Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 10/11/2025

Vorige week, donderdag 6 november, ondertekenden de Vlaamse en Waalse regering samen met Akt for Wallonia, Voka en industriële bedrijven de verklaring van Mons. Het is een duidelijke belofte van actie. Zeventien industriële koplopers, gaande van ArcelorMittal en BASF tot Holcim, Engie en Air Liquide, sloten een gemeenschappelijke verklaring om Carbon Capture and Storage (CCS) eindelijk tot werkelijkheid te maken.

Voor het eerst trekken Vlaanderen en Wallonië één lijn in hun industriële klimaatbeleid. Ze erkennen dat CCS onmisbaar is om de uitstoot in de zware industrie te verminderen, jobs te behouden en nieuwe investeringen aan te trekken. De volgende stap zal het implementeren van de verklaring zijn.

Een duidelijk signaal van vertrouwen

Dat zeventien grote bedrijven deze verklaring mee ondertekenen, is een krachtig signaal. Het toont dat onze industrie bereid is te investeren in de toekomst, op voorwaarde dat het beleid volgt. De projecten liggen klaar, de technologie is bewezen, maar zonder een ondersteunend kader en duidelijke investeringszekerheid komen die niet van de grond.

Deze bedrijven nemen risico’s die miljarden vergen en in hun markt nog niet bestaat. Ze vragen geen blanco cheque, maar betrouwbare randvoorwaarden: voorspelbare regelgeving, een coherent federaal-regionaal beleid en tijdelijke deriskingmechanismen die de eerste investeringen mogelijk maken.

Politiek: tijd om te leveren

De politiek heeft in Mons het juiste signaal gegeven. Vlaanderen en Wallonië tonen dat samenwerking mogelijk is en dat ze hun industriële belangen overstijgend willen verdedigen. Dat is historisch. Maar een verklaring alleen volstaat niet.

De komende maanden moeten cruciaal worden om de woorden om te zetten in daden. Dat betekent:

  • Een duidelijk budgettair engagement voor derisking en infrastructuur, vergelijkbaar met wat onze buurlanden doen;
  • Snelle beslissingen over vergunningen, tariefmodellen en transportnetwerken, zodat bedrijven effectief kunnen investeren;
  • Een interfederaal plan dat CCS behandelt als strategische energie-infrastructuur;
  • Zonder een concrete uitvoering dreigt België achterop te hinken in de Europese CCS-race.

De komende maanden moeten cruciaal worden om de woorden om te zetten in daden.

Waarom België voorloper wil zijn

CCS is meer dan een milieumaatregel, het is een industriële hefboom. Voor sectoren zoals staal, cement, kalk en chemie is er vandaag geen alternatief om hun procesuitstoot te reduceren. Door CO₂ op te vangen en veilig op te slaan, kunnen deze bedrijven hun klimaatimpact drastisch verminderen en hun productie hier houden.

België heeft een unieke uitgangspositie: een concentratie van industriële sites, een sterk logistiek netwerk en toegang tot opslagcapaciteit via Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Door nu te investeren in transport- en opslaginfrastructuur kunnen we een CO₂-hub voor Noordwest-Europa worden, een doorvoerland dat waarde creëert, jobs behoudt en innovatie versnelt. Dat is niet alleen goed voor onze industrie, maar ook voor onze geopolitieke positie binnen Europa. 

Van belofte naar praktijk

Met de verklaring van Mons hebben we een gezamenlijk startschot. Maar het succes zal afhangen van wat er nu volgt. De bedrijven hebben hun engagement getoond. De politiek heeft beloofd mee te trekken. Nu moet de uitvoering volgen: snel, gecoördineerd en met voldoende middelen.

De komende maanden zullen tonen of België echt kiest voor een industriële toekomst. CCS is de ultieme test: slagen we erin om klimaat en competitiviteit te verzoenen, dan kunnen we Europa tonen dat duurzaamheid en groei wel samen kunnen gaan.

Contactpersoon

Maarten Libeer

Expert EU Affairs

imu - vzw - orange
imu - vzw - luminus
ING
Orange
SDWorx