In deze rubriek gaat Hilde Schuddinck, co-ceo Voka Oost-Vlaanderen, op zoek naar mensen die haar inspireren, enthousiasmeren en motiveren. Deze keer ging ze op pad met Daniël Termont, de voormalige burgemeester van Gent, ereconsul, bestuurder, voorzitter en eeuwige Buffalo. Daniël leeft vandaag op het ritme van engagementen, ook al probeert hij officieel met pensioen te zijn. Ondanks gezondheidsproblemen en politieke stormen staat hij nog altijd met dezelfde gedrevenheid in het leven. “Ik doe alleen nog dingen die ik honderd procent graag doe.”

Tekst Hilde Schuddinck – foto Nathalie Dolmans
Daniël Termont was burgemeester van Gent van 2007 tot 2018. In die functie reisde hij in 2016 mee naar Silicon Valley tijdens Voka’s allereerste Techtrip. Ik leerde hem toen echt kennen, samen supporterend in een bruine kroeg voor onze Buffalo’s tegen Wolfsburg. Zijn ontgoocheling was groot toen de tegenstander een maatje te groot was, want eens Buffalo altijd Buffalo.
Ondertussen zijn we bijna tien jaar verder. Woelige, politieke tijden en gezondheidsproblemen waren hem niet vreemd, maar in zijn functie als voorzitter van WOW (Wonen Ondernemen Werken in Gent, een recente samenwerking tussen Voka Oost-Vlaanderen, Embuild Oost-Vlaanderen, RES en BVS in functie van het Gentse vastgoedevent) werken we terug nauwer samen.
Daniël, je bent 72 ondertussen, maar je loopt nog altijd rond alsof de jaren geen vat op je lijken te hebben en je neemt nog veel mandaten op. Wat is het geheim?
“(Lacht) Officieel ben ik nochtans een gepensioneerde mens. Ik was 65 jaar en acht maanden toen mijn mandaat van burgemeester stopte en ik had me echt voorgenomen om met pensioen te gaan. Het is uiteraard veel kalmer nu. Als burgemeester is het 24/7, met je gsm onder je hoofdkussen omdat je ’s nachts kan opgeroepen worden. Ik had aan mijn vrouw beloofd om te stoppen, maar ik heb dat maar een week of twee volgehouden. Mensen kwamen snel met allerlei vragen. Ik snap vaak niet wat ze bij een ‘oude man’ komen doen. In principe aanvaard ik niets meer, maar soms is het zó interessant dat ik niet kan weigeren.”
Wat valt voor jou onder ‘zó interessant’?
“Ik ben ereconsul van Marokko, maar ik zat tot mei 2025 ook voor de Europese Commissie in de Mission Board Climate Neutral and Smart Cities. Dat is een werkgroep van de Green Deal van Frans Timmermans. Hij had een burgemeester nodig die met beide voeten in de praktijk had gestaan, om te kijken hoe we de klimaatcrisis kunnen aanpakken in steden. Ik ben enorm nieuwsgierig en ik leer nog elke dag bij. Ik ben hét voorbeeld van levenslang leren (lacht).”
Je gaf ons ook een ‘ja’ om voorzitter te worden van het vastgoedevent dat Christophe Maes een twintigtal jaren geleden oprichtte. Het was in die samenwerking dat ik je energie en toewijding zo hard voelde.
“Ik heb heel mijn leven dag en nacht gewerkt. Dat is niet overdreven: ik zat om twee uur ’s nachts nog mails te beantwoorden. Dat ritme zit in mij. Ik sta ook niet meer zo onder stress nu. Ik doe alleen nog maar dingen die ik 100% graag doe. Er komen veel vragen door de contacten die ik door de jaren heb opgebouwd. Maar gelukkig voel ik me, buiten wat kleine ouderdomskwalen, nog altijd fit en probeer ik mijn taken zo goed mogelijk te organiseren.”
Ik ben hét voorbeeld van levenslang leren”
Daniël Termont
Hoe staat je vrouw tegenover je blijvende inzet?
“Na mijn eerste 14 dagen pensioen was ze blij dat ik terug buiten ging (lacht). Ik liep haar in de weg en begon me plots te bemoeien met het huishouden — iets wat ik nooit van mijn leven gedaan heb. Ze heeft altijd goed kunnen omgaan met mijn uithuizigheid. Ze was zelf ook altijd actief, dus ze begreep mijn engagementen.”
Wat deed zij in het dagelijkse leven?
“Ze was niet politiek actief, maar wel in allerlei sportverenigingen en een aantal jaren in het verzekeringswezen. Het grootste deel van haar carrière was in het onderwijs, in het Atheneum De Wispelberg.”
Moh, mijn kinderen gaan daar naar school.
“Toffe, goede school. Ze heeft daar altijd veel en hard gewerkt. Het was dus niet dat ze thuis op mij zat te wachten. We hebben ook geen kinderen, wat ons allebei de vrijheid gaf om te doen wat we wilden. Ik stond ’s morgens om kwart na zes op en was zelden voor middernacht thuis. Ook de weekends zaten bomvol. Maar het heeft geloond: in 2012 werd ik verkozen met 44.500 stemmen. Dat was het resultaat van continu tussen de mensen te zijn en te luisteren.”
