technologie, de zogenaamde SMR’s.
Ik heb zelf mijn ganse loopbaan in de meer virtuele softwaresector gewerkt, maar zal als eerste pleiten voor een evenwichtige, economische groei over alle sectoren heen.
De lichten moeten blijven branden, maar evenzeer de hoop op kwaliteitsvol werk voor alle lagen van de bevolking. Een samenleving zonder industrie verliest niet alleen productie, maar ook perspectief op vooruitgang.







