Tim Van Roy licht toe
In afwachting van een nieuwe Programmawet, staan we even stil bij de fiscale gevolgen van de verhuur van gemeubelde logies in het buitenland, waar heel wat juridische commotie rond ontstaan is de laatste tijd.
Steeds meer Belgen investeren in gemeubelde logies in het buitenland, zoals vakantiewoningen of appartementen, zuiver met het oog op verhuur. Hoewel dit financieel aantrekkelijk kan zijn, brengt het belangrijke fiscale implicaties met zich mee.
Locatie bepaalt fiscale regels
Ten eerste bepaalt de locatie van het vastgoed welke fiscale regels van toepassing zijn. België heeft met veel landen dubbelbelastingverdragen gesloten om te voorkomen dat inkomsten dubbel worden belast. In de meeste gevallen wordt het buitenlandse onroerend inkomen belast in het land waar het vastgoed zich bevindt, maar België houdt er rekening mee bij het bepalen van de totale belastingdruk van de belastingplichtige.
Voor Belgische particulieren wordt het netto-inkomen van buitenlandse verhuur opgenomen in de aangifte van de personenbelasting. Dit inkomen wordt berekend op basis van de buitenlandse huurinkomsten, verminderd met kosten en lasten. Het uiteindelijke bedrag kan in België worden vrijgesteld met progressievoorbehoud. Dit betekent dat het buitenlandse inkomen de belastingtarieven in België kan verhogen, afhankelijk van het totale wereldwijde inkomen van de belastingplichtige.
Wat met inboedel?
Echter, wat met de verhuur van de inboedel, die uit roerende goederen bestaat? Bij gemeubelde verhuur in België wordt het gedeelte van de huur dat betrekking heeft op de roerende goederen belast als divers inkomen van roerende aard. Na een forfaitaire aftrek van 50% voor kosten, wordt op het resterende bedrag een belastingtarief van 30% toegepast.
Als het huurcontract geen specifieke opdeling maakt tussen de onroerende en roerende componenten, gaat de administratie ervan uit dat 40% van de huurinkomsten betrekking heeft op het meubilair. Deze aanpak wordt door de Belgische fiscus ook toegepast op buitenlands vastgoed, waarbij een deel van de huurinkomsten in België als roerend inkomen wordt belast.
Sowieso impact
Deze zienswijze is al langer een onderdeel van discussie en verscheidene rechtszaken zitten in hun laatste rechte lijn. Verwacht wordt, na de eerste adviezen, dat dit systeem (toch deels) op de schop zal gaan.
Inkomsten uit roerende goederen die onroerend geworden zijn door bestemming zouden volgende de internationale verdragen, waar België zich toe verbonden heeft, behoren immers toe aan het land waar deze gelegen zijn.
We wachten af welke oplossing de Belgische staat uit de hoge hoed zal toveren, maar een impact zal het hebben, zowel op uw inkomsten als die van de staat.
Tim Van Roy is Directeur Finance, Export en Internationaal Ondernemen en adviseert ondernemers rond financiële en fiscale uitdagingen. Heb je hier vragen over? Neem contact op via tim.vanroy@voka.be.
