Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 12/12/2025

Afgelopen zomer werden verschillende parlementaire vragen ingediend door meerdere Vlaamse volksvertegenwoordigers over de toestand van de Transportzone en de juridische impasse die al jaren elke structurele oplossing blokkeert. Apzi-Voka bedankt hen uitdrukkelijk voor hun inzet om dit dossier eindelijk opnieuw politiek op de agenda te plaatsen. In het bijzonder bevatte de vraag aan de minister-president enkele interessante pistes om tot een doorbraak te komen.

De Transportzone is een belangrijk logistiek ankerpunt binnen het havenplatform Zeebrugge. Het terrein huisvest verschillende logistieke bedrijven en fungeert als dagelijkse rustplaats voor talrijke vrachtwagenchauffeurs. Ondanks die economische en operationele rol bevindt de zone zich al jaren in een toestand die simpelweg niet te verantwoorden is. De infrastructuur is sterk verouderd, de verkeerssituaties zijn onveilig, de parkeerdruk is structureel en de omgevingskwaliteit laat op alle vlakken te wensen over. Die omstandigheden belemmeren niet alleen de werking van ondernemingen, maar schaden ook het imago van het gehele havengebied. Een integrale opwaardering dringt zich dan ook op.

Een revitalisering van de Transportzone betekent niet alleen de heraanleg van wegen en een doorgedreven aanpak van de verkeersveiligheid, maar ook een kwaliteitsvol openbaar domein en meer en betere voorzieningen voor de truckchauffeurs. Zowel Stad Brugge als de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) erkennen de urgentie. Brugge heeft WVI zelfs reeds de opdracht gegeven om het voorbereidende werk voor een revitaliseringstraject op te starten. Maar zonder Vlaamse betrokkenheid en financiële steun blijft de uitvoering onmogelijk.

Dat Vlaanderen tot op vandaag geen rol opneemt in deze revitalisering heeft alles te maken met het complexe juridische statuut van de zone. De Transportzone ligt binnen de afbakening van het zeehavengebied, maar is geen concessiegebied. Dit sui generis-statuut maakt dat de zone tussen wal en schip valt: VLAIO ondersteunt geen bedrijventerreinen die binnen het havengebied liggen, terwijl het Departement Mobiliteit en Openbare Werken zich niet bevoegd acht om dit bedrijventerrein aan te pakken en er geen middelen hiervoor zijn voorzien binnen het Geïntegreerd Investeringsprogramma.

Tweesporenbeleid

In een antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Gijs Degrande (N-VA) liet Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) duidelijk verstaan dat er 2 mogelijkheden zijn om de Transportzone uit het juridisch moeras te halen.

Het eerste spoor is de reeds voorziene herziening van het GRUP Afbakening Zeehavengebied Zeebrugge, binnen het Gebiedsprogramma Poort Zeebrugge. Met de goedkeuring van dat gebiedsprogramma op 27 juni 2025 zette de Vlaamse Regering een betekenisvolle stap richting een meer geïntegreerde en afgestemde aanpak van de uitdagingen in en rond het havenplatform. De minister-president geeft in zijn antwoord mee dat een bijsturing van het GRUP “opportuun kan zijn” en dat een wijziging van de afbakening “duidelijkheid kan scheppen over de bevoegdheidskwestie”. Dit zou volgens de minister-president dus kunnen worden meegenomen in de uitvoering van het actieprogramma van Poort Zeebrugge. De herziening van het GRUP, die dus sowieso wordt opgenomen binnen het gebiedsprogramma, biedt een uitgelezen kans om de Transportzone uit de havenafbakening te halen en te behandelen als een regulier bedrijventerrein, waardoor het sui generis-statuut kan verdwijnen.

Het tweede spoor betreft een aanpassing van de definitie van ‘bedrijventerrein’ in het decreet Ruimtelijke Economie en in het Besluit rond de subsidiëring van bedrijventerreinen. Vandaag komt de Transportzone niet voor ondersteuning in aanmerking, louter omdat ze binnen de havenafbakening ligt. Ook hier was de minister-president helder: indien men de zone wil laten ondersteunen door VLAIO, moet óf het GRUP worden aangepast, óf de decretale definitie van wat een bedrijventerrein is, worden herzien.

Tijd om keuzes te maken

De bedrijven, chauffeurs en werknemers die er dagelijks actief zijn, verdienen een moderne en toekomstbestendige werkomgeving. Met de omvorming van de N31, de realisatie van het Hollands Complex en de gewijzigde ontsluitingsstructuur van de Transportzone zal een herinrichting bovendien onvermijdelijk zijn. Apzi-Voka roept daarom uitdrukkelijk op om zowel de herziening van het GRUP daadwerkelijk te benutten als de definitie van bedrijventerrein in het decreet Ruimtelijke Economie aan te passen. Er moet op beide sporen gewerkt worden om zo snel als mogelijk de Transportzone uit het huidige niemandsland te halen.

apzi

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie

Citymesh
Wiels
Titeca
WV - Accent
ING
SDWorx