Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Interview met Prof. Marc De Vos: “Nood aan strategische visie over Vlaanderens rol binnen Europa”

Interview met Prof. Marc De Vos: “Nood aan strategische visie over Vlaanderens rol binnen Europa”

  • 05/04/2024

Zonder Europa zouden de afzonderlijke lidstaten nergens staan, maar tegelijk is het een reus op lemen voeten. Het is één van de overtuigingen die Marc De Vos neerpent in zijn recente boek ‘Grootmacht Europa – de omwenteling van de Europese Unie’. De beleidsstrateeg, opiniemaker en specialist Europees recht pleit voor dringende actie om de positie van het ‘oude continent’ te verstevigen en voor een duidelijke visie over wat Vlaanderen daarbinnen kan betekenen.

Interview met Prof. Marc De Vos: “Nood aan strategische visie over Vlaanderens rol binnen Europa”

De Europese Unie wordt volgens u een geostrategisch project. Wat bedoelt u daarmee? 

“De EU is destijds in eerste instantie opgericht om vrede en stabiliteit te bevorderen na de verwoestende gevolgen van de 2 wereldoorlogen. Met de landen die nu in de wachtrij staan om lid te worden (Oekraïne en de westelijke Balkan, nvdr), wil Europa vooral een groter geografisch gebied domineren. Dat is logisch en pragmatisch, want de wereld(orde) verandert voortdurend en Europa moet daarop reageren. Kijk maar naar de Russische imperiale ambities in Oekraïne en Moldavië, en naar de splijtzwam tussen de Verenigde Staten en China. Het gevolg is dat Europa zich minder als een ‘marktproject’ profileert, maar als politieke gemeenschap tegenwoordig vooral begaan is met veiligheid, grenzen afbakenen en militaire samenwerking.”

Is de derisking-strategie die de Commissie Von der Leyen voordraagt, vooral daarop geënt? 

“Het impliceert inderdaad dat Europa zich vooral als een centrum van ‘harde’ markt (geopolitiek en veiligheid) manifesteert en minder bezig is met de ‘zachte’ vrijhandelsmarkt. Daarom zijn ook heel wat maatregelen genomen om de globalisering terug te dringen. Omdat handel drijven als een potentieel gevaar wordt gezien, is het nog belangrijker geworden zich vooraf af te vragen met wie en hoe je gaat samenwerken voor handel, maar ook na te denken over wat we in Europa zelf willen verankeren. Door de continu evoluerende wereldorde beseft Europa dat het weerbaarder en autonomer moet worden. Derisking is eigenlijk een vorm van protectionisme en autonomie, een politiek die de Verenigde Staten en China al langer en breder handhaven.” 

De Europese interne markt zou een hefboom moeten zijn voor het bereiken van strategische doelstellingen.

Hoe moet Vlaanderen zich binnen die context gaan positioneren?

“Dat is iets waarmee de Vlaamse politici op dit moment helaas niet proactief bezig zijn. Nochtans is het dringend tijd om op dat vlak zeer goed ons huiswerk te maken. Kijk, op basis van individuele subsidiedossiers kan je nooit winnen. Daar schuilt meteen ook een groot strategisch verhaal voor de West-Vlaamse economie, die moet opboksen tegen de sterke (Noord-)Franse concurrentie. Omwille van de schaalgrootte en individuele subsidiedossiers staat die laatste een stuk sterker. Onze zuiderburen hebben een lange traditie in het ondersteunen van strategische sectoren. Bovendien kunnen de ondernemingen daar rekenen op staatssteun in energieprijzen, in de vorm van gesubsidieerde nucleaire energie. Eigenlijk is dat oneerlijke concurrentie, maar als je dat op Europees niveau aan de kaak wil stellen, moet je daarvoor een coalitie vormen met andere benadeelde landen. Pas op: wij moeten de Franse aanpak niet kopiëren, maar wel gerichte keuzes maken waarmee we ook voldoende schaalgrootte kunnen creëren, door geld te mobiliseren voor een duidelijk omlijnde investeringsstrategie. Nederland toont op dat vlak veel meer ambitie, met een sterke economische focus en een overheid die strategische beslissingen durft nemen. Als de Verenigde Staten, China en onze buurlanden zoveel gewicht in de schaal gooien mogen wij niet achterblijven.” 

