Het Hof van Beroep te Gent zorgt voor een nieuwe episode in de saga rond fiscale visitaties. Bij een fiscale visitatie komt de fiscus bij een belastingplichtige ter plaatse om een onderzoek uit te voeren en dit vrijwel altijd zonder voorafgaandelijke aankondiging. Deze keer stapte de fiscus uit eigen beweging binnen langs een openstaande poort en ging daarbij duidelijk zijn boekje te buiten.
De fiscus viel letterlijk met de deur in huis
In het kader van een fraudeonderzoek vond een fiscale visitatie plaats. Toen de controleurs bij de bedrijfslokalen aankwamen, bleek dat de werkzaamheden nog niet waren aangevat. De hoofdtoegang was gesloten en er leek niemand aanwezig te zijn om de voordeur te openen. Zij besloten dan maar om zichzelf toegang te verschaffen via een openstaande poort. Eens aangekomen in de bureelruimtes, troffen zij een administratief medewerker aan die zich naar verluidt niet zou verzet hebben tegen de visitatie.
Het Gentse Hof van Beroep geeft de fiscus een veeg uit de pan
Alvorens te kunnen overgaan tot een visitatie, moet de belastingplichtige hiervoor toestemming geven. Indien de belastingplichtige geen toestemming verleent of zijn toestemming op een bepaald ogenblik intrekt, moet het onderzoek onmiddellijk stoppen.
Een formeel bewijs van deze toestemming is niet vereist. Zo kan een impliciete toestemming blijken uit de feiten. Belastingplichtigen die de fiscus toegang verschaffen en meewerken aan het onderzoek ter plaatse, dienen zich dus rekenschap te geven dat zij hiermee impliciet toestemmen met de visitatie.
Tijdens deze controle liepen de controleurs door een openstaande poort die niet vrij toegankelijk was voor derden, zoals de fiscus. Echter wordt niet getolereerd dat de fiscus zich zonder voorafgaande toestemming begeeft doorheen een bedrijfsgebouw op zoek naar een vertegenwoordiger. Immers is er geen wettelijke grondslag die hem dat zou toestaan. De fiscus dient (i) zich aan te bieden bij de normale toegangsdeur en (ii) te vragen of ze het bedrijfsgebouw mogen betreden. Wanneer er niemand aanwezig is, kan de visitatie niet worden aangevat. Hoewel een open poort verleidelijk kan zijn, mogen controleurs dit niet beschouwen als een vrijgeleide om een bedrijfsgebouw te betreden.
Voorts hadden de controleurs pas toestemming gevraagd eens zij het gebouw hadden betreden. Bovendien werd deze toestemming gegeven door een onbevoegd persoon. Deze ging namelijk uit van een administratief bediende die niet beschikte over een vertegenwoordigingsbevoegdheid. Het feit dat de bediende als enige aanwezig was, kan er niet toe leiden dat hij/zij over dergelijke bevoegdheid zou beschikken.
Tot slot bleek dat de bediende vragen had gesteld over het rechtmatig karakter van de onderzoekshandelingen, waarna hem een aantal wetteksten werden overhandigd. Bijgevolg was er bezwaarlijk sprake van een ‘toestemming’ aangezien een behoorlijk bestuur impliceert dat in dergelijke situatie de betrokkene op een objectieve manier wordt ingelicht over zijn/haar plichten én rechten (zoals het recht om toestemming te weigeren).
Het Gentse Hof van Beroep oordeelde in deze zaak dat de controleurs op een wijze hebben gehandeld die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelde overheid mag worden verwacht dat het verkregen bewijs ontoelaatbaar wordt.
Conclusie
Met deze uitspraak worden de spelregels voor de fiscus bij het uitvoeren van een fiscale visitatie verder verfijnd. Het belang van een voorafgaande én geldige toestemming blijft een aandachtspunt voor de fiscus met het oog op een rechtsgeldige visitatie. Het Hof van Beroep te Gent leert ons dat belastingplichtigen te allen tijde waakzaam moeten blijven zodat er geen schijn van een impliciete toestemming zou ontstaan. Ingeval een belastingplichtige wordt geconfronteerd met een onverwacht bezoek van de fiscus, kan deze niet zonder toestemming de gebouwen betreden. Openstaande deuren of poorten kunnen daaraan geen afbreuk doen.
Mathias De Schrijver en Evert Moonen
De Langhe Advocaten