Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 02/05/2025

In Zeebrugge zijn bouwheer Lantis en aannemersconsortium TM COTU klaar met de werf van de elementen voor de Scheldetunnel van de Oosterweelverbinding. Behoedzaam werd de bouwput onder water gezet zodat op 19 mei de eerste van de 160 meter lange en 42 meter brede kanjers naar Antwerpen kan vertrekken. In het najaar start de afwerking van de put tot een aanlegplaats voor roroschepen.

Oosterweel

Sinds half april is er in de achterhaven van Zeebrugge niets meer te zien van de 8 gigantische elementen voor de Scheldetunnel van de Oosterweelverbinding. Op een week liep de bouwput vol met 800.000 m³ water – het equivalent van 320 Olympische zwembaden – uit het aanpalende Boudewijnkanaal. “We deden dat traag en gecontroleerd. Dit was een bijzondere periode want het waren de laatste dagen dat we de tunneldelen konden zien waaraan we zo hard gewerkt hebben”, zegt Bert Claeys, projectleider bij bouwheer Lantis.

De werf in Zeebrugge ondersteunt de Oosterweelverbinding die het ontbrekende stuk ring rond Antwerpen zal rondmaken. In opdracht van bouwheer Lantis werkten er 2 jaar honderden mensen van de Tijdelijke Maatschap Combinatie Oosterweeltunnel (TM COTU), een consortium van de Belgische bouwgroepen BESIX, DEME, Stadsbader Contractors en Jan De Nul.

Langs het Boudewijnkanaal werd een bouwput van 900 meter lang, ruim 150 meter breed en 13 meter diep lang aangelegd. Daarin ontstonden vanaf 2023 de 8 elementen voor de nieuwe Scheldetunnel van de Oosterweelverbinding. Elk betonnen tunneldeel is 160 meter lang, 42 meter breed en 10 meter hoog en weegt 60.000 ton. In de loop van de winter werden ze op hun kopse zijden dichtgemaakt zodat ze als een gesloten doos naar Antwerpen kunnen drijven. “Om de tunneldelen voorlopig stabiel op de bodem vast te houden, maakten we binnenin enorme ballasttanks met water. Vanaf 19 mei worden voor het transport van telkens één tunneldeel de ballasttanks leeggepompt zodat het element weer komt bovendrijven. Tegen dan halen we een stuk dijk weg zodat de elementen één voor één het bouwdok kunnen verlaten”, zegt Raymond de Kroon, directeur uitvoering van TM COTU.

Perfect positioneren

De tunneldelen worden in 30 uur over een traject van ruim 100 kilometer naar een wachtplaats in het Doeldok gesleept. In die tijd zitten tussenstops in de voorhaven van Zeebrugge en in Terneuzen om de vloed af te wachten. In het Doeldok worden de juiste omstandigheden afgewacht om elk caisson naar zijn afzinkplaats te brengen en perfect te positioneren. Dat proces start begin juli; tegen het jaareinde moeten ze allemaal op hun plaats liggen. De tunnel wordt daarna afgewerkt tot de volledige lengte van 1,8 kilometer. Vanaf 2028 zullen er fietsers en in 2030 auto’s door kunnen rijden. De volledige Oosterweelverbinding wordt in 2033 in gebruik genomen.

De bouwput in Zeebrugge wordt na het vertrek van de tunnelelementen omgevormd tot een nieuwe aanlegplaats voor roroschepen. Daartoe werd al in 2020 – nog vóór het graven van de put – een kademuur van 900 meter geplaatst. Vanaf 2027 zullen er 3 grote roroschepen kunnen aanmeren voor een uitbreiding van de Orcelle Terminal van Wallenius Wilhelmsen.

apzi

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie

Wiels
Titeca
Accent
ING
Logo SD Worx