Via gerichte en gedeeltelijke vrijstellingen in de bedrijfsvoorheffing (BV) probeert de federale overheid de torenhoge loonkosten voor ondernemingen met nacht- en ploegenarbeid gedeeltelijk te compenseren. Deze maatregel is een belangrijk instrument om arbeid in continue en ploegensystemen economisch haalbaar te houden.
Deze lastenverlagingen zijn voorwaardelijk en gaan gepaard met heel wat na te leven voorwaarden, daardoor vertonen ze boekhoudkundig het karakter van een subsidie. Ze staan daarom onder druk. Toch zijn ze essentieel voor het behoud van onze internationale concurrentiekracht, aangezien België de hoogste parafiscale bijdragen kent binnen de OESO. Zonder deze vrijstellingen dreigt een aanzienlijk verlies aan tewerkstelling, vooral in internationaal opererende ondernemingen.
Vanuit die context vraagt Voka het volledige behoud van deze essentiële stelsels. We vragen ook dat de uitwerking van de na te leven voorwaarden zo min mogelijk administratieve lasten vergt en dat de naleving ervan niet louter formalistisch wordt gecontroleerd.