Is dat houdbaar, zo’n leven? Vandaag is er veel meer aandacht voor zelfzorg.
“Ik heb vaak vermoeid gelopen. Gemeenteraden tot middernacht, ’s nachts uit je bed voor een noodgeval … dan is je week om zeep door een groot gebrek aan rust. Maar ik deed van kindsbeen af sport, ging met de fiets overal naartoe. Ik heb ook mijn deel gezondheidsproblemen gehad: tien jaar geleden darmkanker, zeven jaar geleden vier overbruggingen aan mijn hart. Dat vloeit voort uit stress en ongezond leven. Maar ik voel me nu op en top. Ik ga regelmatig op controle en probeer voldoende beweging te hebben. In combinatie met mijn huidige werk: ongeveer 35 à 40 uur per week.”
Echt pensioen kan je dat niet noemen.
“Mensen kijken soms op tegen pensioen, maar ik kan je verzekeren dat er een leven is na pensioen. Zeker bij mij: door mijn contacten vragen ze me nog voor van alles.”
Zou je het spijtig vinden als ze je plots niet meer vragen?
“Goeie vraag. Het streelt je ego, natuurlijk. Soms ben ik echt verrast door bepaalde vragen, zoals dat voorzitterschap van WOW. Ik vind dat een grote eer. Je weet dat ik twijfels had, omdat men vanuit de oppositie probeerde om een zaak te maken rond bijvoorbeeld Optima, terwijl er niets aan de hand was. En de werkgevers zitten niet in mijn natuurlijke habitat. Het socialisme is nu eenmaal mijn wereld. Maar als burgemeester en havenschepen heb ik bijna dertig jaar gewerkt voor en met de economische wereld.”
(lees verder onder de foto)

Daniël Termont is ondertussen 72, maar loopt nog altijd rond alsof de jaren geen vat op hem lijken te hebben en hij neemt nog steeds veel mandaten op.
We hebben je in 2016 ook benoemd tot Voka Legende om die reden.
“Ja, dat heeft me geraakt. De universiteitsaula zat nokvol ondernemers. Dat betekent toch wel iets. Ik kwam ook goed overeen met de bedrijven omdat ze voor tewerkstelling en toegevoegde waarde zorgen. Dat doet de maatschappij nog altijd draaien. Als socialist besefte ik dat maar al te goed.
Het bouwen van het nieuwe stadion ging niet alleen over voetbal, maar vooral over economie. Iedereen verklaarde me eerst zot, maar het ging om de ontwikkeling van een volledig nieuw stadsdeel en extra tewerkstelling. En dat is gelukt. Daar ben ik nog altijd fier op.”
Zijn er nog zaken waar je bijzonder trots op bent?
“De verdubbeling van Volvo Car Gent. Samen met Guy Verhofstadt (premier toen) en Patrick Dewael (minister-president) zijn we erin geslaagd om die fabriek te laten uitbreiden en twee andere bedrijven — Honda en houtbedrijf Van Hoorebeke — te laten verhuizen. Dat was een immense operatie.”
Vandaag spreken we elkaar in het Jan Palfijn Ziekenhuis. Welke steen probeer je hier te verleggen?
“Ik ben voorzitter van het ziekenhuisnetwerk waarin AZ Jan Palfijn, Sint-Lucas, AZ Oudenaarde en UZ Gent zitten, een initiatief van Maggie De Block. De intenties waren goed, maar de output is er niet omdat er geen duidelijke opdracht is vanuit de overheid. Door het maandelijks overleg staan de neuzen wel al veel meer in dezelfde richting. Je moet weten: er zijn nog altijd 80 ziekenhuizen in België (we komen van 110, red.). Vorige week kwam de MAHA-analyse 2025 van Belfius opnieuw uit: een grondige studie over de financiële gezondheid van de ziekenhuissector. Vorig jaar was dat rampzalig. Het is iets beter, maar nog niet geruststellend.”
Hoe komt dat vooral?
“Mensen blijven niet lang meer in het ziekenhuis. Er is veel daghospitalisatie en men recupereert thuis. Dat zorgt voor een daling van de omzet met 13%. Grote hervormingen zijn noodzakelijk. De hele financiering staat onder druk. Iedereen zal moeten meedoen. Men zal van een prestatiestructuur moeten evolueren naar een cultuur die kijkt naar hoe snel en hoe goed een patiënt herstelt. Een enorme uitdaging.”
Stond het voor jou als kind al in de sterren geschreven dat je op je 72e met dit soort dingen zou bezig zijn?
“Eigenlijk niet. Ik was voorbestemd om ondernemer te worden. Mijn vader erfde een zaak die inboedels opkocht en verkocht en hij had een winkel op de Brugsesteenweg in Mariakerke waar hij nieuwe meubels verkocht. Ik had altijd een schitterende relatie met mijn vader, maar als je zaken samen doet, heb je discussies. Als ik zei dat iets bleek zag, was het volgens hem zwart (lacht). Als jonge gast deed ik ‘het oud ijzer’, want ik had nog veel kracht. Hij had me zelfs een vrachtwagen met kraan gekocht. Maar ik moest naar het leger, en ik had mijn hobby in de jeugdbeweging van de socialistische mutualiteit. De laatste maanden voor ik afzwaaide, vroegen ze me of ik daar wou gaan werken.”
