Arbeidsmarktgerichte opleidingen kampen in Vlaanderen nog steeds met een knoert van een probleem. De studierichtingen in het secundair onderwijs die uiteindelijk leiden naar technische beroepen, worden door ouders en leerlingen te vaak gezien als tweede keus, terwijl ze een cruciale rol vervullen op de arbeidsmarkt van vandaag en morgen.

Ondernemingen hebben er alle baat bij dat praktijkgericht onderwijs wel een echte eerste keuze wordt. Een nieuwe Voka-paper levert een blauwdruk af voor een ommekeer in het arbeidsmarktgerichte secundair onderwijs.
Basisonderwijs en B-stroom schieten tekort
Het kwaliteitsprobleem ontstaat al in het basisonderwijs. Voor basisvaardigheden zoals taal en ook voor wiskunde en wetenschapen scoren te veel leerlingen aan het einde van het basisonderwijs ondermaats. Dat is problematisch omdat hier ook de basis wordt gelegd voor bijvoorbeeld de STEM-vaardigheden. Als de kwaliteit van het basisonderwijs te laag is, zullen leerlingen niet over de nodige competenties beschikken om verderop in hun studiecarrière succesvol te zijn.
De eerste graad van het secundair onderwijs voelt als eerste de nefaste effecten van een falend basisonderwijs, en dan vooral in de B-stroom. Deze B-stroom is bedoeld voor leerlingen die niet alle leerstof van de lagere school hebben verworven. Een op de vier leerlingen in de B-stroom haalt niet de minimumdoelen basisgeletterdheid. Deze leerlingen komen later doorgaans terecht in gespecialiseerde praktijkgerichte richtingen.
Goede studie-oriëntering op de leeftijd van 12-13 jaar
Voka – KvK Limburg pleit voor een systeem waarbij een positieve keuze kan worden gemaakt voor een praktische of theoretische eerste graad, in plaats van een stigmatiserend en negatief verhaal waarbij een A-stroom is voorbehouden voor wie een getuigschrift basisonderwijs heeft, en een B-stroom voor wie dat niet heeft. De B-stroom leidt vandaag bijna automatisch naar het praktijkgerichte onderwijs. Daarnaast kan ook nog ingezet worden op een remediërend traject, waarbij men leerlingen echt bijspijkert en goed oriënteert. Zodat alle leerlingen over de juiste basiscompetenties beschikken en een weloverwogen positieve studiekeuze kunnen maken.
Meer dan proeven van de arbeidsmarkt
De tweede en derde graad moeten evolueren naar leerlaboratoria die nauwer aansluiten bij de arbeidsmarkt. Een minder vrijblijvende toegang voor wie later instroomt, het behoud van het zevende jaar en de versterking van praktijkgericht onderwijs met modulaire trajecten maken het praktijkgerichte onderwijs waardevoller, haalbaarder, effectiever en relevanter. Stages, duale trajecten en bedrijfsgerichte samenwerking zijn niet aanvullend, maar essentieel voor kwaliteitsvol praktijkgericht onderwijs en economische groei. De intensiteit van het werkplekleren is afhankelijk van de opleiding en de leeftijd, maar moet een cruciaal onderdeel uitmaken van het praktijkgerichte onderwijs.
Sterke partnerschappen met het bedrijfsleven
Eenmalige bedrijfsbezoeken of gastlessen zijn waardevol, maar niet voldoende. Bedrijven en scholen moeten streven naar langetermijnrelaties waarin kennis, middelen en expertise continu gedeeld worden. Dit kan bijvoorbeeld in het kader van het Voka STEMpact binnen het Excellentiefonds van de Vlaamse Regering. Hierbij tekenen bedrijven en scholen een overeenkomst waarin doelen, verantwoordelijkheden en verwachtingen duidelijk zijn vastgelegd. Sterke samenwerkingen verbeteren bovendien het imago van het technisch en beroepsonderwijs en vergemakkelijken de doorstroming naar de arbeidsmarkt. Hoe structureler de samenwerking, hoe groter de impact.
De juiste richting kiezen, doen leerlingen het beste op basis van hun persoonlijke interesses en talenten. De Talentcenters bieden hier een zeer waardevol handvat. Na wetenschappelijk onderbouwde testen ontvangen leerlingen een gepersonaliseerd talentenrapport dat hen wegwijs maakt in studierichtingen die aansluiten bij hun interesses en talenten. In Limburg vind je vandaag Talentcenters in Hasselt en Genk. Sinds de opstart van deze Talentcenters werden al bijna 100 Limburgse scholen en 4.000 leerlingen uit Limburg bereikt.