Zoveel pagina’s telt het nieuwe Vlaams regeerakkoord. Maar wie hoopte op een heldere handleiding om Vlaanderen de komende legislatuur vooruit te stuwen, is eraan voor de moeite. Om 4u53 op zaterdagochtend 28 september kwam de verlossende tweet van de nieuwe minister-president: “We hebben een regeerakkoord. We doen wat de Vlaming van ons verwacht.” Zo rond 8u30 diezelfde ochtend en na een eerste analyse was het voor ons team bij Voka West-Vlaanderen al duidelijk: dit regeerakkoord blinkt uit in vaagheid… Zelfs onze koffiemachine gaf de geest. Hoeveel pech kun je hebben op een zaterdagochtend?
Deze tekst komt er op een moment dat de Vlaamse economie en in het bijzonder het industriële weefsel erg onder druk staan. De hoofdstukken die daarover gaan, zijn bijzonder vaag. Het akkoord begint nochtans veelbelovend met het voornemen “om de productiviteit en de concurrentiekracht te versterken, om strategische sectoren te ondersteunen en de economische toekomst ‘in eigen handen’ te nemen.” Maar hoe dat dan wel zal gebeuren en hoe de regering nu echt haar steentje zal bijdragen aan het vrijwaren van de toekomst van de Vlaamse industrie en het vereenvoudigen van het kader (vergunningen, administratie...) om nog te kunnen ondernemen in Vlaanderen? Dat lezen we vooralsnog niet in het regeerakkoord. Hopelijk brengen de beleidsnota’s eind deze maand meer duidelijkheid…
Als Voka blijven we op onze honger zitten. De regering van minister-president Matthias Diependaele legt nochtans juiste accenten. Zo komen de departementen Werk en Onderwijs bij één minister terecht. Die koppeling maakt dwarsverbanden mogelijk tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen. Een betere afstemming van het onderwijsaanbod op de noden van de arbeidsmarkt is noodzakelijk. Door de koppeling van onderwijs en werk kunnen duaal leren en levenslang leren beter en sneller ontwikkeld worden. Daarnaast wordt Industrie een volwaardige bevoegdheid van de minister-president. Voka heeft daar herhaaldelijk toe opgeroepen. De Vlaamse regering erkent met deze bevoegdheid het belang van industriële ondernemingen als motor van de rest van de economie.
Verderop in deze editie van het magazine Ondernemers gaan we dieper in op de verschillende hoofdstukken van het regeerakkoord. Maar ook wat West-Vlaanderen in het bijzonder betreft, is het zoeken naar echte hefbomen voor onze uitdagingen. Alvast even kort:
Op het vlak van arbeidsmarkt kunnen we niets anders dan concluderen dat de nijpende situatie in West-Vlaanderen niet doorgedrongen is. De vage bewoordingen in het regeerakkoord laten niet toe om te oordelen of die ambitie realistisch is met de voorgestelde maatregelen. In tijden van gigantische arbeidstekorten wordt volgens het regeerakkoord strikt vastgehouden aan het concentrisch model waarbij het eigen potentieel maximaal wordt geactiveerd.
Samen werken aan een warm en welvarend Vlaanderen’? Ik wil wel, maar de hardwerkende ondernemer blijft voorlopig op zijn honger zitten.
Bert Mons, Gedelegeerd bestuurder
De nieuwe Vlaamse regering heeft in het regeerakkoord aandacht voor ruimte om te ondernemen. Alleen hanteert ze ook daarvoor oude recepten die tot op heden ruim onvoldoende bleken. We weten dat enkel en alleen inzetten op het activeren en het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen onvoldoende zal zijn om de ruimtevragen van ondernemingen in West-Vlaanderen op te lossen. We hebben nieuwe terreinen nodig en wel voor minstens 500 hectare.
Net zoals Limburg is ook West-Vlaanderen al lang vragende partij om het aanbod academische opleidingen in de regio uit te breiden. Voka West-Vlaanderen is blij dat de nieuwe Vlaamse regering voortaan de focus wil leggen op “een betere territoriale spreiding van en wil inzetten op een rationeel en geactualiseerd studieaanbod”, maar ook hier is men niet expliciet over een tijdspad en plan van aanpak. In ons memorandum pleitten we voor de uitbouw van volwaardige economische en technologische opleidingen en de versterking van de bestaande economische faculteit in West-Vlaanderen. Dit omvat de ontwikkeling van nieuwe masteropleidingen die aansluiten bij de noden van de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
Kortom, “Samen werken aan een warm en welvarend Vlaanderen” – de titel van het Vlaams regeerakkoord – ik wil wel, maar de hardwerkende West-Vlaamse ondernemer en haar en zijn ondernemende medewerkers blijven voorlopig op hun honger zitten. We roepen de minister-president en de vakministers dan ook op om snel aan het werk te gaan en de algemeenheid van het regeerakkoord om te buigen in concrete beleidsplannen waar ook de nodige middelen tegenover worden geplaatst.
Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om onze twee West- Vlaamse viceminister-presidenten Hilde Crevits en Melissa Depraetere alle succes toe te wensen met hun nieuwe mandaat en roep hen op om samen de ambities van West- Vlaanderen waar te maken, onze regio meer slagkracht te geven en te transformeren tot een regio met een dynamische arbeidsmarkt, bloeiende, innovatieve bedrijven en een toekomstbestendige infrastructuur.