Een groot dilemma dus?
“Enorm. Mijn hobby kiezen of de zaak van mijn vader verderzetten. Mijn vader reageerde gelukkig goed: hij gaf me zes maanden en hield mijn camion bij tot ik wist wat ik zou doen. Maar het beviel me zo goed dat hij de camion heeft moeten verkopen en de zaak alleen heeft verdergezet. Ook mijn zestien jaar jongere zus zag een overname niet zitten. Vond hij dat spijtig? Ik denk het niet. Hij heeft dat nooit uitgesproken. Hij genoot te veel van mijn vooruitgang in de politiek. Enkel ‘de grote bloemekee’ heeft hij gemist: mijn tweede verkiezing met dat grote aantal stemmen. Hij heeft me tot de laatste dag enorm geholpen met de campagne. Hij was megafier. En mijn mama ook.”
In 2012 werd ik verkozen met 44.500 stemmen. Dat was het resultaat van continu tussen de mensen te zijn en te luisteren”
Daniël Termont
Een mooie jeugd dus?
“Absoluut. Ik kreeg ontzettend veel vrijheid. Ik heb geen universitaire studies gedaan — ik ben boekhouder A2 — maar dat heeft mij veel geleerd. Vooral mijn tijd bij de arbeidersjeugdbeweging was bijzonder leerrijk: omgaan met mensen, conflicten oplossen, leidinggeven.”
De jeugdbeweging is een enorme leerschool. Ik was ook zeven jaar leidster bij de Chiro, waarvan vier jaar als groepsleidster.
“Absoluut. Daarom noem ik het de universiteit van het leven: van jongs af aan engagement opnemen.”
Tussen al je engagementen nog tijd voor ontspanning?
“Voor mij is dat skiën. Dat is mijn jaarlijkse uitlaatklep.”
Respect dat je dat nog altijd doet.
“Ik ben rustiger geworden en vermijd zwarte pistes, maar de bergen vind ik heerlijk. Als ik ski, denk ik aan niets anders. Ik sta elke ochtend om acht uur aan de lift en tegen de middag kom ik naar beneden. De rest van de dag besteed ik samen met mijn vrouw. Maar als je daar als eerste staat: die rust, het geluid van je ski’s op het ijs… ongelooflijk. Ik heb veel van de wereld mogen zien, maar die wintervakantie blijft mijn favoriet.”
Welke bestemmingen hebben je het meest geraakt?
“Costa Rica is voor mij het mooiste land: de natuur, de mensen. Heel Zuid-Amerika eigenlijk. Tijdens mijn mandaat als havenschepen waren daar enorme ontwikkelingskansen voor nieuwe transporten. Ik ben zelfs Ridder in de Orde van O'Higgins in Chili. Dat is de hoogste buitenlandse onderscheiding die je daar kan krijgen. Ik maak daar niet veel reclame over, maar het heeft me wel geraakt.
En er zijn dingen die men niet van mij verwacht.”
Zoals?
Ik ben een grote kenner van de dichter Pablo Neruda. Ik geef daar zelfs voordrachten over.”
Hoe komt dat?
“In september 1973 was er de coup van Pinochet tegen Salvador Allende in Chili. Ik was toen 20 en die beelden hebben diepe indruk gemaakt. 25 jaar later word ik havenschepen en een van mijn eerste reizen is naar Chili. Dan sta je daar voor dat paleis. Daarna ben ik Neruda beginnen lezen. Prachtig werk, zeker als je de achtergrond kent.”
Wel een communist toch?
“Het communisme maakt mij niet warm. Ik ben een sociaaldemocraat. Het gaat om de inhoud van zijn werk, zoals Canto General, over de dictaturen in Zuid-Amerika. Heel onderbouwd. Dat is literatuur die je vormt. Geen politiek dogma, maar poëzie en menselijkheid.”
En die piano, Daniël? Geraakt die nog bespeeld? We gaven je destijds 10 lessen cadeau.
“(Bulderlach) Hilde, die piano is een schoon meubelstuk geworden. Ik heb die lessen gevolgd, ik had een fantastische leraar, maar die noten … dat was mijn ding niet. Ik dacht dat ik tijd en goesting zou hebben, maar nee. Ik werk liever mét mensen samen dan mét noten, denk ik.”
Je wordt tijdens onze wandeling nog vaak aangesproken. Geniet je daar van of stoort het?
“Ik word dat nooit beu. Integendeel, ik heb dat graag. Mensen komen goeiedag zeggen, soms vragen ze nog hulp. Als ik onrecht opmerk, ja, dan durf ik nog wel eens telefoneren. Dat zit in mij.”
Zijn er nog mandaten waarvan je droomt?
“Nee. Het is goed geweest. Ik wil vooral energiek en gezond blijven. Je moet de geest blijven trainen. Ik lees elke dag moeilijke stukken als inspanning voor mijn geest.”









