Het Campus INN-gebouw naast de ringlaan in Geel profileert zich als de plek in de Kempen waar innovatieve startende ondernemingen een onderkomen kunnen krijgen om te groeien. Daarvoor kunnen ze rekenen op het hele netwerk dat aanwezig is op de Innovatiecampus Geel.
Die Innovatiecampus Geel beslaat in feite een gebied van 51 hectare in de Kleinhoefstraat, en omvat onder meer de Campus Geel van hogeschool Thomas More en KU Leuven, het bedrijvencentrum OffiCenter Geel, de kantoren van werkgeversplatform VOKA Mechelen-Kempen en een vijftigtal bedrijven zoals Belcotec en NTX.
Samen zijn die goed voor 6.000 studenten en 1.500 medewerkers, of een heel stevige aanwezigheid van kennis en ervaring in ondernemerschap. Maar 18 hectare binnen dat gebied is specifiek gereserveerd voor de verdere ontwikkeling van innovatieve bedrijven en kenniscentra, onder meer met een nieuw incubatorgebouw.
De Campus INN op de hoek van de ringlaan en Kleinhoefstraat fungeert een beetje als het kloppende hart van de Innovatiecampus Geel. In dit vroegere BEMT-gebouw, herkenbaar aan zijn vele raampartijen en twee knalgele oprijzende blokken, vinden al een tijdje startende en groeiende ondernemingen een onderkomen. Een van die exemplarische spelers is CERcuits, dat intussen internationaal bekend is voor de ontwikkeling en productie van onder meer keramische en niet-organische componenten voor vooral printplaten en computerchips.
Gedeelde expertise
“Wij waren de eerste onderneming die in 2019 op de Innovatiecampus Geel neerstreek”, zegt zaakvoerder Frederik Luppens van CERcuits. “Voor ons betekent het feit dat wij ons hebben kunnen vestigen op de Campus INN bijzonder veel. In de eerste plaats kunnen we hier rekenen op een grote flexibiliteit in ruimtegebruik. Toen we veel sneller groeiden dan we zelf hadden verwacht, konden we snel bijkomende lokalen bij huren. Op de tweede plaats is de aanwezigheid van onderzoeksinstellingen als KU Leuven en Thomas More voor ons een groot pluspunt. Zij beschikken niet alleen over heel wat expertise, maar ook over gespecialiseerde materialen en laboratoria. Wij hebben intussen al vaak gebruik kunnen maken van elkaars infrastructuur. Dat netwerk hier is onbetaalbaar.”
Het is precies dat aanwezige netwerk dat als een grote troef wordt uitgespeeld nu Campus INN zichzelf als dé start-up plek van de Kempen lanceert. Daarvoor werkt de Innovatiecampus samen met zes partners, die beginnende ondernemers op verschillende fronten kunnen ondersteunen. Naast de genoemde onderwijsinstellingen Thomas More en KU Leuven, die ieder eigen programma’s hebben voor studenten die zich op het ondernemerschap willen storten, en Voka gaat het om de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in Mol, Start It @ KBC (het ondersteuningsprogramma voor starters bij KBC) en Startup 2440 in Geel, een samenwerking van Thomas More, KU Leuven, stad Geel en jeugdhuis Vonk dat zich specifiek richt op jongeren met ondernemingszin.
Twaalf start-ups
“Op onze Campus INN hebben we nu specifiek ruimte vrijgemaakt voor start-ups, die hier aan 180 euro per maand toegang krijgen tot gedeelde kantoren en gemeenschappelijke voorzieningen, en dat dag en nacht, zeven dagen in de week”, zegt innovatiemanager Koen Snoeckx.
“We mikken in de eerste plaats echt op heel recent opgerichte of nog opstartende bedrijfjes van één tot vijf werknemers. We schatten dat we plaats hebben voor twaalf start-ups die op zoek zijn naar een eigen, gedeeld plekje, maar we hebben de ambitie om die heel snel te vullen. Ook alle partners zorgen er mee voor dat die plekken snel gevuld geraken. En als het vol zit, willen we snel uitbreiden. We hebben genoeg plaats om vlot op te schalen. Ook voor scale-ups hebben we mogelijkheden.”
De eerste twee start-ups maken al van die nieuwe formule gebruik. Ten eerste is er NoLobster, een klassiek voorbeeld van hoe uit de schoot van de naburige hogeschool Thomas More ondernemende studenten met een goed idee kunnen uitgroeien tot een heuse firma.
“Met NoLobster gaan we langs op evenementen zoals festivals en sportgebeurtenissen om er (verkleed als kreeft, red.) met een soort douche zonnecrème over bezoekers te vernevelen. Die zonnecrème maken we zelf met een factor 50-bescherming en geschikt voor een gevoelige huid. We hebben intussen al een veertigtal evenementen bezocht met onze dienstverlening. We zijn een beetje trots dat wij hier de eerste start-up zijn, maar we kijken uit naar de komst van andere ondernemers om voor wat kruisbestuiving te zorgen”, vertelt mede-oprichtster Jade Daems van NoLobster.
