Voka is van oordeel dat de Vlaamse overheid het nodige moet doen om ook de publieke doelstelling van 1% te halen. Die werkt als een hefboomeffect voor private investeringen en de realisatie ervan onderstreept het belang dat de overheid hecht aan onderzoek en ontwikkeling.
De start van de huidige legislatuur begon goed met de nieuwe Vlaamse regering die zich engageerde om jaarlijkse verhogingen ('opstappen') te voorzien in het innovatiebudget. Daarmee maakte ze duidelijk zich in te willen spannen om dichter bij het streefpercentage van 1% te komen. Ze verhoogde ondertussen effectief het innovatiebudget voor reguliere O&O-steun aan bedrijven met 20 en 30 miljoen euro in 2020 en ´21. Dit najaar bevestigde ze ook de opstappen van 40 en 60 miljoen euro voor de volgende twee jaren.
De grootste opstap van 100 miljoen euro in 2024 werd echter on hold gezet omwille van de krappe budgettaire ruimte en Covid. Nochtans zal het net innovatie zijn die voor de nodige relance zal moeten zorgen. Innovatie is immers van belang voor het hoog houden van de productiviteit en onze internationale concurrentiepositie. Te lage ambities vooruitschuiven is spelen met vuur. Voka blijft daarom pleiten voor de uitvoering van alle beloofde opstappen, dus ook voor de integrale verhoging van 100 miljoen euro in 2024.
Bovendien moet er over gewaakt worden dat de innovatiesteun door het aanpassen van allerlei technische criteria - vaak goed bedoeld, maar praktisch onhaalbaar - er niet toe leidt dat de instroom afneemt. Een te stringent en dirigistisch beleid is niet wenselijk. Voka gaat akkoord met een zekere bundeling en focus van middelen omdat daardoor de slagkracht van O&O wordt vergroot, maar een te overheidsgeleide hand vanuit een te strak en naïef missiegericht beleid werkt contraproductief. Voka wil daarom waken over het nodige evenwicht en gaat regelmatig het gesprek aan met de overheid om de juiste vormgeving van de verschillende steuninstrumenten mee te modelleren.