Na het eerdere nieuws over ontslagen bij BASF in Antwerpen, volgt nu een nieuwe klap voor de Vlaamse industrie — ditmaal in Limburg. Celanese kondigde aan haar chemiefabriek in Lanaken te sluiten, waardoor 160 jobs verdwijnen, en dat een dik jaar na de sluiting van papierfabriek Sappi nota bene in dezelfde gemeente. Het is opnieuw een zwaar signaal uit een sector die al langer onder druk staat. De jongste jaren zagen we een aaneenschakeling van slecht nieuws uit de chemie, en helaas lijkt dit nog niet het einde van het verhaal. Onze industrie, en vooral de energie-intensieve tak ervan, kreunt onder structurele problemen die de toekomst van zulke activiteiten in België ernstig bedreigen.
Crisis in de chemie
De chemische industrie kampt al langer met structurele moeilijkheden, in België maar ook in grote delen van Europa. De voorbije tien jaar daalde de activiteit in de Belgische chemie met 20% (in volume). Opvallend genoeg steeg het aantal werknemers in dezelfde periode met ongeveer 1.500, wat betekent dat de productiviteit – een van de grootste troeven van onze industrie – onder druk staat. De capaciteitsbezetting in de basischemie blijft al drie jaar steken rond 70%, ver onder het historische gemiddelde van 84%. En ook het ondernemersvertrouwen in de sector bevindt zich al maanden op een historisch dieptepunt. Alles wijst erop dat er nog meer slecht nieuws in de pijplijn zit.
Limburg als industriële barometer
De sluiting van Celanese treft niet alleen de betrokken werknemers, maar is ook symbolisch voor de structurele verzwakking van de Limburgse industrie. Waar twintig jaar geleden de industrie nog goed was voor 30% van het Limburgse bruto binnenlands product (BBP), is dat aandeel vandaag teruggevallen tot 15%. Dat is een halvering in twee decennia — en een alarmsignaal dat niet genegeerd mag worden.
De chemie was altijd een van de industriële sterkhouders in onze provincie, maar ook hier wegen de energiehandicap, hoge loonkosten en trage vergunningstrajecten zwaar door. Wanneer een bedrijf als Celanese beslist om zijn activiteiten te stoppen, toont dat hoe kwetsbaar het industriële weefsel is geworden.
Een bredere industriële malaise
Het probleem beperkt zich niet tot de chemie. De energie-intensieve industrie als geheel ziet sinds 2015 een krimp met 20%.
De Europese energieprijzen liggen vier tot vijf keer hoger dan in de VS en twee tot drie keer hoger dan in Azië. Zolang dat verschil blijft bestaan, dreigen investeringsbeslissingen uit te blijven of naar elders te verhuizen.
Op langere termijn is dat nefast voor onze welvaart. De industrie is vandaag goed voor 13% van de totale economische activiteit in België, maar speelt ver boven dat gewicht op cruciale domeinen:
- 45% van alle bedrijfsinvesteringen in O&O,
- meer dan de helft van onze export,
- en een productiviteit die dubbel zo hoog ligt als in andere sectoren.
Bovendien levert de industrie een essentiële bijdrage aan de duurzame transitie, met een emissiereductie van 58% sinds 2008.
SOS industrie: tijd voor een nieuw industrieel pact
Met business-as-usual zal de industriële activiteit verder afbrokkelen.
Er is nood aan een coherente industriële strategie, geen noodmaatregelen voor individuele bedrijven, maar structurele verbeteringen van het ondernemingsklimaat.
Concreet betekent dat:
- Beperk de loonkostenhandicap – onze loonkosten liggen 12% hoger dan in de buurlanden en 32% boven het eurozonegemiddelde.
- Pak de energiehandicap aan – via een coherent Europees energiebeleid dat de kloof met de VS en Azië verkleint.
- Versnel vergunningen – snellere en rechtszekerdere procedures zijn cruciaal voor investeringsbeslissingen.
- Minder regulering, meer efficiëntie – de administratieve lasten zijn doorgeschoten.
- Maak de arbeidsmarkt flexibeler – om bedrijven de nodige wendbaarheid te geven.
- Creëer meer bedrijventerreinen, vooral in Vlaanderen waar ruimte schaars is.
- Versterk internationale handel – door actief handelsakkoorden te ondersteunen in plaats van te blokkeren.
De toekomst van onze industrie — en dus van onze welvaart — hangt af van beslissingen die vandaag worden genomen.
Activiteiten die vertrekken, keren niet meer terug. Het is nu of nooit.








