Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 17/10/2025

In welke mate kan men de rechtbank vragen om een tegenpartij op te leggen bepaalde stukken bij te brengen die ertoe moeten strekken aan te tonen dat de tegenpartij in kwestie contractuele verbintenissen heeft geschonden? Op 14 maart 2025 sprak het Hof van Cassatie zich uit over een vordering die ertoe strekte een partij te horen veroordelen om facturen voor te leggen. De partij die deze veroordeling vroeg, wilde daarmee bewijzen dat de andere partij een samenwerkingsovereenkomst had geschonden.

De feiten

Een samenwerkingsovereenkomst tussen thuisverplegers liep op de klippen. Partij X beëindigde deze samenwerking met aangetekende brief van 15 maart 2019 gericht aan Partij Y. Partij X stelde daarbij dat Partij Y het niet-concurrentiebeding had geschonden door patiënten onrechtmatig af te werven.

Om dit te bewijzen vroeg Partij X aan de rechtbank om Partij Y te verplichten haar facturen over te maken, opgemaakt door partij Y voor een reeks bij naam genoemde patiënten, en dit voor een welbepaalde periode van zes maanden. Het Hof van Beroep te Antwerpen wees dit verzoek van Partij X af omdat dat verzoek (volgens dat Hof van Beroep) enkel gebaseerd zou zijn geweest op vermoedens. Volgens het Hof van Beroep kwam het verzoek neer op wat men in de rechtsliteratuur een “fishing expedition” noemt. Een expeditie waarbij men hengelt naar onbekende informatie in de hoop belastende feiten naar boven te zien komen. In de hengelsport wordt terecht de slogan “It’s called fishing, not catching!” wel eens gehanteerd om die onzekerheid te beklemtonen.

Oordeel

Het Hof van Cassatie herinnert aan de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek waarin wordt bepaald dat de rechter een partij kan bevelen bewijsstukken over te leggen indien er ernstige en bepaalde aanwijzingen zijn dat die partij een stuk onder zich heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit.

Daarbij benadrukt het Hof van Cassatie dat de rechter weliswaar soeverein beslist of een gevorderde bewijsmaatregel nuttig is voor de beoordeling van een geschil, doch dat het recht op bewijs van partijen daarbij niet miskend mag worden.

Het Hof van Cassatie oordeelde dat het Hof van Beroep dit recht wél miskend heeft nu Partij X voldoende concreet had aangewezen van welke facturen mededeling werd gevraagd (met andere woorden, op naam van specifieke patiënten en voor een specifieke periode). De gevraagde overlegging van de facturen was dus geen ongerichte zoekactie, maar een legitieme vraag om te oordelen of er al dan niet sprake was geweest van een schending van het niet-concurrentiebeding.

Belang van dit arrest

Dit arrest bevestigt dat rechters een ruime beoordelingsvrijheid hebben, maar dat zij het fundamentele recht op bewijs niet mogen beknotten. Een verzoek om stukken over te leggen kan niet zomaar worden afgedaan als een “fishing expedition” wanneer het gaat om concreet omschreven documenten die relevant zijn voor het geschil.

Mathieu Malfait

belexa

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie

Citymesh
Wiels
Titeca
WV - Accent
ING
SDWorx