De Europese Commissie ontwikkelt een Regionaal Innovatie Scorebord (RIS) dat 240 Europese regio’s analyseert. Vlaanderen prijkte in 2023 op plaats 23. Het Vlaams Gewest neemt hierdoor weer haar positie als ‘innovatieleider’ in. Als we in Vlaanderen per regio de analyse willen verderzetten, dan nemen we beter de regionale competitiviteitsindex (RCI) onder de loep.
Onze ambitie in cijfers
- 26 West-Vlaanderen neemt plaats 26 in van de meest competitieve regio’s binnen Europa (RCI-Index).
- 6G Onze regio hinkt achterop in connectiviteit. De uitrol van een 5G-/6G-netwerk is van primordiaal belang om digitale vooruitgang in de regio te realiseren.
- 10 West-Vlaanderen wil tot de top 10 behoren van meest competitieve regio’s in Europa via innovatie als hefboom.
Europese regionale competitiviteit index 2.0 - editie 2022
De regionale competitiviteitsindex (RCI) evalueert de algehele concurrentiekracht van Europese regio’s, meer bepaald de capaciteit van de regio om economische groei, innovatie en welvaart te genereren en te ondersteunen. De RCI steunt op drie grote pijlers die de economische activiteit beïnvloeden: (1) infrastructuur, (2) innovatie en technologische ontwikkeling, en (3) onderwijs, levenslang leren en arbeidsmarkt. Algemeen scoort West-Vlaanderen vrij goed; van 234 deelnemende regio’s bekleedt onze provincie de 26ste plaats. Plaatsen we dit echter in perspectief ten opzichte van alle Vlaamse regio’s, dan zien we dat West-Vlaanderen helemaal onderaan bengelt, en dit voor alle 3 pijlers en sub-indices. Voor de subindex innovatie is onze afstand tot de Europese top het grootst, waarbij we slechts de 73e plaats bekleden in de Europese ranking, dit is de laagste plaats van alle Vlaamse regio’s.
Als we inzoomen op de innovatiepijler zien we dat West-Vlaanderen achterop hinkt op vlak van connectiviteit en de uitrol van het 5G-/6G-netwerk en dat er binnen de regio minder gezinnen aankopen via internet doen. Daarnaast zien we minder wetenschappelijke publicaties toegekend aan de regio. Hoewel enkele departementen van UGent & KU Leuven in de regio verankerd zijn, zien we dat de publicaties veeleer gelinkt zijn aan de hoofdzetels (Gent & Leuven). In vergelijking met andere regio’s investeren de bedrijven in West-Vlaanderen (overwegend kmo’s) minder in onderzoek en ontwikkeling.
Investeer extra in onderzoek en ontwikkeling en vermarkt innovaties beter
ANALYSE
Vijftien jaar geleden al trok West-Vlaanderen aan de alarmbel. Slechts 1,4% van de publieke onderzoeksmiddelen in Vlaanderen ging richting West-Vlaanderen. Achter dit ene, extreem lage percentage stak weliswaar een breder, genuanceerder beeld van de positie van West-Vlaanderen op het vlak van innovatie en ondernemerschap in Vlaanderen en Europa. Toch liet ook dit beeld onmiskenbaar zien dat de provincie niet alleen geografisch maar ook economisch en maatschappelijk duidelijk ‘perifeer’ lag tegenover de Vlaamse Ruit.
Anno 2021 ging 2,7% van de Vlaamse onderzoeksmiddelen naar West-Vlaanderen. Bijna een verdubbeling tegenover de 1,4% maar nog altijd een bijzonder onbillijk aandeel. Daarenboven blijkt dat dit laag aandeel drastische gevolgen heeft voor alle innovatie-indicatoren van de RCI-index (cfr. supra) en dus ook onze algemene competitiviteit(score).
Dankzij de gezamenlijke aanhoudende inspanningen heeft West-Vlaanderen een inhaalbeweging kunnen maken. Ondanks diezelfde inspanningen en ondanks haar troeven heeft de provincie de rest van Vlaanderen anno 2023 nog niet kunnen bijbenen.
DIT VRAAGT VOKA WEST-VLAANDEREN
- Investeer substantieel in de West-Vlaamse onderzoekszwaartepunten die zowel sectorspecifiek als cross-disciplinair zijn, en dat zowel via de hogescholen als via de universiteiten.
- Voorzie in meer financiële ruimte binnen de relevante Europese programma’s voor projecten en initiatieven in West-Vlaanderen (zoals een nieuw EFRO GTI West-Vlaanderen-programma met groter budget) en voorzie ook in inhoudelijke ruimte binnen deze Europese programma’s voor specifieke bottom-up vragen en noden vanuit West-Vlaanderen.
- Versterk de mogelijkheden voor kennistransfer en kennisvalorisatie bij kennisinstellingen, met name hogescholen, zodat samenwerkingen tussen kennispartners en kmo’s een evidentie wordt. Optimaliseer de werking van bestaande initiatieven zoals liaison officers (TTO) & Blikopener in het kader van efficiëntie en effectiviteit, zodanig dat kennisinstellingen hun brugfunctie kunnen waarmaken en tot de gehoopte resultaten komen, namelijk meer interactie met bedrijven en meer afstemming over onderzoek aan hogescholen en universiteiten.
- Voorzie in meer financiële middelen voor Flanders Food, de Blauwe Cluster en EdTech Station, om kmo’s te activeren in hun werking zodat ze nog sterker de rol van matchmaker en facilitator spelen in het West-Vlaamse weefsel. Door kleinere kmo’s actief te laten participeren in Vlaamse onderzoeksprojecten, kunnen die daarna aangespoord worden om door te stromen naar internationale netwerken en Europese Kaderprogramma’s.
- Ondersteun Flanders Make in haar missie om de maakindustrie naar een hoger niveau te tillen door middel van geavanceerde technologieën, duurzame innovaties, samenwerkingsverbanden en talentontwikkeling. Door gericht te investeren in de maakindustrie kunnen substantiële productiviteitswinsten geboekt worden, hetgeen nodig is voor onze industrie om zowel binnen Europa als daarbuiten competitief te blijven (en zo de huidige welvaart van de regio in stand te houden). Flanders Make heeft hierin een belangrijke katalysatoropdracht op te nemen waarvoor extra budgettaire inspanningen noodzakelijk zijn. Deze inspanningen laten Flanders Make toe om haar rol volwaardig op te nemen, waarbij - via een doorgedreven valorisatiestrategie - technologische innovaties en nieuwe generaties productiesystemen (industrie 4.0) bij een brede waaier van industriële sectoren ingang moeten vinden. Flankerend aan deze technologische transitie zal Flanders Make de bedrijven ondersteunen met essentiële “re- & upskill” opleidingen in haar Talent Academy.”
- Realiseer de ambitie van het VLIZ om uit te groeien tot een marien instituut dat zich kan meten met de absolute wereldtop, met daarbij ook de nodige aandacht voor meerwaardecreatie voor het O&I-ecosysteem rondom de instelling en de bredere maatschappelijke context. Om dat te realiseren zijn een aantal gerichte versterkingen en investeringen nodig, waarbij we een Blauwe talenten-programma voor PhD-studenten opzetten, de onderzoeks- en innovatiecapaciteit optrekken en voorzien in een flankerend valorisatie- en internationaliseringsbeleid.