Overslaan en naar de inhoud gaan
Map

Gardec is fier op modern droogdok

  • 22/03/2024

“We gaan voor extreme flexibiliteit en snelheid”

Het Zeebrugse Gardec is één van de grootste scheepswerven langs de Belgische kust. Met een toegewijd team van ervaren scheepsherstellers biedt het bedrijf van vader en stichter Hugo en zoon Dieter D’Hoedt dagelijks technische oplossingen aan voor de maritieme sector, variërend van scheepvaart en offshore tot haveninfrastructuur. Naast service en herstellingen realiseert het op-en-top familiebedrijf ook complete nieuwbouwprojecten, waaronder zware metaalconstructies, nieuwbouw van machinekamers, afwerking van schepen of industriële constructie en offshoreprojecten.

Hugo D’Hoedt, Dieter D’Hoedt en Jochen Cobbaert — Gardec

Nog even en dit bedrijf is 30 jaar jong. Hoe is het allemaal begonnen en wat waren de mijlpalen? 

Hugo D’Hoedt: “Ik heb al van in mijn jeugd een grote interesse gehad voor mechanica. Toch ben ik pas op mijn 45ste begonnen met mijn eigen bedrijf. In een eerste fase profileerde Gardec zich als agent (dealer) aan de Noordzee voor ABC Motoren. Dat was in 1995. In dat eerste jaar was het niet eenvoudig om continuïteit te verzekeren in de business. In 1996 hebben we een eerste droogdok aangekocht. In 1998 hebben we ook een lokaal staalbedrijf overgenomen en dat was de opstap om volledige machinekamers te refitten, een belangrijke strategische wending. In 2003 evolueerde Gardec ook richting baggerbedrijven en stonden we dus niet langer en alleen ter beschikking van de visserijsector. Zo zijn we altijd maar blijven voorwaarts evolueren. In 2008 hebben we een eigen werkplaats opgericht voor de zware industrie en in 2020 hebben we hier naast de deur een grote investering gedaan met de bouw in eigen beheer van een nieuw droogdok, wat zorgde voor substantieel meer hefcapaciteit: van 600 ton naar 3.000 ton. Tussendoor hebben we 2 overnames afgerond die zorgden voor grote complementariteit: pur sang machinefabrikant Brusselle (geleid door achterneef Jochen Cobbaert) en De Cloedt Werkhuizen. Gardec is dus het product van een heel verhaal.” 

Kan Gardec wel onder één noemer gevat worden? 

Dieter D’Hoedt: “Toegegeven, dat is moeilijk. We zijn er best fier op dat we in dienst van de maritieme sector van verschillende markten thuis zijn: mechanische service, machinering, zwaar constructiewerk, offshore services, scheepsonderhoud, ontwerp en bouw van lieren en stuurmachines.” 

Stond het in de sterren geschreven dat u op een dag in het bedrijf van uw vader zou binnenstappen? 

Dieter D’Hoedt: “Eigenlijk wel. Toen ik 16 was kwam ik hier tijdens de vakanties al werken. Dat gebeurde vooral met plezier, niet omdat het zo nodig moest. Je kan dus zeggen dat ik de microbe van jongs af aan meedraag. Werken op de werf maakte ook altijd een diepe indruk op mij. Hier binnenstappen is dus de vrucht geweest van een vrij natuurlijk proces. Mijn opleiding (industrieel ingenieur, lasingenieur) was dus ook een logische keuze. In 2003 was het zover. Mijn vader had me laten verstaan dat hij me wel kon gebruiken. Veel meer woorden zijn daar toen niet aan vuil gemaakt. Veel, zo niet alles, was gestoeld op vertrouwen en stilzwijgende afspraken. Recent hebben we de relatie wat geformaliseerd en zijn we co-zaakvoerders geworden. Het voordeel: we zijn meer dan ooit elkaars klankbord, zonder dat we over alles dezelfde mening moeten hebben. Het belangrijkste is dat we goed overeenkomen en in grote lijnen dezelfde visie delen.” 

Familiebedrijven hebben veel voordelen, maar ook nadelen. 

Dieter D’Hoedt: “Ik zie heel wat voordelen aan de positieve kant, zoals begeestering, verbetenheid, drive. Wat familiebedrijven kenmerkt, is de passie om er vol voor te gaan, elke dag opnieuw. Je moet het ook graag doen, want anders hou je het niet vol. Typisch is ook de wil om te groeien en de bereidheid om kort te schakelen. We hebben dat alles in huis. Aan de andere kant betekent een familiebedrijf ook dat je helemaal alleen de verantwoordelijkheid moet dragen voor het hele reilen en zeilen van het bedrijf. Die rugzak kan best zwaar wegen. Ik geef een voorbeeld: weekend of niet, ik wil altijd bereikbaar zijn en blijven voor klanten. We dragen de notie service hoog in het vaandel en willen er dus naar handelen. Klanten die buiten de uren in nood zitten, weten dat ze op ons kunnen rekenen. En jawel, dat mag ook in het buitenland zijn.” 

