Water Is Life Group heeft vandaag vestigingen in vijf Europese landen, vertegenwoordigers daarbuiten en klanten wereldwijd. Maar dat was niet altijd zo. De wortels van de groep liggen bij Watertechniek Teunissen, een Limburgse onderneming met inmiddels een grote nalatenschap. “Als je wil groeien, moet je buiten de grenzen van je land gaan.”
De naam Water Is Life Group, afgekort WILG, verwijst naar de gelijknamige boom, die je vaak terugvindt aan het water. “De boom kan gigantisch worden, groeit snel en houdt van water”, vertelt CEO van de Water Is Life Group Koen Braem. “Hij staat symbool voor onze eigen ambitie: solide, sterk en mooi groeien door oplossingen te bieden die bijdragen aan een betere natuur. Water is enorm belangrijk, en we zijn trots om ons steentje bij te dragen.” De oprichter en voorzitter van de Raad van Bestuur van WILG, Reinier Teunissen, zetelt vandaag ook in de werkgroep Internationaal Ondernemen bij Voka – KvK Limburg. “Alles is bij hem gestart. Eén pomp verkopen heeft geleid tot wat de groep vandaag is.”
WILG is gespecialiseerd in watertechnieken. De groep verkoopt hoofdzakelijk waterpompen, kleppen, koppelingen, irrigatiesystemen en leidingen, maar is ook sterk aanwezig in de geothermische industrie. “We staan zeer breed in de markt”, vertelt Koen. “Ongeveer de helft van onze omzet komt uit onze vestigingen in België, Nederland, Duitsland, Portugal en Italië – plus de Europese landen waar we vertegenwoordigers hebben. De rest is export naar overal ter wereld. Buiten onze organische groei van 15 à 20 procent per jaar hebben we de laatste zes jaar ook zwaar ingezet op synergetische acquisities waardoor we in een serieuze stroomversnelling zitten.”
Cultuurverschillen
Water Is Life Group kijkt dus zonder meer naar het buitenland voor hun bedrijfsactiviteit. “België is klein”, verklaart Koen. “Als je wil groeien, moet je buiten de landsgrenzen gaan. Zeker het zuiden van Europa is in volle ontwikkeling en hun economieën draaien relatief goed. Het zijn aangename culturen om mee samen te werken, met hardwerkende mensen.”
Als internationaal bedrijf, en zeker als groep, kom je met veel verschillende culturen in contact. “Dat is een van onze grootste uitdagingen”, vertelt Koen. “We proberen één cultuur te hebben binnen de groep, maar de bedrijven zien er in elk land natuurlijk anders uit. Hun culturen gaan al heel lang mee, en daar kan je niet zomaar zeggen ‘je bent nu een WILG-medewerker’. We zijn wel mooie stappen aan het zetten en leren onze collega’s in andere landen alsmaar beter kennen.”
Water: te veel en te weinig
Ondernemen over de landsgrenzen heen heeft als grootste voordeel vaak dat je een veel grotere afzetmarkt kan aanboren. Maar Water Is Life Group heeft nog een extra voordeel: “Er is altijd wel ergens ofwel te veel ofwel te weinig water”, vertelt Koen. “Zowel bij zware regens als bij droogte kunnen we ons steentje bijdragen. Dat geeft veiligheid in onze omzet. Onze focus ligt voornamelijk op ervoor zorgen dat er steeds voldoende producten beschikbaar zijn, maar we werpen ook een structurele blik op de zaken. In Duitsland zijn ze bijvoorbeeld al lang bezig met recuperatie van regenwater, terwijl dat in Zuid-Europa nog te weinig gebeurt. Wij faciliteren dat, zodat ook deze landen beter kunnen omgaan met een wisselend klimaat.”
Want de manier waarop we met water omgaan, zal in de nabije toekomst grondig moeten veranderen. “Er is nog veel werk te doen in de wereld. Regenwatermanagement is een gigantische prioriteit en we willen daar onze rol in spelen. We werken hard aan producten op maat die onze klanten helpen om water weg te krijgen én te recupereren. We gaan voor ecologische én economische oplossingen, die bijdragen aan een gezondere natuur.”
"Er is nog veel werk te doen in de wereld. Regenwatermanagement is een gigantische prioriteit"
Kruisbestuiving
Een extra voordeel aan aanwezig zijn in verschillende markten? Kruisbestuiving. “In Noord-Europa zijn we bezig met geothermie, in Afrika is dat helemaal niet nodig. Daar werken we dan weer veel met bronpompen gekoppeld aan zonnepanelen. Die technologie kunnen we meenemen naar gebieden in de Ardennen waar toegang tot elektriciteit lastig is. Duitsland is een industriegigant; de ervaring die we daar opdoen, kunnen we gebruiken in heel Europa. Die synergie en kruisbestuiving, dat is voor ons de grootste sterkte van internationaal ondernemen.”
