Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 06/03/2025

Enigszins in de schaduw van zijn onwaarschijnlijke aanpak van Oekraïne, zette president Trump ook deze week nieuwe stappen richting handelsoorlog. 

Begin februari kondigde hij invoerheffingen van 25% voor alle invoer uit Canada en Mexico aan, om die vervolgens de dag erna meteen voor een maand te pauzeren. Die pauze is nu afgelopen en deze week gingen de aangekondigde invoerheffingen voor Canada en Mexico in (binnen de twee dagen pauzeerde hij dan alweer de nieuwe invoerheffingen voor auto’s uit Canada en voor de meeste invoer uit Mexico opnieuw voor een maand). Daarnaast ging ook nog een extra heffing van 10% op alle invoer vanuit China in. Canada en China reageerden al met tegenmaatregelen. Trump herhaalde ook nog even zijn plannen voor invoerheffingen van 25% op de invoer uit Europa, en dreigde ook met heffingen voor alle landen die op één of andere manier Amerikaanse invoer belasten. 

Waar er een maand geleden nog twijfel was of de dreigementen met invoerheffingen een onderdeel waren van een onderhandelingsstrategie om bepaalde toegevingen af te dwingen, ziet het er meer en meer naar uit dat Trump echt werk wel maken van heffingen op zowat alle invoer in de VS.

Dom beleid 

Met uitzondering van een beperkt aantal speciale gevallen (bijvoorbeeld om bepaalde nieuwe industrieën af te schermen tot ze matuur zijn), zijn invoerheffingen een slecht idee. Die remmen de internationale handel af, verhogen de prijzen van de producten in het land dat de invoerheffingen oplegt en wegen op investeringen, innovatie en productiviteit. Zeker de maatregelen tegenover Mexico en Canada zijn vanuit economisch perspectief onbegrijpelijk. Veel Amerikaanse productieketens zijn immers geïntegreerd over die drie landen heen, waardoor de invoerheffingen voor belangrijke economische schade zullen zorgen, ook voor Amerikaanse bedrijven. 

Met Canada, Mexico, China en de Europese Unie viseert Trump ondertussen iets meer dan 60% van alle invoer in de VS. Dat zal onvermijdelijk de inflatie in de VS hoger duwen. Daarmee dreigt Trump één van zijn belangrijkste campagnebeloftes, de strijd tegen inflatie, zelf onderuit te halen. Het blijft natuurlijk mogelijk dat Trump uiteindelijk zal terugkrabbelen eens de negatieve impact van zijn handelsbeleid ook voor hem duidelijk worden. Voorlopig ziet het er evenwel naar uit dat hij nog wel een tijdje doorgaat met zijn handelsoorlog

Klap voor pril herstel 

De wereldhandel bleef de voorbije jaren hangen, en de export vanuit Europa stond zelfs stevig onder druk. Eind 2024 lag de export vanuit de eurozone ruim 8% onder het gemiddelde van 2018. Dat heeft veel te maken met de problemen in de Europese industrie. Maar de jongste maanden doken daar toch wat prille tekenen van beterschap op. Vertrouwensindicatoren voor de globale industrie namen de voorbije maanden terug toe. De indicator voor nieuwe orders op wereldvlak klom in februari zelfs naar het hoogste niveau in bijna drie jaar. De Europese industrie blijft nog altijd in krimpmodus, maar het vertrouwen in de sector bereikte in februari wel het hoogste niveau van de voorbije twee jaar. 

En ook in België nam het ondernemersvertrouwen in de industrie in februari terug wat toe (zij het van erg lage niveaus). Het zit er dik in dat nieuwe invoerheffingen, en de onzekerheid over eventuele volgende stappen in de handelsoorlog, die prille tekenen van beterschap terug onderuit zullen halen. 

Tijd voor Europa

Europa heeft zich de voorbije decennia te veel verschuild achter de VS, zowel op vlak van defensie, economie als geopolitiek. De ‘schoktherapie’ van Trump lijkt daar eindelijk verandering in te brengen. Nu de VS Oekraïne in de steek lijkt te laten, is Europa toch in actie geschoten om de eigen defensie ernstig te nemen. Frankrijk en het VK namen de voorbije week al het voortouw en de Europese Commissie kondigde plannen aan om een snelle verhoging van de defensie-uitgaven te faciliteren. En ook de regeringsonderhandelaars in Duitsland blijken bereid om het roer om te gooien met de aankondiging dat ze hun (overdreven) budgettaire discipline willen loslaten om veel meer uit te geven aan defensie en om massaal te gaan investeren in infrastructuur (via een infrastructuurfonds van 500 miljard).

Als Europa de toenemende neiging tot samenwerking op vlak van defensie ook breder kan uitrollen, dan wordt er de komende jaren veel mogelijk. Ook op economisch vlak blijft het Europese project immers onafgewerkt. Binnen de Europese markt zijn er nog altijd belangrijke handelsbarrières voor de industrie en nog veel meer voor de diensten. Die barrières zijn trouwens veel belangrijker dan de invoerheffingen waar Trump vandaag mee dreigt. Door het wegwerken van die interne handelsbarrières zou het economisch potentieel in Europa met zo’n 10% opgekrikt kunnen worden. Dat komt overeen met 1700 miljard op jaarbasis.

Met een combinatie van een sterkere eengemaakte markt, meer investeringen in infrastructuur (ook grensoverschrijdend), minder regulering, een versterkte Europese defensie-industrie, een hechtere samenwerking op het vlak van energie, … zijn er zeker mogelijkheden voor de Europese economie om de komende jaren positief te verrassen. Het blijft afwachten of dat politiek zal lukken. De vorige week aangekondigde Clean Industrial Deal bleef alvast onder de verwachtingen, maar de forse koerswijziging in Duitsland laat zien dat er toch meer mogelijk is. Dit is het moment voor Europa om het verschil te maken. In het verleden lukte het vaak om onder druk belangrijke stappen te zetten. Hopelijk deze keer opnieuw.   
 

Contactpersoon

imu - vzw - slimstock
im u - vzw - exact
ING
Orange
Logo SD Worx