We hebben continu een vliegende equipe klaar staan van 20 lassers die gecertificeerd zijn voor laswerken op offshore installaties. Er zijn niet veel bedrijven in onze sector die dat kunnen zeggen.

Dieter D’Hoedt

Gardec bestrijkt een erg breed actieterrein. Maar dromen jullie nog van meer? Zijn er domeinen die nog opgevuld moeten worden? 

Dieter D’Hoedt: “Het antwoord is gelijktijdig eenvoudig en moeilijk: het werk is nooit af. We willen vooral niet rigide zijn in onze aanpak. We stellen ons continu de vraag wat er nog zou passen onder onze paraplu. Maar je moet dat case per case bekijken. Vergeet niet dat een schip een varende fabriek is met talrijke toepassingen. Voorlopig zijn we zo gestructureerd dat we voor bepaalde zaken veel een beroep doen op tientallen subcontractors of toeleveranciers. Dat gebeurt onder onze voorwaarden en eisen. De kwaliteitslat ligt erg hoog en we vragen van onze partnerbedrijven ook een extreme vorm van flexibiliteit en snelheid van uitvoering. Wie dat niet kan garanderen, moet niet rekenen op een samenwerking. De ervaring leert echter dat er tientallen kmo’s zijn met wie we al jarenlang perfect in zee gaan. Hun meerwaarde staat vast. Ik geef maar één voorbeeld: we werken al 25 jaar samen met één en hetzelfde bedrijf dat schilderdiensten aanbiedt. Dat zegt toch genoeg?” 

Is Zeebrugge een ideale haven om de business uit te rollen? Hoe liggen de verhoudingen met het havenbestuur? 

Dieter D’Hoedt: “We hebben al altijd de allerbeste relaties onderhouden met het havenbestuur. Maar, en in alle bescheidenheid ook, we hebben onze groei vooral aan onszelf te danken. De stap richting de grote baggerbedrijven was een belangrijke sprong voorwaarts. De contacten en contracten met grote spelers als Jan De Nul en/ of DEME hebben Gardec een enorme boost gegeven. We zijn nu al jaren veel minder en unilateraal afhankelijk van de visserijsector. De baggersector heeft letterlijk onze grenzen helpen verleggen: onze actieradius blijft sindsdien niet langer beperkt tot wat er aan land gebeurt, maar verlegt zich ook meer en meer richting offshore. Denk bijvoorbeeld aan serviceverlening bij de bouw van transfostations of windmolens op zee. We hebben continu een vliegende equipe klaar staan van 20 lassers die gecertificeerd zijn voor laswerken op offshore installaties. Er zijn niet veel bedrijven in onze sector die dat kunnen zeggen.” 

Van concurrentie gesproken. Het is een voordeel om actief te zijn in een nichesector, maar een volledige ‘blue lagoon’ is het ook niet, toch? Vanwaar komt de zwaarste tegenwind? 

Dieter D’Hoedt: “Het is een nichesector maar – nooit te vergeten – ook een kleine wereld. Concurrentie houdt ons scherp, gelukkig maar. In de buurlanden als Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn ook bedrijven actief als het onze. De scherpste tegenspelers bevinden zich waarschijnlijk in Nederland. Wij blijven een competitieve voorsprong hebben dankzij onze extreme flexibiliteit. Bij ons zal je geen nine-to-five mentaliteit vinden en onze klanten weten dat ook danig naar waarde te schatten.” 

Hoe kijkt u vandaag tegen de conjunctuur aan? Gaat het goed of minder goed met de maritieme sector? Dit zal waarschijnlijk het duidelijkst merkbaar zijn bij de machinefabrikant in de groep, namelijk Brusselle? 

Jochen Cobbaert: “Je hoort ons niet klagen. Het orderboek van Brusselle is bijzonder goed gevuld. Dat heeft ook te maken met de door ons uitgestippelde strategie die neerkomt op een tweesporenbeleid. Onze orders zijn afkomstig uit 2 verschillende hoeken. Enerzijds is er onze service afdeling ‘wisselstukken, herstelling en revisie’, en die business draait op volle toeren. Anderzijds is er alles wat te maken heeft met nieuwbouw. Ook daar hebben we niet te klagen. Maar de verkoop van nieuwbouwlieren en -stuurmachines blijft wel onderhevig aan scherpere prijszetting.” 

Heeft Gardec inzake duurzaamheid en innovatie de voorbije jaren stappen gezet? 

Dieter D’Hoedt: “In ons geval is het een must om alle trends in de maritieme sector van heel nabij op te volgen. Ik denk hier aan de elektrificatie of aan de opkomst van waterstof of methanol als aandrijfbronnen. Het is duidelijk dat dit de toekomst wordt. Anderzijds zijn er nog veel ontwikkelingen te verwachten op het gebied van powermanagement. Daaronder verstaan: het automatiseren waar het kan, als opstap naar meer efficiëntie en rendabiliteit in de scheepsprocessen.” 

Gardec is het product van een heel verhaal.

Hugo D’Hoedt

Het team aan boord – zo’n 100 man sterk – moet voldoen aan heel specifieke eisen. Hoe moeilijk is het om mensen te vinden en aan boord te hijsen? 

Dieter D’Hoedt: “Vroeger werd in het VTI nog in grote lijnen aangeleerd waar wij om vroegen. Nu moeten de ‘rekruten’ vooral leren op de werkvloer. Wij leveren als bedrijf grote inspanningen om jongeren te laten kennismaken met onze sector. Dat gebeurt door rechtstreeks contact met de scholen, maar ook via jobbeurzen. Je moet met passie spreken over het werkaanbod en dat doen we ook. Onze hr-desk verzorgt de marketing van Gardec erg goed, dat mogen we zeggen. Toch hebben we nog continu vacatures openstaan. Het gaat altijd om technisch geschoolde profielen, zoals lassers, monteurs of draaier/frezers. We zoeken ook chauffeurs en projectleiders. Inhouse volgen we een heel motiverend beleid inzake hr. We zijn de grootst mogelijke voorstanders van intrapreneurship. We willen onze medewerkers, en vooral dan de projectleiders, zoveel mogelijk verantwoordelijkheden geven. In onze visie moet je mensen een uitdagende job bezorgen.” 

Hebben jullie een boodschap voor het onderwijs? 

Dieter D’Hoedt: “Technisch uitvoerende maritieme opleidingen worden onderbelicht en dat is jammer, want het is een boeiende sector met gevarieerd werk. Ik denk dat het onderwijs hier nog een gat in de markt zou kunnen opvullen.” 

En heeft u aan de vooravond van de verkiezingen een advies voor de overheid? 

Dieter D’Hoedt: “Klagen is gemakkelijk, en dat willen wij ook niet doen. Een ondernemer is het aan zichzelf verplicht om altijd positief te blijven en niet op te geven als hij moeilijkheden ondervindt op zijn pad. Maar het is wel een feit dat te veel regelgeving ons enorm veel meerwerk bezorgt. De bedrijfswereld in het algemeen ondervindt dat te veel administratie – zeg maar administratitis – een erg complex gegeven is. Terwijl wij ondernemers zo vaak het gevoel hebben dat het allemaal eenvoudiger kan. Je moet eens een omgevingsvergunning binnenhalen. Een heel karwei. Wij hebben het zelf mogen ondervinden toen we hier een nieuw droogdok wilden aanleggen. Ik schat dat het een jaar geduurd heeft tussen de eerste aanvraag en het effectief bekomen van de vergunning. Maar we willen daar nu niet te veel meer op terugkijken. Vandaag zijn we vooral trots en fier dat we in onze sector zowat het modernste droogdok van de hele Noordzee in gebruik hebben.” 

Tot slot: steeds meer steekt de vraag de kop op of de maakindustrie in onze contreien nog kan gedijen. Geloven jullie er nog in? 

Dieter D’Hoedt: “Jawel hoor, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Eén: doorzetten, bereid zijn om tegen de wind in te blijven fietsen. Twee: mensen vinden en mensen kunnen houden. Opleidingen door de bedrijven zelf zijn daarbij allicht cruciaal. Drie: het zoeken van een niche en daarin proberen uit te blinken. Dat proberen we elke dag in te vullen. En last but not least: extreem service minded zijn.” (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

Dieter D’Hoedt 

vindt een nieuwe zeesluis in Zeebrugge cruciaal. “Ook al betekent het voor ons dat we één van onze sites in de haven moeten herlokaliseren. Dat weten we nu al. Maar samen met het havenbestuur is al een oplossing gevonden voor een nieuwe locatie”, vertelt hij.

Hugo D’Hoedt, Dieter D’Hoedt en Jochen Cobbaert — Gardec

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie