Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Ondernemers & Co: Accountancy Godderis - Uitlenen van privégelden aan uw vennootschap fiscaal interessant in 2024

Ondernemers & Co: Accountancy Godderis - Uitlenen van privégelden aan uw vennootschap fiscaal interessant in 2024

  • 19/04/2024

Wie een goed bedrijf heeft, kan economisch niks beter doen dan zijn privémiddelen beleggen in zijn eigen vennootschap. Vanaf 1 januari 2024 kan je daarvoor een intrestvergoeding krijgen van 8,02% bruto. Na de 30% roerende voorheffing geeft dat een nettorendement van 5,614%. Een belegging waarvan je de stuurknuppel zelf in handen hebt, met een zeker en niet onaardig rendement. Wanneer je daarvoor nog eens fiscaal wordt beloond, is dat uiteraard meegenomen.

Een ondernemer (bestuurder/ aandeelhouder) die wil groeien met zijn zaak, kan in plaats van aan te kloppen bij een financiële instelling zijn privémiddelen (liquiditeiten) inbrengen in zijn vennootschap onder de vorm van een lening (rekening courant). Op de uitbetaalde brutointrest bespaart de vennootschap 20% of 25% vennootschapsbelasting door de genereerde financiële kost van deze intresten. 

Wanneer is voldaan aan de voorwaarden, kan je de vergoede intrest namelijk 8,02% op het ontleende bedrag als kost in mindering brengen. Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn de middelen in te brengen in de vennootschap en die geen fiscale aanvaarde bestemming te geven (bv. deze middelen op de spaarrekening van de vennootschap te parkeren). In dat geval zou de fiscus fiscaal misbruik kunnen inroepen en de gemaakte financiële kost verwerpen. Wel kunnen deze middelen worden aangewend om een fiscaal aanvaarde uitgave te financieren. Het is een heel ander verhaal t.o.v. de fiscus als hier een economisch verantwoord motief kan worden meegegeven. 

Enkele voorbeelden waarover de fiscus geen problemen kan maken: 

  • de ingebrachte middelen worden gebruikt om investeringen te doen binnen de vennootschap vb. het aanschaffen van een machine of het aankopen van een gebouw binnen de vennootschap 
  • om voorraad op te bouwen binnen de vennootschap. 
  • om de leveranciers contant te kunnen betalen om zo een korting contant van 2% te kunnen genereren. 

Door zelf een deel middelen in te brengen in de vennootschap om een investering gedeeltelijk te financieren via de ingebrachte middelen van de bestuurder, kan de vennootschap in veel gevallen gemakkelijk een lening bekomen bij een financiële instelling voor de rest van het te investeren bedrag. Vaak engageert de bedrijfsleider zich om deze lening achtergesteld te maken aan de lening van de bank, waarmee we bedoelen dat de lening aan de bedrijfsleider pas wordt terugbetaald als de lening aan de bank is afbetaald of gedeeltelijk is afbetaald. Tevens is het meestal ook zo dat op deze manier bij de financiële instelling een betere intrest kan worden onderhandeld voor de lening. 

Beperking 

De creditinteresten zijn voor de vennootschap slechts aftrekbaar in de mate dat: 

  1. De rente de marktrente niet overschrijdt = max. 8,02% voor kalenderjaar 2024. 
  2. Het ontleende bedrag mag niet hoger zijn dan de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het fiscaal gestorte kapitaal op het einde van het boekjaar. Als de betaalde interesten hoger zijn dan één van beide beperkingen, worden de teveel betaalde interesten behandeld als een dividend. De interesten zijn dan niet langer meer aftrekbaar als beroepskost, maar worden belast binnen de vennootschap. 

Cijfervoorbeeld 

Boekjaar= kalenderjaar. Gestort kapitaal op 31 december 2024: € 20.000, belaste reserves op 1 januari 2024: € 70.000. De bestuurder leent € 100.000 aan zijn vennootschap, tegen een rente van 8,02%. Dit is de maximale fiscale aanvaarde rente, dus de eerste grens is niet overschreden. € 100.000 x 8,02%= € 8.020 aan intresten waarop de vennootschap € 2.005 aan belastingen bespaart (ingeval 25% belastingtarief) of € 1.604 aan belastingen (ingeval 20% belastingtarief). De tweede grens bedraagt €90.000. Dit impliceert dat de intresten op een schijf van €10.000 niet aan de voorwaarden voldoen. Op € 802 intresten zal geen belastingbesparing worden genoten en deze intresten zullen als dividend worden belast. De vennootschapsbelasting is hierop verschuldigd, alsook de 30% roerende voorheffing, zijnde 802 euro x 30%= € 240,60. 

De vergoeding (intresten) van de financiële middelen die ter beschikking worden gesteld van de vennootschap, wordt in de fiscale wereld vaak aanzien als één van de mogelijkheden om goedkoop geld uit de vennootschap te halen naar de bestuurders/ aandeelhouders. Geef toe, een netto rendement van 5,614% is niet onaardig. 

Francky Godderis

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie