Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 30/06/2025

Voka neemt akte van het politiek akkoord over de invoering van de meerwaardebelasting. De meerwaardebelasting maakt ondernemen en investeren in ondernemingen opnieuw lastiger. De uitzonderingsregimes zijn een goede zaak, al blijft het geheel complex en moeilijk voorspelbaar. De echte hefboom om de overheidsfinanciën weer gezond te maken, is de economische groei aanzwengelen. Voka rekent erop dat de federale regering nu snel werk maakt van grondige socio-economische hervormingen die de competitiviteit en productiviteit van onze ondernemingen versterken.  

Het is evident dat pensioensparen en groepsverzekeringen zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied van de meerwaardebelasting. Er is immers net absoluut nood aan een versterking van de tweede en de derde pensioenpijler.

Een belangrijke uitzondering op de nieuwe belasting op meerwaarde van aandelen is het zogenaamde aanmerkelijk belang van 20%. Het is voor Voka evident dat ondernemers die een aanmerkelijk belang van 20% of meer aanhouden in een onderneming kunnen genieten van een verlaagd opklimmend tarief en een hogere voetvrijstelling. Het zijn immers ondernemers die risico’s durven nemen en een voortrekkersrol spelen in onze broodnodige welvaartscreatie. Zij gaan dit risico vaak aan in familiaal verband. Soms leidt dit tot succes - en meerwaarden. Maar vaak kennen ondernemers ook tegenslagen - en minderwaarden. Ondernemerschap verdient respect en aanmoediging, zoals het regeerakkoord terecht stelt.  

Hoe bepaal je de 20%-drempel?

De politieke discussie tijdens de onderhandelingsnacht ging over de toetredingscriteria: in welke tijdsperiode voorafgaand aan het moment van verkoop moet men het aanmerkelijk belang van 20% aangehouden hebben? Maakt men daarbij een foto op het moment van verkoop of een film over een deel van het ondernemingsleven? En mogen familieleden (en zo ja welke) meegerekend worden om de minimale participatie te berekenen?  

Dit lijken op het eerste gezicht technische parameters, ‘achterpoortjes’ volgens sommigen.  Maar ze kunnen reële impact hebben. Deze parameters bepalen bijvoorbeeld of een doorgroeiende ondernemer die initieel een aanzienlijke participatie aanhoudt, maar die participatie noodgedwongen ziet verwateren bij opeenvolgende kapitaalsverhogingen, al dan niet nog zal kunnen vallen onder het aanmerkelijk belang regime. Idem dito met de aandeelhouders van een familiale onderneming in bijvoorbeeld de derde of latere generaties. Het aandeelhouderschap is hier immers vaak verspreid onder de verschillende familieleden die samen wel het familiebedrijf controleren.  

Het initiële voorstel van de Minister van Financiën hield, binnen de contouren van de nieuwe meerwaardebelasting, terecht rekening met deze bekommernissen. Met respect voor het familiaal ondernemerschap en scale-ups, fundamenten van onze economie. Voka betreurt dan ook dat deze drempels tijdens de finale onderhandelingen aanzienlijk zouden zijn verhoogd. De film werd een foto, een momentopname. En er wordt abstractie gemaakt van familiale banden.  

Verlies mag niet in rekening

Ook de erkenning van tegenslagen – inherent verbonden aan risico nemen – schiet tekort in het opzet van deze meerwaardebelasting. Verliesverrekening is nochtans een cruciaal onderdeel van een rechtvaardig fiscaal stelsel voor meerwaarden, omdat het beleggers toelaat verliezen te compenseren met winsten over de jaren heen en enkel belasting te betalen op hun werkelijke netto-rendement. Net zoals in de vennootschapsbelasting, waar verliezen in het ene jaar kunnen verrekend worden met winsten in een volgend jaar. Vele landen kennen een meerwaardebelasting. Maar in veel OESO-landen kunnen particulieren hun verliezen wel verrekenen met toekomstige meerwaarden of zelfs, zij het beperkt, met andere inkomsten zoals loon of dividenden.  

En in vele andere landen zijn transactietaksen (beurstaks, verzekeringstaks,…) en vermogenstaksen allerhande (effectentaks) ook niet zo ontwikkeld als bij ons. Ook die globale benadering missen we in de discussie over de meerwaardebelasting. Het eindresultaat is een reeks belastingen op kapitaal.  

We roepen de regering dan ook op om hier oog voor te hebben. Er zijn daartoe aanknopingspunten in het regeerakkoord. Die moeten nu maximaal worden ingevuld.  Want ondernemerschap aanmoedigen verdient zich dubbel en dik terug, economisch, maatschappelijk en budgettair.  

Contactpersonen

Karl Collaerts

Expert Fiscaliteit en Begroting

Eric Laureys

Woordvoerder

imu - vzw - opt
imu - vzw - brussels airport
imu - vzw - slimstock
ING
Orange
SDWorx