Is de EU in staat om strategische autonomie te bereiken? 

“Strategische autonomie hoeft geen synoniem te zijn voor het zich volledig terugtrekken binnen de ‘wallen’ van Europa. De Europese Unie kan perfect het midden houden tussen de Verenigde Staten en China, die strijden voor de positie van belangrijkste wereldmacht. De grote troef die Europa heeft, is de interne markt, die een hefboom zou moeten zijn voor het bereiken van strategische doelstellingen. Daarbij is het cruciaal dat er geen nationalistische gevoelens binnen de lidstaten afzonderlijk worden aangewakkerd, maar dat er op economisch vlak een hechte samenwerking komt voor bepaalde strategische clusters waarvoor je veel investeringspotentieel kan creëren. De manier waarop de Europese vliegtuigbouwer Airbus tot stand is gekomen, is een goed voorbeeld van een project dat navolging verdient. Het kanaliseren van de Europese rijkdom naar strategische economische projecten, is een goede manier om meer middelen te genereren voor gemeenschappelijke Europese noden.” 

Welke alternatieven zijn er om meer budgetten voor Europa vrij te maken? 

“Het creëren van extra schulden, zoals enkele jaren geleden is gebeurd met de 750 miljard euro aan relancemaatregelen voor de gevolgen van de coronapandemie, lijkt me geen evident plan, wegens politiek gevoelig en moeilijk haalbaar. Vanuit de lidstaten meer middelen naar Europa laten stromen, is ook weinig realistisch, vermits zo goed als elk land het water tot aan de lippen heeft staan. Dat er iets zal moeten gebeuren, is duidelijk: Europa heeft er mettertijd zoveel bevoegdheden bijgekregen, dat daar meer middelen tegenover moeten staan. Anders zal het niet lukken, want eigenlijk wordt Europa te weinig gefinancierd. Het is belangrijk om, met de nodige creativiteit, extra middelen voor Europese doeleinden te vergaren.” 

Wat is volgens u de meest haalbare oplossing? 

“De meest zuivere oplossing is alvast een Europese inkomensbelasting, waarmee je meteen ook een rechtstreekse democratische lijn tussen de burgers en Europa creëert. In het ideale geval wordt de belasting geïnd door een Europees belastingvehikel, dat dan telkens duidelijk aan de mensen laat weten wat Europa voor hen in het afgelopen jaar heeft betekend. Zou zo’n inkomensbelasting tot veel scepsis leiden? Ja, want die is er nu al, omdat mensen onvoldoende weten wat Europa allemaal voor hen doet. Recente opiniepeilingen tonen aan dat het euroscepticisme stijgt. Dat is frappant, want Europa heeft nog nooit zoveel voor de mensen gerealiseerd als in de voorbije jaren. Voorbeelden op overschot: het financieren en evenwichtig verdelen van de coronavaccins, het relancebudget, de reactie op de energiecrisis die is ontstaan door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, de reactie op de inflatie,… Kijk, het is geen toeval dat nieuwe belastingen meestal in oorlogstijd worden uitgevonden. Als we Oekraïne op lange termijn willen ondersteunen in zijn oorlog tegen Rusland, zou je een Europese oorlogsstaatsbon in het leven kunnen roepen. Dat zou meteen de eerste stap zijn in de richting van een eengemaakte financiële markt.” 

Hoe groter de Europese ‘club’ wordt, hoe moeilijker het is om elke beslissing unaniem te nemen.

Hoe kijkt u naar de verdere uitbreiding van de Europese Unie? 

