De PV-verplichting zorgt voor grote bezorgdheid bij bedrijven. Ondernemingen riskeren boetes als ze tegen 30 juni volgend jaar niet aan de verplichting voldoen, zelfs wanneer ze al fors investeren in duurzame oplossingen. Voka en federaties Agoria Vlaanderen, Belgische Baksteenfederatie, Denuo, Energia, essenscia Vlaanderen, Febeliec, Fedustria, Fevia Vlaanderen, inDufed en Staalverbond verzoeken als vertegenwoordigers van de brede Vlaamse industrie om een werkbaar kader.
De PV-verplichting maakt dat tegen 30 juni 2025 zonnepanelen verplicht zijn op gebouwen waar de elektriciteitsafname hoger is dan 1 gigawattuur per jaar, afgaande op het verbruik van het jaar 2021. Het gaat om duizenden industriële afnemers die onder de verplichting vallen. Om aan de verplichting te voldoen, zijn grootschalige investeringen in fotovoltaïsche zonnepaneelinstallaties nodig waarvan de kostprijs in de miljoenen euro’s kan lopen en waarvan de realisatietermijn vele maanden in beslag kan nemen.
We zijn van mening dat een technologieneutrale aanpak het uitgangspunt moet zijn van een overheid om de omslag te maken naar een koolstofneutrale maatschappij op termijn.
Het Vlaams Regeerakkoord spreekt expliciet over een technologieneutrale benadering wat betreft energiebeleid. Er is bovendien geen Europeesrechtelijke bepaling die een ‘PV-plicht’ oplegt. Die uitgangspunten wensen we ten volle te onderschrijven. We zijn van mening dat een technologieneutrale aanpak het uitgangspunt moet zijn van een overheid om de omslag te maken naar een koolstofneutrale maatschappij op termijn. Bedrijven zouden de vrijheid moeten hebben om zelf te kiezen welke technologie voor hen het meeste rendeert om de energietransitie zo kostenefficiënt mogelijk te maken.
Daarnaast willen we aanstippen dat de ruimere context sterk veranderd is ten opzichte van de achtergrond bij de opmaak van de PV-verplichting. PV blijft een belangrijk onderdeel van de energietransitie, maar is niet voor elk bedrijf de ‘silver bullet’ en kent ongewenste neveneffecten, zoals overproductie.
Werkbaar kader
Er zijn een pragmatische aanpak en realistischere implementatietijdlijn nodig. We waarderen de openheid van Vlaams viceminister-president en minister van Energie, Melissa Depraetere, en vragen haar om:
» de uitvoeringstermijn van de PV-verplichting te verlengen;
» méér alternatieve technologieën in aanmerking te laten komen, bestaande alternatieven te versoepelen, en meer flexibiliteit en uitzonderingsmogelijkheden te voorzien;
» een pragmatische handhaving uit te werken met een uitgestelde boeteclausule, die niet sanctioneert bij overmacht en rekening houdt met reeds gedane inspanningen;
» een verbreding van de verplichting niet door te voeren.
Die aanpassingen zouden leiden tot een werkbaar kader om meer hernieuwbare energie ingang te doen vinden bij Vlaamse ondernemingen, op een technologieneutrale manier en met respect voor de eigenheid van elke onderneming.
