De totale wereldhandel stagneerde de voorbije drie jaar. De jongste paar maanden leek er opnieuw wat beweging in te komen (met een stijging van 2% sinds midden 2024). Maar net deze week zette Trump de eerste stappen naar een internationale handelsoorlog. Het blijft afwachten hoe ver hij dit wil drijven, maar dit soort beleid weegt sowieso op de wereldeconomie.
Start-stop handelsoorlog
Deze week kondigde Trump invoerheffingen van 25% aan voor invoer in de VS uit Mexico en Canada en van 10% voor China. Na beperkte toegevingen rond grenscontroles door Mexico en Canada (wat vervolgens door Trump als een grote overwinning voorgesteld werd) werden de invoerheffingen met een maand uitgesteld. Afwachten of er binnen een maand nieuwe toegevingen nodig zijn, of de hogere invoerheffingen dan toch gewoon doorkomen. Hoe dan ook is dit een bizarre manier om om te gaan met je belangrijkste handelspartners.
Met China kwam er (nog) geen akkoord en gingen de heffingen ondertussen in. China reageerde al met eigen invoerheffingen op invoer vanuit de VS, maar blijft voorlopig nog vrij terughoudend gezien maar 10% van de Amerikaanse handel geviseerd zou worden. Mogelijk wordt ook daar nog gewerkt richting een ‘deal’.
Daarnaast voerde Trump zijn dreigementen richting Europa verder op met stoere uitspraken over invoerheffingen die er nog zitten aan te komen. Europa bezint zich ondertussen over mogelijke tegenmaatregelen, waarbij onder meer gekeken wordt richting de Amerikaanse tech-sector.
Slecht beleid
In een beperkt aantal specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld om opkomende sectoren tijdelijk af te schermen of om oneerlijke concurrentie te counteren, valt er economisch iets te zeggen voor invoerheffingen. Maar in de meeste gevallen zijn invoerheffingen slecht beleid. Invoerheffingen remmen uiteraard de internationale handel af, verhogen de inflatie in het land dat de invoerheffingen oplegt en wegen op investeringen, innovatie en productiviteit. Lagere invoerheffingen en toenemende internationale handel hebben de voorbije decennia enorm veel extra welvaart opgeleverd. En belangrijk, zowel de invoerende als de uitvoerende landen winnen bij toenemende handel (ook al zijn er binnen de betrokken landen niet alleen maar winnaars).
Trump dreigde eerder met een algemene invoerheffing van 10% voor alle invoer vanuit Europa. De ramingen van de mogelijke impact daarvan lopen nogal uiteen (ook afhankelijk van de concrete modaliteiten van de heffing), maar de meeste analyses wijzen op een negatieve impact rond 0,5% van het bbp. Voor België zou dat overeen komen met 3 miljard euro (België is mogelijk kwetsbaarder dan gemiddeld in Europa omdat onze economie bovengemiddeld afhankelijk is van internationale handel).
De ontwikkelingen van de voorbije dagen suggereren dat Trump de dreigementen met invoerheffingen op z’n minst gedeeltelijk gebruikt om bepaalde toegevingen te verkrijgen. Ook dat is economisch een gevaarlijk spel. Sowieso zorgt die manier van werken voor extra onzekerheid voor ondernemingen die internationaal actief zijn. Daarnaast is het maar de vraag hoe ver Trump dat soort gedrag kan drijven. Het risico blijft reëel dat de hogere invoerheffingen er uiteindelijk toch komen (met de daaraan verbonden economische schade).
Extra risico’s
Naast het spook van de handelsoorlog dook vorige week nog een ander economisch risico van het Trump-beleid op. De Fed, de Amerikaanse centrale bank, hield haar beleidsrente onveranderd, terwijl Trump die rente verlaagd had willen zien. De kritiek van Trump volgde dan ook snel. Die spanning zal de komende maanden allicht nog verder oplopen. Met zijn beleid van invoerheffingen, deportaties en belastingverlagingen dreigt Trump de inflatie in de VS hoger te duwen. Tegelijkertijd wil hij lagere rentes van de Fed. Die laatste zal daar niet in meegaan, en zal als de hogere inflatie er echt doorkomt zelfs weer naar renteverhogingen neigen.
Die dynamiek dreigt te resulteren in een toenemende druk van Trump op de Fed. Ook op dat vlak valt het af te wachten hoe ver Trump dit wil doordrijven, maar de risico’s zijn aanzienlijk. Eerder al legde Michael Barr zijn rol als verantwoordelijke bij de Fed voor de supervisie van de banken neer om een clash met Trump te vermijden. Die stap zal allicht leiden tot een minder strikte supervisie van de financiële sector in de VS. De combinatie van toenemende druk voor een soepeler monetair beleid en minder financiële supervisie draagt de kiemen van een volgende financiële crisis. De mogelijke impact daarvan is op langere termijn allicht nog belangrijker dan die van de invoerheffingen.
Onzekere wereldeconomie
De wereldeconomie houdt de jongste jaren redelijk stand met een stabiele, zij het niet fantastische, groei rond 3%. Zoals gevreesd, zorgt Trump vooral voor extra onzekerheid daarbij. Gezond verstand suggereert dat hij uiteindelijk zal terugdeinzen voor de extreemste stappen zoals een volledige handelsoorlog of een echt ingrijpen bij de Fed. Niettemin blijft een verdere verhoging van de invoerheffingen en meer verbale druk op de Fed waarschijnlijk. De daarmee gepaard gaande onzekerheid is uiteraard niet positief voor de wereldeconomie. Het blijft de komende periode vooral afwachten hoe ver Trump echt wil gaan.
In plaats van enkel te kijken naar Trump kan Europa best zelf al zoveel mogelijk de zaken in eigen handen nemen. Een versterking van de interne markt (met minder handelsbarrières tussen de lidstaten), een echte industriële strategie en meer Europese coördinatie op het vlak van infrastructuur, O&O, defensie, kapitaalmarkt… houden een enorm economisch potentieel in voor Europa. De nieuwe Europese Commissie heeft plannen in die richting. Hopelijk maken ze er snel echt werk van.