Ondanks tal van inspanningen en campagnes om jongeren warm te maken voor STEM-opleidingen, blijft het aandeel leerlingen voor het vierde jaar op rij dalen. Het cijfer lag in de afgelopen 10 jaar nooit lager. Dat is een alarmsignaal voor onze toekomst, want in zowat elke maatschappelijke uitdaging, van klimaat en energie tot digitalisering en gezondheid, spelen goed opgeleide STEM-profielen een sleutelrol.
Een opmerkelijke daling
Er werden de afgelopen jaren verschillende inspanningen en campagnes ontwikkeld om leerlingen enthousiast te maken voor STEM. We mogen niet zomaar concluderen dat die STEM-campagnes niet werken, zonder die actieplannen zou de situatie wellicht nog zorgwekkender zijn. De doelstellingen zijn juist, maar niet alle initiatieven hadden evenveel effect. STEM is intussen een begrip geworden, maar het trekt onvoldoende jongeren aan. Dat vraagt om zelfreflectie: hoe maken we die opleidingen aantrekkelijker, zichtbaarder, en waardiger?
Hoe maken we de opleiding aantrekkelijker?
Eén enkele oplossing zal hier niet voor zijn. De modernisering van het secundair onderwijs heeft de cijfers deels beïnvloed. Maar minstens even belangrijk is het hardnekkige imagoprobleem. Veel STEM-richtingen situeren zich in het technisch en beroepsonderwijs, dat in Vlaanderen nog te vaak als “tweede keus” wordt beschouwd. Jongeren komen er te vaak terecht na een negatieve ervaring, niet vanuit een bewuste keuze. Ouders en leerlingen weten onvoldoende wat STEM echt inhoudt.
Dat gebrek aan instroom is voor onze ondernemingen ronduit problematisch. Zes op de tien knelpuntberoepen zijn STEM-gerelateerd. Zonder voldoende technici, ingenieurs en onderzoekers komt de productiviteit van onze bedrijven onder druk te staan. Vlaanderen behoort tot de wereldtop in onderzoek en innovatie, maar dat blijven we enkel als we ook over het juiste talent beschikken.
Het gebrek aan instroom is problematisch. Zes op de tien knelpuntberoepen zijn STEM-gerelateerd.
Hoe keren we het tij?
- Ten eerste door gerichte investeringen in onderwijs. STEM-opleidingen mogen niet verdwijnen omdat ze “te duur” zijn. Maak het voor scholen aantrekkelijk om zulke richtingen aan te bieden en leerlingen ervoor te enthousiasmeren.
- Praktijkgerichte STEM-richtingen moeten opnieuw een eerste en weloverwogen keuze worden. Jongeren moeten inzicht krijgen in hun talenten én in de kansen die ze hebben op de arbeidsmarkt. Via initiatieven zoals de Voka Talentcenters zetten we daar stappen in de goede richting.
- Ook de samenwerking met bedrijven is cruciaal: zo wordt STEM tastbaar, actueel en divers. Duaal leren is daarvoor een krachtig instrument. Jongeren leren op de werkvloer, ontdekken de nieuwste technologieën en zien meteen hoe hun kennis wordt toegepast.
- En tot slot spelen rolmodellen een belangrijke rol in de keuze van jongeren. Jongeren spiegelen zich aan mensen naar wie ze opkijken. Laten we hen tonen dat STEM niet alleen slim, maar ook cool is.
Andere landen kampen met gelijkaardige tekorten. Duitsland investeert sterk in duaal leren, Nederland heeft een nationaal Techniekpact, Finland werkt al in de kleuterklas over STEM, Frankrijk zet vrouwelijke rolmodellen in de kijker. Vlaanderen kan daar inspiratie uit halen, maar er bestaat geen “silver bullet”. We zullen van kleuterklas tot campus moeten blijven werken aan een STEM-cultuur.
De doelstelling om tegen 2030 opnieuw 40% van de leerlingen in STEM-richtingen te krijgen, is ambitieus. Maar ambitie is precies wat we nodig hebben.