In 1994 kreeg Johan Verhelst de kans om in een afdeling van het bouwbedrijf te stappen dat actief was in grondwerken. De afdeling was toen goed voor een omzet van zo’n 6 miljoen euro. Vandaag is Verhelst Group actief in wegenbouw, afbraak- en grondwerken, recyclage en verhuur van bouwmachines. Het is goed voor 185 miljoen euro en 480 medewerkers. Inhouse krijgen die medewerkers steevast een bijnaam: ‘Beiren’ van mensen die beiregoed bezig zijn. Het typeert de aanpak en het respect van CEO Johan Verhelst voor zijn team. Dat respect kwam ook van buitenaf, onder meer met de award Best Managed Company en de titel Oostends Bedrijf van het Jaar.
Een moeilijke openingsvraag: word je als ondernemer geboren? Of is het een lang, moeizaam en misschien wel levenslang leerproces?
“Eerder geboren toch, denk ik, maar dat is gemakkelijk gezegd als je in een ondernemersfamilie geboren bent natuurlijk. Je kent de verhalen, je hoort veel over de werkwijze. Zelfs als je ervoor geboren bent, dan nog moet je groeien als ondernemer: werken aan de organisatie, professionaliseren op alle niveaus, medewerkers motiveren en wat al niet meer. Sowieso voel ik mezelf nog altijd best in de rol van entrepreneur. In de omgang met mensen voel ik mij het best.”
Een ondernemer moet van alle markten thuis zijn.
“Elke ondernemer heeft nood aan goede mensen rondom zich. Aan die medewerkers moet je én vrijheid én verantwoordelijkheid geven, anders werkt het ook niet. En het moet gezegd: die medewerkers moeten ook stuk voor stuk specialisten zijn. Ja, ik durf te zeggen dat ik een dreamteam heb binnen mijn organisatie. Het bewijs kwam er recent in de vorm van 2 grote erkenningen van buitenaf: een award voor de Best Managed Company van Deloitte en de titel van Oostends Bedrijf van het Jaar. Ik kan dat wel relativeren, maar het doet toch deugd, want het helpt ook om weer nieuwe medewerkers aan te trekken, iets waar we via social media ook al veel campagnes rond voeren.”
Wat brengt zo’n onderscheiding als Oostends Bedrijf van het Jaar mee voor de business? Heeft dat een onmiddellijke impact?
“De grootste toegevoegde waarde ligt bij de erkenning van het bedrijf en het team, het gevoel dat je goed bezig bent. Als anderen dat zeggen, is dat nog eens zo geloofwaardig. Het betekent ook veel voor alle stakeholders: klanten, banken, leveranciers, de buurt en de medewerkers. We zijn terecht fier, zonder naast onze schoenen te lopen.”
Voelt u zichzelf vandaag eerder ondernemer dan wel manager? En welke stijl hanteert u?
“Ik ben een peoplemanager. Ik ben blij dat ik de voorbije jaren mijn team heb kunnen versterken met een COO en een CFO. Het is goed om je te kunnen omringen met sterke mensen. De dialoog met die mensen vind ik zonder overdrijven machtig. Ik denk te mogen zeggen dat ik de man van de ideeën ben. Ik lees veel over onze sector, ga naar beurzen, neem uitvoerig deel aan het verenigingsleven. Ik vang op die wijze heel veel op en weet zo opportuniteiten te traceren. Voor mij ontstaat de beste manier van ondernemen door de symbiose van ideeën en de enthousiaste opvolging ervan. Ik heb graag dat mijn medewerkers – ongeacht het niveau – ook zelf met initiatieven uitpakken of voorstellen formuleren. Zo ontstaan telkens weer inspiratie en innovatie. Ik heb als co-investeerder ook zitting in andere bedrijven, onder meer in het private-equityfonds Robur Capital, en ik heb samen met Arthur Despiegelaere (zoon van de overleden ondernemer Yves Despiegelaere, nvdr) ook een bedrijf opgestart in de zonnepanelen, The Nett.”
Verhelst is een typisch familiebedrijf. Hoe wordt de volgende generatie betrokken bij de voorbereiding en de aflossing van de wacht?
“Betrokkenheid van de familianten en het maken van goede afspraken is belangrijk om conflictsituaties te vermijden. Zelf heb ik 3 kinderen van 22, 19 en 16 jaar. Ik wil ze in eerste instantie vrij laten om hun eigen keuzes te maken, maar als ouder wil je graag een familiale opvolger. Als ze interesse tonen, dan geef ik er de voorkeur aan dat ze eerst elders ervaring opdoen. Maar als geen van de kinderen zich geroepen zou voelen om in te stappen of de leiding te nemen op termijn, dan zou ik ook geen probleem hebben om een extra muros-CEO aan te trekken.”
Laten we het even over de sector zelf hebben. Hoe schat u de huidige conjunctuur in?
“Ik ben van nature een optimist, maar geen profeet. De bouwsector gaat momenteel inderdaad door een moeilijke periode. Vooral de woningbouw blijkt zo goed als stil te vallen. Beangstigend bijna, maar wel de harde realiteit. Wij zijn eerder actief in wegenbouw, afbraak en grondwerken en daar hoor je mij niet meteen klagen. Alhoewel: in de sector afbraak, gebiedt de waarheid mij wel te zeggen dat de promotoren ook wel de voet van het gaspedaal hebben gehaald. Ook de verhuur van bouwmachines loopt op dit moment iets moeizamer. En in een economisch moeilijkere situatie blijft het een moeilijke zoektocht om mensen te vinden.”
Hoeveel medewerkers zou u in een optimaal scenario meteen kunnen aanwerven en inzetten?
“Ik denk een dertigtal. Momenteel selecteren we in de eerste plaats vooral op basis van attitude en de goesting om er tegenaan te gaan. Het wordt nog altijd te weinig gezegd, maar mensen moeten zich goed voelen in de job. Daar rust ook een verantwoordelijkheid op de schouders van het bedrijf. Wij doen op dat vlak zoveel mogelijk. Denk maar aan opleidingen op maat of aan de peterschapsformule. De bouwsector heeft, gelukkig maar, dat suffe imago van vroeger van zich afgeschud. Vroeger heette dat een harde en zware stiel te zijn. Vandaag hebben een hele reeks hulpmiddelen ervoor gezorgd dat de job op alle vlakken best aantrekkelijk is. Denk maar aan ergonomische oplossingen, aan de bijzonder strikte veiligheidsmaatregelen of aan de hulp van technologie. Met de computer in de hand worden veel taken zoveel lichter gemaakt.”
Is het onderwijs mee in het verhaal van de bouw?
“Jawel, maar het mag altijd meer zijn. We nodigen alle scholen en opleidingen uit om naar ons bedrijf te komen. De leerlingen zullen prima begeleid worden, met de bedoeling zo ‘appetijt’ te creëren voor onze mooie sector. Wie graag de handen uit de mouwen steekt, zal op het juiste adres terechtkomen.”
De bouwsector heeft, gelukkig maar, dat suffe imago van vroeger van zich afgeschud. Een hele reeks hulpmiddelen hebben ervoor gezorgd dat de job op alle vlakken best aantrekkelijk is.
Johan Verhelst
Wat kan of moet de overheid doen om de bouwsector de wind in de rug te geven?
“Het is altijd hetzelfde liedje maar een btw-verlaging zorgt sowieso voor een push. Maar er is meer nodig dan enkel dat. Wie in Vlaanderen ergert zich niet dood aan het vergunningsbeleid? Men zal het in bepaalde kringen niet graag horen, maar ik noem dat dramatisch. Ambtenaren, en er zijn er steeds meer, blokkeren veel. Het gevolg is dat er pakken geld moet worden opgehoest voor procedures, waar enkel advocaten en gespecialiseerde studiebureaus beter van worden. In Gent proberen we al 7 jaar lang een vergunning te krijgen voor een betoncentrale annex een watergebonden activiteit. We wachten nog altijd. Hoe lang wacht Club Brugge al op een vergunning voor de bouw van een nieuw en noodzakelijk stadion? En dat kan allemaal.”
