Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Meer economische migratie in Vlaanderen is een must

Meer economische migratie in Vlaanderen is een must

  • 06/09/2024

“Lange vergunningstrajecten vormen belangrijke bottleneck”

De verbetering van het economische migratiekader van Vlaanderen (en Wallonië) is essentieel om het aanwerven en behouden van buitenlands talent te verbeteren. In functie daarvan zijn de OESO en de Europese Commissie, samen met het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie, bezig met een onderzoeksproject naar internationale goede praktijken en mogelijke initiatieven voor het aantrekken en behouden van internationaal talent. Het doel ervan is om Vlaanderen en Wallonië te ondersteunen bij het ontwerpen, ontwikkelen en implementeren van hervormingen om gekwalificeerd talent aan te trekken en te behouden. Dries Lens, onderzoeker aan het Centrum voor Sociaal Beleid (UAntwerpen), staat stil bij de nood aan en evolutie van arbeidsmigratie en somt een aantal knelpunten van het huidige systeem op.

Meer economische migratie in Vlaanderen is een must Dries Lens

Waarom is de nood aan arbeidsmigratie in Vlaanderen zo groot?

“We hebben de krapste arbeidsmarkt van Europa, met tekorten in vrijwel alle sectoren, van hooggeschoolde tot lagergeschoolde functies. De komende 10 jaar zal onze actieve beroepsbevolking (15-64 jaar) stagneren en zal de vervangingsvraag voor 55-plussers snel toenemen. Het aanspreken van onze resterende arbeidsreserves (zoals 60-plussers, laaggeschoolden en migranten) is noodzakelijk, maar het meeste ‘laaghangend fruit’ op het gebied van snelle activering is al geplukt. Met andere woorden: het zal tijd kosten om niet-beroepsactieve groepen, zoals langdurig zieken, thuisblijvende ouders en mensen met een leefloon, te activeren. Ook het verbeteren van de interne arbeidsmobiliteit (de mate waarin Vlaamse bedrijven mensen uit andere Vlaamse regio’s, Wallonië en Brussel aantrekken) blijft een belangrijk aandachtspunt. In de meeste scenario’s zal arbeidsmigratie nodig zijn om te voldoen aan de toenemende vraag naar arbeid in Vlaanderen.”

Sinds wanneer is deze materie een Vlaamse bevoegdheid? 

“Sinds 2014 zijn de regio’s bevoegd voor arbeidsmigratie van buiten de EU. Vlaanderen heeft gewacht tot 2019, met de invoering van de ‘single permit’, om een eigen beleid te ontwikkelen. Die ‘single permit’ is een gecombineerde vergunning voor werk en verblijf van bepaalde duur, waarmee werkgevers niet-EU werknemers langer dan 90 dagen in België kunnen tewerkstellen. Voor vergunningen van minder dan 90 dagen volstaat een werkvergunning.” 

Welk beleid hanteert Vlaanderen concreet? 

“Het is een concentrisch model, dat werkgevers vraagt om eerst de rekruteringsmogelijkheden in Vlaanderen en België te bekijken, vervolgens die in andere EU-landen en zich pas daarna op niet-EU-tewerkstelling te focussen. Op die regel gelden evenwel uitzonderingen. De belangrijkste geldt voor hooggeschoolden: voor die groep gaat men uit van een vermoeden van tekort. Zij vormen de grote meerderheid van de arbeidsmigratie van buiten de EU. We denken dan vooral aan ingenieurs, managers en onderzoekers. Een tweede uitzondering geldt voor middengeschoolden die in aanmerking komen voor een dynamische lijst van knelpuntberoepen. Voor die beroepen mogen bedrijven eveneens kandidaten van buiten de EU aanwerven. Dat kanaal heeft de laatste jaren aan belang gewonnen. Voor de overige profielen, namelijk middengeschoolden voor niet-knelpuntberoepen en laaggeschoolden, is het concentrische model van toepassing. In die gevallen moet de werkgever eerst bewijzen dat hij ‘lokaal’ geen geschikte kandidaat kan vinden. Ook die categorie groeit, met name door seizoensarbeid.” 

In welke mate kent Vlaanderen nu al veel arbeidsmigratie? 

“Arbeidsmigratie is de afgelopen 10 jaar sterk gegroeid: we spreken van een verdubbeling, tot bijna 20.000 mensen die in 2023 hun eerste verblijfskaart om werkredenen ontvingen. We zien ook dat ongeveer 80% van deze mensen uit de EU komt, met Roemenen als koplopers. Die arbeidsmigratie uit de EU stagneert nu, onder meer omdat ook Oost-Europese landen kampen met arbeidskrapte en vergrijzing. De stijgende lonen en dalende werkloosheid in die landen verminderen het migratiepotentieel. Vlaamse werkgevers moeten dus op zoek naar vervanging voor die arbeidskrachten. De migratie van mensen van buiten de EU zit in de lift, met 4.000 mensen die in 2023 hun eerste verblijfskaart om werkredenen hebben gekregen. Helaas blijven de meesten van hen maar tijdelijk in Vlaanderen: na 5 jaar is bijna twee derde alweer vertrokken, naar hun thuisland of andere bestemmingen. Degenen die wel blijven, doen het goed op onze arbeidsmarkt en blijven actief in goedbetaalde banen, vaak in functies die een hoge scholingsgraad vereisen.” 

Hoe komt het dat we zo moeilijk niet-Europese talenten aanwerven, laat staan ze behouden? 

“Alles begint bij de omslachtige procedure, die sinds 2021 via een digitaal loket moet worden opgestart. Het vergunningstraject is complex en er zijn veel stakeholders bij betrokken. Vlaanderen moest eerst het licht op groen zetten voor de werkvergunning. Pas daarna kan het federale niveau de voorwaarden voor de verblijfsvergunning beoordelen. Vervolgens moet de arbeidsmigrant zich melden bij de ambassade (voor het verkrijgen van een visum) en bij de gemeente (voor de afgifte van de verblijfskaart). Dat traject neemt al snel 6 tot 9 maanden in beslag. Ook de hernieuwing van een gecombineerde vergunning duurt te lang en leidt soms tot onderbrekingen in de werk- en verblijfsvergunning van de werknemer. De procedure is bovendien te weinig transparant voor de werkgever, wat het moeilijk maakt om aanwervingen te plannen. Dat zijn cruciale knelpunten.” 

Welke andere struikelblokken zijn er? 

“Sociale partners vinden dat Vlaanderen de dynamische lijst van middengeschoolde knelpuntberoepen nog te rigide hanteert. Als een beroep bijvoorbeeld niet op de Europese knelpuntberoepenlijst staat, wordt het niet weerhouden. Arbeidsmigranten zijn te afhankelijk van hun werkgever voor informatie over hun rechten en plichten en het is te moeilijk voor hen om van werkgever te veranderen. De erkenning van buitenlandse diploma’s verloopt evenzeer stroef, wat vooral een barrière vormt voor gereglementeerde beroepen in de zorgsector. Het is positief dat arbeidsmigranten kunnen deelnemen aan een inburgeringstraject – onder meer om Nederlandse les te volgen – maar amper 1 op de 3 niet-Europese arbeidsmigranten start zo’n traject, nog kleiner aandeel rondt het effectief af. Dat komt onder meer doordat het moeilijk met een voltijdse baan te combineren is.” 

Wat doet niet-Europeanen wel voor een carrière in Vlaanderen kiezen? 

“Vlaanderen heeft veel troeven om een aantrekkelijke bestemming voor buitenlands talent te zijn. We hebben een robuuste economie, zijn strategisch gelegen, bieden een hoge levenskwaliteit, een sterk schoolsysteem en dito sociale zekerheid. Bovendien praten de mensen aardig Engels. Hopelijk zal dit project bijdragen aan een verbetering van het economisch migratiesysteem in Vlaanderen.” (BVC - Foto Kurt)

International House West Flanders als onestopshop 

Om een aantrekkelijk onthaalbeleid te organiseren voor internationale talenten, richtte Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen eerder dit jaar samen met POM West-Vlaanderen het International House West Flanders op. Dat is een onestopshop waar zowel internationals als bedrijven terechtkunnen voor informatie en ondersteuning over wonen en werken in West-Vlaanderen. 

www.internationalhousewestflanders.be

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie