Bedrijven kampen met een structureel tekort aan technisch talent. Vrouwen zijn zwaar in de minderheid onder metsers, lassers, schrijnwerkers, mecaniciens, elektriciens of monteurs. Ten onrechte, want ze hebben minstens evenveel talent voor techniek. Ondernemers zet ze in deze rubriek in de schijnwerpers. Afspraak met: Lisen Kockelberg, die sinds 2008 plant manager is bij Concreton, producent van gewapende prefabbetonelementen, onder de vleugels van de Willy Naessens Group. Een rechtdoorzee interview met een dame die niet met zich laat sollen.
Lisen Kockelberg, plant manager van Concreton:“Ik beslis heel vaak samen met de arbeiders, in plaats van dat ik opleg wat ze moeten doen.”
Tekst Sam De Kegel – foto Nathalie Dolmans
A room with a view. Vanuit het kantoor van Lisen Kockelberg, plant manager bij Concreton, overschouwen we de imposante productiehal. Een afgewerkt betonnen element, veilig gemonteerd aan een rolbrug, zweeft voorbij; centraal in de hal wordt er vanuit twee grote kuipen, die ook aan een rolbrug hangen, non-stop telkens 2 kub beton gestort in de bekisting van toekomstige liggers, kolommen en balken. “Beton heeft altijd voorrang op de rest”, zegt Lisen fijntjes.
Verderop zijn lassers minutieus aan de slag met het aftekenen van een element en zien we schrijnwerkers kleine, houten bekistingen maken. Chaos lijkt hier ver weg. Wat ook opvalt: de hal ligt er bijzonder netjes bij. “Men denkt al snel dat dit komt omdat een vrouw deze fabriek leidt, maar dat is natuurlijk nonsens. Ik vind dit zelf gewoon belangrijk. Ook om het aantal arbeidsongevallen laag te houden, is het belangrijk dat er regelmatig wordt schoongemaakt”, vertelt ze.
Lisen heeft een broertje dood aan de clichés en het vakjesdenken over mannen versus vrouwen. Die zijn zelfs onze taal binnengeslopen: een vrouw die ‘haar mannetje staat’. Als je er dieper over nadenkt, klinkt het even gek als stereotiep.
Van diamant naar beton
Lisen studeerde voor industrieel ingenieur bouwkunde en startte bij Concreton in 2006. “Na mijn studies solliciteerde ik meteen in de bouwwereld als projectleider, maar ik ving altijd bot in een toen bijna 100 procent mannenbastion. Mijn naam eindigt op een -n, en voor sommigen was dat een reden om me uit te nodigen. Toen ik de sollicitatieruimte binnenkwam, kreeg ik dan de reactie: ‘Oei, je bent een vrouw?’ Na een resem sollicitaties had ik er genoeg van en zag ik een vacature in de diamantwereld, bij een bedrijf gespecialiseerd in het lasersnijden van diamanten om uit zo’n ruwe steen zo groot mogelijk geslepen stenen te krijgen.”
Na een jaartje turen onder microscopen én wit licht – “Ik miste echt het daglicht” – waagde ze toch weer haar kans in de bouwwereld. “Bij Willy Naessens was er een heel open politiek en voelde ik helemaal geen beoordeling op het ‘vrouw zijn’.”
Daarna ging het snel. De eerste twee jaren werkte ze als productieplanner. Toen vertrok de directeur en kreeg ze in 2008 de kans om plant manager te worden. “Na zes maanden proefdraaien – een bewuste keuze van het bedrijf en mezelf – voelde ik me klaar. Men kijkt hier eerst eerder intern dan extern om zo’n functie in te vullen. Natuurlijk was ik verrast, maar ik was zeker ambitieus. Ik was nog jong, maar kreeg heel goede ondersteuning vanuit het Naessens-management.”
Als plant manager voelt ze zich dus snel in haar sas. “In de fabriek heb ik nooit negatieve gevoelens ervaren. Vooral als er bezoek komt, hoor ik soms ‘Amai, als vrouw hier in deze functie, dat is speciaal’”, lacht ze. “In de productie werken er momenteel enkel mannen. Ondanks de vele machines blijft het een fysieke job. Je kan weinig dingen helemaal automatiseren. IJzer snijden, beugels plooien of plankjes zagen gebeurt semiautomatisch, maar er is ook veel fysieke tussenkomst. Dankzij onze rolbruggen kunnen we die fysieke arbeid wel enigszins verlichten.”
(lees verder onder de foto)
Bij gewapend betonproducent Concreton in Geraardsbergen wordt vanuit twee grote kuipen, die aan een rolbrug hangen, non-stop telkens 2 kub beton gestort in de bekisting van toekomstige liggers, kolommen en balken.
Manager van groeibedrijf
Concreton telt 75 mensen in de productie en 10 bedienden. Lisen: “We produceren hier gewapend beton in al zijn vormen: kolommen, balken, liggers en speciale elementen. We leveren voor 85 procent aan de Naessens-werven zelf, vooral voor industriebouw. In totaal hebben we in de Willy Naessens Group 4 fabrieken waar gewapend beton wordt gemaakt. Nederland beleveren we bijvoorbeeld vooral vanuit Willebroek of Dilsen-Stokkem. Maar deze betonfabriek is de grootste voor gewapend beton binnen de groep, de afzetmarkt blijft groeien, tot in Denemarken en Zweden, die we per boot beleveren.”
In 2000 werd er in Geraardsbergen een eerste productiehal gezet, al snel werd er bijgebouwd (2003 en 2005). In 2018 investeerde Willy Naessens Group nog 4 miljoen euro in deze prefabbetonfabriek op het industrieterrein in Schendelbeke. De bestaande stockageplaats werd gemoderniseerd met extra rolbruggen om de steeds langer wordende stukken te kunnen blijven manipuleren. Er kwamen ook nieuwe grondstofbunkers voor stockage van 800 ton materiaal, een nieuw labo en een nieuw onderhoudslokaal. De hoogspanningscabine werd vernieuwd en het nieuwe magazijn met 350 palletplaatsen werd uitgebreid", vertelt Lisen. “Vorig jaar is de fabriek nog eens verlengd met een extra hal van 160 meter lang, tot nu bijna 25.000 m² bebouwde oppervlakte. Er kwamen ook nog zeven rolbruggen bij (nu 21, red.)”
Bij de start van mijn carrière ving ik als vrouw overal bot in de bouwwereld”
Lisen Kockelberg, plant manager bij Concreton
Geplooid papier
Lisen doet elke dag haar ronde in de fabriek, soms verschillende malen zelfs. “Toen ik vroeger de planning coördineerde, riepen ze me soms om te tonen wat ik niet goed gepland had of wat er mogelijks gevaarlijke taferelen kon opleveren, zoals een klein balkje in een grote bekisting leggen. Als je het met je eigen ogen gezien hebt, maak je die fout geen twee keer. Maar ik ben nooit ‘voor de zot gehouden’”, lacht ze. “Ik ben altijd leergierig geweest. Hoe meer je in de productie rondloopt, hoe sneller je de praktijk leert. Ik zal ook nooit met een map onder de arm naar beneden gaan om iets op te schrijven, een geplooid papiertje is meer dan goed genoeg, ze zien jou ook veel liever op die manier komen.”
Deze dame hanteert een no-nonsensestijl. “Rechtdoorzee, ja, zo kan je mijn aanpak zeker noemen. De structuur is hier ook heel vlak. Onder mij is er slechts één productieverantwoordelijke en daarnaast enkele verantwoordelijken in kwaliteit en transport, maar iedereen loopt hier in de fabriek rond. Er is nauwelijks hiërarchie, we werken allemaal samen. Ik beslis heel vaak samen met de arbeiders, in plaats van dat ik opleg wat ze moeten doen. Ik geef ze veel inspraak, maar ik ben wel een controlefreak, ik weet graag alles. Ik heb veel tijd nodig om iemand los te laten, maar dan is het vertrouwen ook groot, zolang ze me op de hoogte houden. Als er een groot probleem opduikt, komt het uiteindelijk toch tot bij mij terecht”, vertelt ze.
(lees verder onder de foto)
Lisen samen met twee vrouwelijke collega’s die werken op de planning en in de administratie.
Geen slap handje
Zou ze vandaag nog het deksel op de neus krijgen moest ze solliciteren voor een job in de bouwsector? “Ik hoop en denk ook dat dit bijna niet meer gebeurt. Natuurlijk is de bouwsector nog steeds een mannenwereld, maar nu krijgen mannen en vrouwen gelijke kansen. Vroeger kreeg ik bij bepaalde bedrijven zelfs de kans niet om een gesprek te starten. Maar ik heb het evengoed moeilijk met positieve discriminatie, dat er bijvoorbeeld binnen een bedrijf of sector een minimaal percentage vrouwen aan de slag moet zijn. Als bedrijf heb je gemotiveerde mensen nodig die de job willen doen. Punt. Of dat nu een man of vrouw is, maakt in wezen niet uit. De jongens die hier werken, zijn vaak ook niet hoogopgeleid. Maar het zijn goede vakmannen, sommigen zijn op hun veertiende al beginnen werken.”
Wie handen aan zijn lijf heeft, technisch inzicht etaleert en goesting toont om te werken, krijgt al snel een kans bij Concreton. “Dat mag zelfs een slager zijn, ervaring in beton is niet nodig. Als je een schrijnwerker zoekt, is het wel mooi meegenomen dat die persoon bijvoorbeeld een zevende jaar hout heeft gevolgd. Iemand met twee linkerhanden zal hier niet aarden. Een lasser (die o.a. de wapeningskorven last, red.) moet dan weer heel goed plannen kunnen lezen.
“Weet je, ik beslis al veel op basis van een handdruk en een rondleiding door de fabriek. De handdruk moet stevig zijn, dan weet je al voor de helft welk vlees je in de kuip hebt. En men moet me kunnen volgen. Ik heb geen lange benen maar ik stap wel door. Wie niet mee kan of ondertussen de hele tijd op zijn gsm zit te turen, tja, dan is het bijna een neen voor mij.”
Na het interview krijg ik nog een uitgebreide rondleiding door de productiehal en de stockruimte in open lucht, waar alle betonnen elementen geduldig wachten op een klant. “Elk element leggen we waar we plaats hebben, maar zodra het in stock wordt gelegd, wordt het gescand op etiket en onthoudt de rolbrug die positie voor dat stuk. Als we het nadien moeten laden, scannen de laders de laadbon in en de rolbrug rijdt automatisch naar het juiste element”, zegt Lisen fier.
Deze plant manager met een ontwapenende glimlach heeft inderdaad een stevige tred, terwijl ze knikt naar elke werknemer die we passeren. “Ik vind het belangrijk dat ik iedereen ken en bij voornaam kan aanspreken.”
Met een al even stevige handdruk, jawel, verlaten we het pand.
Zijn er in jouw bedrijf vrouwen met technisch verfijnd talent aan de slag én willen ze getuigen in ons magazine? Laat het ons als de bliksem weten.