Op 19 mei 2025 bereikten de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk voor een eerste keer sinds de Brexit een Strategisch Partnerschap. Dat akkoord legt de basis voor een structurele verbetering van de samenwerking op vlak van handel, defensie, energie, interne veiligheid en jongerenmobiliteit.
Centraal staat een omvangrijk ‘Security and Defence Partnership’. Daarnaast willen beide partijen onderhandelen over een SPS-akkoord (Sanitary and Phytosanitary Agreement), dat de meeste controles en certificaten op de handel in agrovoedingsproducten tussen Groot-Brittannië en de EU opheft. Ook wordt gekeken naar een hernieuwde toetreding tot het Erasmus+-programma, een koppeling van de emissiehandelssystemen en een intensere samenwerking rond migratie, energie en rechtshandhaving.
Het VK blijft nauwe defensiepartner van buitenaf
Het nieuwe Security and Defence Partnership tussen de EU en het VK zorgt voor een structurele samenwerking op een breed spectrum van veiligheid en defensie. De focus ligt op gezamenlijke ondersteuning van Oekraïne, versterking van defensie-initiatieven (waaronder industriële samenwerking), militaire mobiliteit, ruimteveiligheid, cyberbeveiliging, het bestrijden van hybride dreigingen en het verhogen van de weerbaarheid van kritieke infrastructuur. Daarnaast zullen er regelmatig strategische dialogen en consultaties op hoog niveau georganiseerd worden, en zal men samenwerken rond vredesopbouw en crisisbeheer.
Dit akkoord past in het bredere EU-kader voor samenwerking met gelijkgezinde derde landen en is vergelijkbaar met recente akkoorden met Japan, Zuid-Korea en Noorwegen. Het Verenigd Koninkrijk wordt in dat opzicht beschouwd als de meest recente strategische partner buiten de EU. Hoewel het VK beperkte formele invloed heeft op de besluitvorming – het akkoord voorziet in decision-shaping, niet in decision-making – ontstaat wel ruimte voor nauwere betrokkenheid bij toekomstige initiatieven, inclusief mogelijke deelname aan EU-defensiefondsen, onder nader te bepalen voorwaarden.
Gezien de geopolitieke context en de verwevenheid van onze veiligheidsbelangen met die van het VK, is dit akkoord op vlak van defensie van groot strategisch belang. Het biedt een stabiele basis voor verdere samenwerking in de toekomst.
Dit akkoord biedt een stabiele basis voor verdere samenwerking in de toekomst.
De handelsrelatie verbetert significant
Het akkoord omvat ook nieuwe afspraken over de handelsrelatie tussen de EU en het VK. Zeker de omvang van de voorgestelde SPS-deal is opvallend: ze gaat richting een volledige afschaffing van veterinaire controles, exportcertificaten en de zogeheten Common User Charge. Voor Britse agro- en visexporteurs betekent dit een flinke lastenverlaging. In ruil daarvoor stemt het VK in tot een dynamische afstemming op de EU-voedselveiligheidsregels, met beperkte uitzonderingen. Dit komt neer op een gedeeltelijke structurele herintrede in de interne markt, weliswaar onder volwaardig EU-lidmaatschap. Eens dit is omgezet naar sluitende wetgeving, zullen Vlaamse bedrijven veel minder administratieve lasten hebben bij export naar het VK.
Visserij
Ook op het vlak van visserij is er vooruitgang geboekt. De toegang tot elkaars wateren wordt gegarandeerd tot 30 juni 2038, wat een uitzonderlijk lange termijnzekerheid biedt. Dit akkoord biedt meer stabiliteit dan de jaarlijkse onderhandelingen die sinds de Brexit plaatsvonden en die zorgden voor onzekerheid bij vissers en investeerders. Het akkoord is hierin een evenwichtig compromis: het biedt voorspelbaarheid voor de sector, zonder in te boeten op de Britse soevereiniteit.
Energie en klimaat
Op vlak van energie voorziet het akkoord een verregaande samenwerking voor alles inzake energie, inclusief mogelijke toetreding tot de interne elektriciteitsmarkt en een koppeling van emissiehandelssystemen (EU ETS en UK ETS). Dit kan dubbele CO₂-heffingen vermijden via CBAM-uitzonderingen en biedt industrieel perspectief. Wel vereist dit een blijvende afstemming op EU-regels én wederzijdse klimaatinspanningen.
Brexitmalaise nog lang niet van de baan
Ondanks positieve geluiden over een “reset” blijven enkele kernaspecten van economische integratie onaangeroerd: er is geen vooruitgang geboekt rond wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordelingen voor industriële producten, geen deal over dienstenhandel, en niets wezenlijks over industriële strategische autonomie of kritieke waardeketen.
Met 27 miljard euro aan Vlaamse export in goederen naar het VK, blijft het land onze vijfde belangrijkste exportpartner. Toch is pas na negen jaar het exportniveau van voor de Brexit opnieuw bereikt, maar ondertussen heeft de volledige Vlaamse export sinds 2016 wel een groei van 33% gezien, wat erop wijst dat er potentieel verloren is gegaan.
Hoewel dit akkoord een stap in de goede richting is, vormt het ook geen juridisch bindend verdrag, maar eerder een politiek “Common Understanding” en een reeks gezamenlijke verklaringen. Daarmee blijft het een dynamisch en fragiel kader, dat sterk afhankelijk is van wederzijds vertrouwen, politieke wil en continuïteit. Het akkoord is dus kwetsbaar voor interne politieke verschuivingen aan beide kanten van het kanaal.
We lijken te evolueren naar een soort EU-Zwitsers model, waarbij samenwerking georganiseerd wordt via thematische deelakkoorden die periodiek opnieuw onderhandeld moeten worden. Hoewel dit pragmatisch kan zijn, rijst de vraag of deze gefragmenteerde en tijdsgebonden werkwijze wel gepast is voor een voormalige lidstaat als het VK, een land met nog steeds zeer diepgaande economische verwevenheid met de EU en een belangrijke speler op vlak van veiligheid en defensie. Voka is ervan overtuigd dat een meer gestructureerd en duurzaam partnerschap met het VK op termijn noodzakelijk is.