Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 15/10/2025

Na meer dan een week van ballonnetjes gaan de begrotingsonderhandelingen stilaan de laatste rechte lijn in naar de opgeschoven deadline van 21 oktober. De komende week zitten er ongetwijfeld opnieuw een aantal (ondertussen quasi-traditionele) nachtelijke onderhandelingen aan te komen. Dat is voor alle duidelijkheid geen ernstige manier van werken. De begrotingsopmaak verdient veel meer ernst. Hieronder nog vijf andere bedenkingen bij de begrotingsonderhandelingen:

1. Zonder ingrijpen stort onze welvaartsstaat in

Begin vorige week pakte premier De Wever tijdens een presentatie voor studenten aan de UGent uit met de uitspraak: ‘als we nu niet ingrijpen, dan zal onze welvaartsstaat instorten, nog tijdens jullie leven’. Dat zorgde voor ophef, maar helaas valt daar amper over te discussiëren. We zitten vandaag met een te lage economische groei, een oplopende marktrente, een veel te groot begrotingstekort en een verder toenemende vergrijzingsfactuur (zelfs met de pensioenhervorming van deze regering). 

Als we niets doen om dat begrotingstekort gevoelig te verkleinen en de economische groei gaat niet ineens miraculeus versnellen, dan loopt onze overheidsschuld de komende decennia almaar verder op. Zelfs als de marktrente stabiel blijft op het huidige niveau, dan zou de overheidsschuld tegen 2070 (en dus nog tijdens het leven van de huidige studenten) boven 300% van het bbp klimmen. Als de rente wat zou toenemen (een normaal scenario bij een oplopende overheidsschuld), bijvoorbeeld naar 4,7% (het renteniveau waar het Verenigd Koninkrijk vandaag al zit), dan wordt dat 450% van het bbp. In de praktijk zou het niet zover komen doordat we al vroeger in financiële problemen zouden komen. Zonder ingrijpen, stort onze welvaartsstaat in de komende decennia effectief in. Dat is geen bangmakerij, maar vooral een indicatie dat ernstige ingrepen dringend nodig zijn

Zonder ingrijpen, stort onze welvaartsstaat in de komende decennia effectief in.

2. Met 10 miljard komen we er niet

Het ziet er naar uit dat de regering mikt op een budgettaire inspanning van 8 à 10 miljard. Als ze slaagt in die 10 miljard, dan komen onze overheden tegen het einde van deze legislatuur (2029) uit op een gezamenlijk begrotingstekort van 4,6% van het bbp. Dat is hoger dan aan het einde van de vorige regering, en blijft vooral veel te hoog om van houdbare overheidsfinanciën te kunnen spreken. Een inspanning van 10 miljard is niet genoeg om de overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. Ook met zo een inspanning blijft de overheidsschuld, en dus ook de rentelasten, verder toenemen. Het grootste deel van de inspanning wordt dan naar de volgende regering doorgeschoven. 

3. Oplopende rentefactuur

In euro’s van vandaag bedroegen de totale rentebetalingen van onze overheid in 2022 10 miljard. Maar sindsdien is de overheidsschuld toegenomen en zijn vooral de marktrentes fors hoger geklommen, van rond 0% naar 3,3% vandaag (10-jaars rente op Belgische obligaties). Daardoor is de rentefactuur vandaag al opgelopen tot 15 miljard. Volgens de recentste vooruitzichten van het Planbureau gaat dat tegen 2030 naar 21 miljard in euro’s van vandaag. En dat is in de hypothese van een rente die stabiel blijft rond 3%. Ondertussen zorgen de wankele overheidsfinanciën in landen als de VS, Frankrijk en het VK voor opwaartse druk op de rente op de internationale obligatiemarkten. Het risico is reëel dat de marktrentes de komende jaren nog hoger klimmen, wat uiteraard ook de Belgische rentefactuur hoger zou duwen. Het spreekt voor zich dat we de vele extra miljarden die we moeten uitgeven aan rente, niet zinvol kunnen inzetten in de economie. 

4. Elke btw-verhoging moet gekoppeld worden aan een indexsprong

Een van de opmerkelijke ballonnetjes in de begrotingsdiscussie deze week was een indexsprong. Dat werd voorgesteld door premier De Wever, en werd door de andere partijen vrijwel meteen afgeschoten. Op zich levert een indexsprong weinig op voor de begroting. Maar dat voorstel moet gekoppeld worden aan de voorstellen voor hogere btw. 

Aan de inkomstenkant is het plaatje vrij duidelijk: we hebben vandaag bij de zwaarste belastingdruk (ter wereld) op arbeid en op kapitaal. De belastingdruk op consumptie in België ligt dichter bij het internationale gemiddelde. Als de regering dus iets wil doen aan de inkomstenkant, kan ze best kijken naar de btw. Maar elke btw-verhoging wordt in ons land doorgeschoven naar de bedrijven via de automatische loonindexering. Op die manier zou die verhoging de al wankele concurrentiepositie van onze bedrijven nog verder ondermijnen. In die zin moet een btw-verhoging gekoppeld worden aan een indexsprong. 

5. Marginale belasting van 70%

De voorbije week werden ook allerlei ballonnetjes opgelaten om de speciale regelingen in de fiscaliteit aan te pakken. Het ging daarbij al over flexijobs, jobstudenten, managementvennootschappen en nacht- en ploegenarbeid. Dat zijn allemaal specifieke regelingen waarbij minder dan de volle sociale bijdragen betaald moeten worden. In dit debat wordt evenwel de onderliggende reden voor die specifieke regelingen vlotjes genegeerd. Die ligt in de zware belastingdruk op arbeid, en dan vooral de marginale belastingdruk (dat wil zeggen de belastingdruk op een extra euro arbeidsinkomen). 

Voor een alleenstaande met een bovengemiddeld loon bedraagt die marginale belastingdruk in ons land 68%, de hoogste van Europa. Dat betekent dat van een loonsverhoging met een totale loonkost voor de werkgever van 100 euro, er uiteindelijk maar 32 euro bij de werknemer terecht komt. Ter vergelijking, in de buurlanden is dat gemiddeld 47 euro (of een marginale belastingdruk van 53%). Een belastingstelsel met zeer hoge belastingtarieven in combinatie met een hele reeks uitzonderingen en specifieke regelingen is zeker niet optimaal. Maar elke hervorming van dat belastingstelsel moet focussen op beide kanten van het verhaal. Nu wordt enkel gekeken naar het inperken van de specifieke regelingen om extra belastinginkomsten te genereren. Een herziening van al die specifieke regelingen moet passen in een brede fiscale hervorming, waarbij vooral ook de te zware marginale belastingdruk aangepakt wordt. Het past niet in een snelle, eenzijdige begrotingsoefening. 

Contactpersoon

imu - vzw - luminus
imu - vzw - orange
imu - vzw - vivium
ING
Orange
SDWorx