Begin deze week brak Brussel het Belgische record regeringsvorming van 541 dagen van 2010-2011. Dat wordt dan op wereldvlak de langste regeringsvorming ooit na Noord-Ierland in 2017-2019. En het ziet er niet naar uit dat we in Brussel ondertussen ook maar één stap dichter zijn bij een regering dan anderhalf jaar geleden. In de rest van het land wordt dat vooral op schouderophalen, of zelfs complete onverschilligheid, onthaald. Dat is op z’n zachtst gezegd bizar, gezien Brussel een belangrijk deel van onze economie uitmaakt.
Onbenut potentieel in Brussel
Vandaag is Brussel ‘goed’ voor een zesde van de economische activiteit in België. En dat is eigenlijk veel te weinig. In de meeste andere Europese landen is het gewicht van de hoofdstad in de hele economie veel groter (gemiddeld 28%). Bovendien neemt die achterstand nog toe: sinds 2015 groeide de economische activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 0,7% per jaar, de laagste groei onder de Europese hoofdsteden. Dat suggereert dat we in Brussel heel wat economisch potentieel laten liggen. Dat wordt bevestigd door andere indicatoren. In 2024 was amper 64% van de Brusselse 20- tot 64-jarigen aan het werk. Dat is bij de laagste onder alle Europese regio’s. In de andere Europese hoofdsteden is dat gemiddeld bijna 80%. Dat impliceert dus een belangrijk onbenut arbeidspotentieel.
Onaanvaardbare omstandigheden
De zwakke Brusselse economie vertaalt zich ook in onaanvaardbare omstandigheden zoals verontrustende armoedecijfers en de problemen met veiligheid. In 2024 liep 37% van de Brusselaars het risico op armoede of sociale uitsluiting, het vierde hoogste van alle Europese regio’s. Dat armoederisico is ook met voorsprong het hoogste van alle hoofdsteden in Europa, dus het is meer dan een louter hoofdstedelijk probleem. En ook op internationale ranglijsten van misdaadcijfers hoort Brussel steevast bij de top van de hoofdsteden. Dat soort zaken ondermijnt dan op hun beurt het economische potentieel, maar is vooral totaal onaanvaardbaar in het welvarende land dat we willen zijn.
De zwakke Brusselse economie vertaalt zich ook in onaanvaardbare omstandigheden zoals verontrustende armoedecijfers en de problemen met veiligheid.
Negatieve gevolgen voor de rest van het land
Daarnaast hebben de ondermaatse economische prestaties van Brussel uiteraard ook implicaties voor de rest van het land. Brussel is immers een belangrijke markt, zowel voor Vlaanderen als Wallonië. In de hypothetische situatie waarbij we de regio’s als afzonderlijke entiteiten zouden beschouwen, is Brussel immers de belangrijkste afzetmarkt voor Vlaanderen (goed voor 15% van de Vlaamse ‘export’, en op dat vlak belangrijker dan de buurlanden) en de tweede belangrijkste afzetmarkt voor Wallonië (18%). Voor de Vlaamse economie is Brussel belangrijk dan landen als Duitsland, Frankrijk of Nederland. Een performantere Brusselse economie zou dan ook positief zijn voor heel ons land. En anderzijds weegt de aanslepende Brusselse malaise vandaag op heel onze economie. Dat plaatst vraagtekens bij de quasi-algemene onverschilligheid over de huidige Brusselse situatie in de rest van het land.
Stop de politieke spelletjes
Tegen die achtergrond is het slechte politieke schouwspel van de voorbije maanden in Brussel ronduit wraakroepend. We laten in onze hoofdstad enorm veel economisch potentieel liggen. Dat is uiteraard nefast voor de Brusselaars zelf, maar straalt ook negatief af op onze hele economie. Dat de Brusselse politiek vandaag rondjes blijft draaien in doorzichtige politieke spelletjes, en de rest van het land zich daar nauwelijks iets van aantrekt, is een schande met dramatische gevolgen voor het toekomstig potentieel van onze hoofdstad.