Durft u de vergelijking te maken met Frankrijk, waar Verhelst Group ook een filiaal heeft in Saint-Omer?
“Ik verzeker u: daar is het andere koek en lopen de zaken toch beduidend vlotter. Het beleid van Macron heeft voor een verschil gezorgd. Het mag niet verwonderen dat ook Voka meer en meer vragen krijgt vanuit zijn achterban over investeren in Noord-Frankrijk. Het is een logische evolutie.”
Alles afwentelen op de overheid is ook geen oplossing. Uit de feiten blijkt helaas dat de bouw momenteel heeft af te rekenen met een recordaantal faillissementen. Wat kunnen bouwbedrijven zelf doen?
“Hoe moeilijker, hoe minder spelers, dat is nu eenmaal een gegeven. Maar je kan dat ook anders zien: nu wordt het kaf allicht van het koren gescheiden. Er zijn een pak bouwbedrijven die groter zijn dan wij, maar met een reeks overnames hebben we ons ook weten te profileren richting groei. Daarnaast zweren we ook bij allianties met andere bedrijven om samen zaken beter te doen. Ik droom echter vooral van een futureproof bedrijf, en het liefst op eigen benen. Onze organisatie staat goed en wel op punt met specialisten op alle terreinen, van hr en environment tot finance en strategie. Recent hebben we ook een nieuwe divisie R&D opgericht om innovatieve producten op de markt te creëren in een steeds sneller evoluerende wereld. Ook op vlak van recyclage zijn we via ons nichebedrijf Top Mix Recycling mee met de behoeften van de sector om gronden te saneren. Dat moet wel nu blijkt dat er zoveel gronden vervuild zijn met PFAS.”
Recent hebben we een divisie R&D opgericht om innovatieve producten op de markt te creëren in een steeds sneller evoluerende wereld.
Johan Verhelst
Wat denkt u als u als specialist in grondwerken een pleidooi hoort over ontharding in Vlaanderen?
“We hebben onlangs door onafhankelijke experts een audit laten uitvoeren over onze CO2-prestatieladder. We denken weldra promotie te maken naar het hoogste niveau 5, en dat dankzij de medewerking van iedereen hier aan boord. Door het feit dat ons bedrijf al langer ISO & VCA**-gecertifieerd is, staat heel veel reeds uitgeschreven in procedures. Duurzaam ondernemen is in ons geval een evidentie en geen must. Misschien zijn we – typisch West-Vlaams – te bescheiden, maar duurzaamheid en circulariteit zitten gewoon in ons DNA. Op dat vlak nemen we het ene initiatief na het andere: elektrische fietsen, elektrische wagens, ledverlichting, zonnepanelen, een windmolen, een nieuwe laadkade om het transport via de waterweg – de zogenaamde modal shift – te promoten.”
Ooit was er één bedrijf met dezelfde naam in Oostende. Vandaag zijn er 2 ‘Verhelsts’. Zou u nog terug willen naar vroeger?
“Verhelst heeft van oudsher altijd een goede naam gehad in Oudenburg en omstreken. De overgang en de splitsing met het bedrijf van mijn zus kwamen er omdat beide bedrijven een eigen identiteit nastreefden in een aparte business. Achteraf bekeken is het ook makkelijker naar de volgende generatie. Enerzijds hebben we een lange ervaring en solide en vaste wortels van het bijna 100 jaar bestaande familiebedrijf en anderzijds voelen we ons allebei, zowel mijn zus als ik, als het ware deel uitmaken van de eerste generatie.”
Johan Verhelst
staat op het punt om na het interview te vertrekken naar een Champions Leaguewedstrijd van Club Brugge. “Ik ben al een leven lang supporter van Club Brugge. En ja, ik ontmoet er veel zakenlui. Dat maakt het altijd boeiend en de ontspanning doet mij deugd”, zegt hij.