“Het is duidelijk dát ze zal uitbreiden, maar een nieuw lidmaatschap zal hopelijk niet meer zo zwart-wit zijn als het nu is. De inhoud van een lidmaatschap zou moeten veranderen. Stel dat Oekraïne lid wordt, een land dat sowieso volledig zal moeten worden heropgebouwd. Een volledig lidmaatschap is dan niet realistisch of wenselijk, tenzij op een termijn die veel te lang zou duren. Als we strategisch willen uitbreiden, zou een potentieel nieuw lid gefaseerd moeten kunnen toetreden. In eerste instantie bundel je de krachten op vlak van veiligheid en militaire samenwerking. De tweede stap is de economische en de derde heeft te maken met het persoonlijke (interne migratie, de democratie, enzovoort). Met andere woorden: je wordt meteen lid van de club, maar geleidelijk. Hanteer je die aanpak niet, dan zal het zeer moeilijk lukken. Hoe groter de club wordt, hoe moeilijker het ook is om elke beslissing unaniem te nemen. Met 35 overeenkomen is uitdagender dan met 27. De elastiek staat nu al tot het uiterste gespannen, waardoor de eenheid ook kwetsbaar is. Met pakweg 3 Orbans (Hongaars premier die door zijn Ruslandpolitiek veel Europese bondgenoten kwijtspeelde, nvdr) zou het onbestuurbaar zijn. Europa is een grootmacht in wording, maar wel een op lemen voeten.” 

In welke richting moet de Europese militaire samenwerking evolueren? 

“Het is duidelijk dat we niet meer op de Verenigde Staten mogen rekenen. Die hebben onder meer in het Midden-Oosten en in Azië andere katten te geselen. We moeten dus voor onze eigen veiligheid zorgen én beseffen dat je die veiligheid ook militair moet afdwingen. Anno 2024 gaan het militaire en het economische hand in hand, want defensie en militaire organisatie hebben tegenwoordig alles te maken met civiele technologie. Wapens en beschermingsinfrastructuur zijn onlosmakelijk verbonden met chips, satellieten, drones en dies meer. Dat moet je dus veel in eigen hand kunnen hebben, zeker nu we waarschijnlijk vertrokken zijn voor mogelijk decennialange moeilijke relaties met Rusland. Het zou me niet verbazen als de uitgaven voor defensie stijgen van 2% naar 3 à 4% van het bbp: kijk maar naar de eerste Koude Oorlog. Dat militaire aspect krachtdadig aanpakken, gebeurt idealiter op Europese schaal. Nu zien we dat de lidstaten afzonderlijk meer in het militaire investeren (de defensie-uitgaven zijn zelfs dubbel zo groot als die van Rusland en even groot als de Chinese), maar omdat dat zeer versnipperd gebeurt, is dat erg inefficiënt. Ook hier moet er dus meer in clustering worden gewerkt, het liefst zo snel mogelijk. Het is een goed idee dat de volgende Europese Commissie een commissaris voor Defensie zou krijgen, zodat we kunnen evolueren naar een Europese Defensie-unie. Strategisch gezien is dat noodzakelijk.”

Liggen daar kansen voor Vlaanderen en België? 

“Absoluut. België is onder meer sterk in de ontwikkeling van ruimtevaarttechnologie, en de ruimte is de frontlijn van oorlogsvoering in de toekomst. Er liggen ook kansen in een intensere samenwerking met andere landen. Waarom zou de Benelux zich niet opnieuw als een hecht(er) blok positioneren? Waarom zou imec bijvoorbeeld niet samenwerken met de Nederlandse chipfabrikant ASML? Er zijn mogelijkheden genoeg, als die tenminste worden uitgewerkt binnen een strategische visie, zowel op Belgisch als Vlaams niveau. Het is dan ook cruciaal dat de overheid hier samen met de middenveldorganisaties werk van maakt, zodat het een prioritair deel van een volgend regeerakkoord kan worden.” (BVC - Foto’s Kurt)

Wie is Marc De Vos? 

In zijn boek ‘Grootmacht Europa – de omwenteling van de Europese Unie’ legt Marc De Vos de vinger op de zere wonden van de nieuwe EU. De professor heeft, binnen universiteiten en in de denktankwereld, leidinggevende ervaring in Europa en Australië, met de Universiteit Gent als zijn academische thuis. Vanuit zijn fascinatie voor beleid en politiek, was hij ook de stichtende CEO van het Itinera Institute, een onafhankelijke denktank.

Interview met Prof. Marc De Vos: “Nood aan strategische visie over Vlaanderens rol binnen Europa”

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie