“Verhoogd defensiebudget biedt kansen voor bedrijven en onderzoekscentra”
Generaal-majoor Filip Borremans leidt de Algemene Directie Material Resources en is tegelijk Nationaal Bewapeningsdirecteur. “Met 2.400 medewerkers staan wij in voor het invullen van de behoefte aan materieel en infrastructuur en voor het aankoop- en bewapeningsbeleid. Gezien de plannen om het defensiebudget gevoelig te verhogen, is er veel potentieel om met Belgische bedrijven samen te werken”, vertelt hij.

Hoe concreet is de ambitie om het defensiebudget te verhogen?
“De Strategische Visie van minister Theo Francken, die op 18 juli door de ministerraad werd goedgekeurd, bevestigde het regeerakkoord van 31 januari: een versneld groeitraject naar 2% van het bbp in uiterlijk 2029 en 2,5% in uiterlijk 2034. Voor wat betreft de ambitie van 5% die op de NAVO-top besproken werd, zal de regering in 2029 evalueren in welke zin het traject eventueel aangepast moet worden.
Binnen het traject van 2% zie ik alvast 2 belangrijke trends. Enerzijds: aankopen wat we dringend nodig hebben, bijvoorbeeld luchtverdedigingscapaciteit. Anderzijds: het vervolledigen van de capaciteiten waarvoor we in het verleden om budgettaire redenen te weinig systemen aankochten. Dat gaat om bijkomende F-35 straaljagers, bijkomende gevechts- en transportvoertuigen voor de gemotoriseerde brigade, een derde fregat enzovoort. Zo zien we dit jaar eindelijk tastbaar resultaat van grote contracten die in 2018 afgesloten werden, zoals de recente oplevering van de eerste van 406 Griffon-pantserwagens door Mol Cy in Staden. In augustus startte de levering van onze MALE-dronesystemen en in oktober landt de eerste F-35 op ons grondgebied – het negende toestel dat aan ons geleverd werd – en komt de eerste van 6 nieuwe mijnenjagers.”
Om hoeveel centen gaat het nu en in de komende jaren?
“De defensie-uitgaven zijn onderverdeeld in 3 grote categorieën: een basisenveloppe, investeringen in hoofdmaterieel en externe uitgaven. Die laatste komen niet van ons budget maar mogen van de NAVO wel als defensie-uitgaven meegerekend worden. Een inspanning van 2% van het bbp betekent dit jaar 12,728 miljard euro. Daarvan bedraagt het budget van Defensie 10,5 miljard euro, verdeeld over 8,6 miljard euro in de basisenveloppe (personeel, werking,…) en ruim 1,8 miljard euro investeringen in hoofdmaterieel (afbetaling van grote bestellingen uit het verleden en een deel van de nieuwe bestellingen). Merk op: in de 8,6 miljard euro van de basisenveloppe zit 1 miljard euro toegezegde steun aan Oekraïne. Daarmee verhogen we onze veiligheid en kopen we tijd, bovendien grotendeels met materiaal van Belgische bedrijven.”
“De toenemende invulling van militaire kwartieren in West-Vlaanderen kan via ontwikkeling, bouw en diensten een belangrijke economische hefboom zijn.”
Hoe kunnen bedrijven meewerken aan investeringen in infrastructuur in West-Vlaanderen?
“Defensie bereidt tegen het jaareinde een kwartierplan voor. Gezien het aantal militairen opnieuw zal groeien, valt te verwachten dat de invulling van de kwartieren zal toenemen en dat verlaten kwartieren weer in gebruik genomen worden. Dat vooruitzicht op ontwikkeling, bouw en diensten – zoals onderhoud, catering en bewaking – kan een belangrijke economische hefboom zijn. Daarnaast zal onderzocht worden of bepaalde sites ter beschikking van de defensie-industrie gesteld kunnen worden. Voor West-Vlaanderen zijn er al beslissingen genomen. Er komen belangrijke investeringen in Zeebrugge, Lombardsijde, Koksijde en Houthulst (DOVO). In Ieper geldt een moratorium op de geplande verkoop en wordt eerst geëvalueerd welke rol die kazerne zou kunnen spelen. In Oostende bevestigen we de expertise in mijnenbestrijding en in Brugge-Sint-Kruis de opleidingen van de Marine. Net over de provinciegrens op de luchtmachtbasis Ursel (Aalter) komt het nieuwe Kwartier van de Toekomst Noord, analoog met het Kwartier van de Toekomst Zuid in Charleroi.”
Welke nuttige tips hebt u voor bedrijven die met Defensie willen samenwerken?
“In de huidige geopolitieke context moeten we veiligheid zo ruim mogelijk interpreteren en daartoe al onze maatschappelijke mogelijkheden inzetten. Ik streef naar coöperatie met alle bedrijven en onderzoekscentra, ook diegene die in het verleden werden afgeschrikt door regelgeving of door ESG-voorschriften en de toepassing ervan door de financiële wereld. Een deel van onze noden is niet specifiek militair, bijvoorbeeld gebouwen, IT, voertuigen en meubilair. Zulke aankopen worden meestal op de klassieke manier van overheidsopdrachten gegund. Voor specifiek defensiemateriaal kijken we verder dan de pure aankoop en productie, dus ook naar ondersteuning gedurende de volledige levensduur. Daarbij hoort de afweging of het economisch zinvol is om te investeren in een Belgische industriële waardeketen voor ontwikkeling en productie, dan wel te focussen op ondersteuning. En vertrekken we hiervoor het best vanuit bestaande Belgische bedrijven of trekken we beter buitenlandse spelers aan om hier economische activiteit te genereren? Bijvoorbeeld binnen het contract voor de nieuwe mijnbestrijdingsvloot richtte de Franse onderwaterdroneproducent Exail Robotics een Belgische divisie op, met vestigingen in Oostende en Moeskroen.”
Is dat ook voor kleine bedrijven haalbaar?
“De wetgeving inzake overheidsopdrachten legt verplichtingen op om te garanderen dat de leverancier effectief zijn opdracht kan uitvoeren. Die combinatie van uitsluitingsgronden, selectiecriteria en verificatieverplichtingen blijkt haalbaar voor gevestigde kmo’s, maar zeer moeilijk voor start-ups, scale-ups en spin-offs. Zij kunnen dan beter samenwerken met grote bedrijven in consortia of ecosystemen. Voor veel bedrijven lijkt het mij ideaal als ze met civiele activiteiten hun continue werking kunnen garanderen en daarnaast hun militaire activiteiten snel kunnen opschalen wanneer daar nood aan is.”
“Bedrijven kunnen voor leveringen aan Defensie ook samenwerken in consortia of ecosystemen.”
Hoe verloopt het bevorderen van de militair-industriële samenwerking?
“Sinds september 2022 hebben we de Defence, Industry and Research Strategy (DIRS). Die strategie omvat verschillende facetten: investeren in onderzoek en ontwikkeling, opbouwen van ecosystemen, streven naar langdurige strategische partnerschappen, eisen van lokale verankering enzovoort. Algemeen is Defensie gebonden aan de EU-regelgeving die bedoeld is om overheden de beste koop te geven en bedrijven gelijk te behandelen op basis van mededinging en transparantie. In sommige gevallen kan men echter omwille van de essentiële veiligheidsbelangen specifieke maatregelen nemen en daarvan afwijken, bijvoorbeeld om de ondersteuning lokaal te organiseren. Voor belangrijke aankopen wordt deze opportuniteit systematisch onderzocht.”
Hoe gaat een samenwerking voor innovatie?
“Een gebruikelijke manier is het voorzien van ruimte voor innovatie als onderdeel van een strategisch partnerschap, waarvoor de partner via een correcte procedure gekozen werd. Dat zit bijvoorbeeld in de langetermijncontracten met kledijfabrikanten Seyntex en Sioen. Het voordeel is dat je goede ideeën onmiddellijk kunt toepassen. Daarnaast heb je verschillende mechanismes zoals het DEFRA-programma (Defence-related Research Action) voor het stimuleren van onderzoek in samenwerking met het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie (KHID). Er bestaat ook een Innovation As A Service-contract met Verhaert NV en Sopra Steria Belgium voor het bottom-up stimuleren en ontwikkelen van innovatieve ideeën. Via inno4def.be (Innovation for Defence) kunnen bijvoorbeeld bedrijven vanuit hun expertise voorstellen voor innovatie doen.” ((RJ – Foto’s © Defensie)
