In 2026 treedt de Europese PPWR-wetgeving in werking, bedoeld om verpakkingen duurzamer te maken. Herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en de inzet van recyclaat staan daarbij centraal. Maar hoe realistisch zijn die ambities en welke tegenstrijdigheden maken het voor bedrijven moeilijk om duurzame keuzes te maken? “De meest duurzame verpakking bestaat niet. Je moet kijken naar de finaliteit”, aldus An Vermeulen van vzw Pack4Food, een cluster van bedrijven en kennisinstellingen die de brug slaat tussen wetenschappelijk onderzoek en industriële innovatie op vlak van voedselverpakking.
Tekst Laurens Fagard
De afvalberg afkomstig van verpakkingen verkleinen, dat stelt de nieuwe Europese verpakkingsverordening (PPWR) voorop. En die doelstelling is behoorlijk ambitieus. Tegen 2030 moeten alle verpakkingen recycleerbaar zijn, een aanzienlijk deel moet uit gerecycleerd materiaal bestaan en herbruikbare systemen worden aangemoedigd. “Vandaag ontbreekt er nog duidelijkheid. De richting is gezet, maar de secundaire wetgeving is er nog niet. Bedrijven weten nog niet wat een A-, B-, C-, D- of E-klasse verpakking precies inhoudt. Bekijk het als een skelet dat nog geen lichaam heeft. Dat zorgt natuurlijk nog voor heel wat onzekerheid omdat bedrijven wel moeten investeren in machines en afvulapparatuur om die doelstellingen te halen”, stelt An Vermeulen van Pack4Food.
Uitdagingen zoals de PPWR vertalen naar praktische haalbaarheid, daar breekt de vzw zich onder meer het hoofd over. Zo’n 20 jaar geleden werd Pack4Food opgericht om de link tussen industrie en kennisinstellingen te maken en te versterken. “Als organisatie helpen, inspireren en adviseren we bedrijven vooral bij de innovatie van voedselverpakkingen op basis van wetenschappelijk onderzoek. Maar ook de voedingsindustrie samenbrengen met verpakkingsbedrijven behoort tot onze kerntaken. Die connectie zal met ingang van de PPWR nog prominenter zijn. Een van de uitdagingen is bijvoorbeeld herbruikbare verpakkingen inzetten. Maar er is nog weinig kennis rond wat de impact is op voedselveiligheid, wasprotocols of hoe de consument ermee omgaat. Een doordachte samenwerking is dan wel essentieel om zoiets te doen slagen.”
Bierflesjesmodel
Onze verpakkingen moeten duurzamer, zoveel is duidelijk. Maar de meest duurzame verpakking bestaat niet volgens An. “Soms kloppen bedrijven bij ons aan in de zoektocht naar de meest duurzame verpakking voor hun product. Maar eigenlijk bedoelen ze wat er meest duurzaam lijkt. Die perceptie strookt immers niet altijd met de realiteit. Het is sterk afhankelijk van welk product er terechtkomt in je verpakking. Voor mij gaat het in hoofdzaak nog altijd over houdbaarheid en voedselveiligheid. Verpakking moet je voedsel beschermen. Maar dat maakt de boodschap naar de consument er zeker niet makkelijker op. Elke retailer kiest zijn eigen strategie. Sommigen zweren bij papier en karton, anderen gaan voor plastic en claimen recycleerbaarheid. Beide kunnen kloppen, afhankelijk van de toepassing en bijvoorbeeld welke logistieke keten eraan vasthangt. Maar de consument krijgt wel dubbele signalen.”
Een ander item in de PPWR is het integreren van recyclaat in verpakkingsmaterialen. “Dat is een goede denkpiste, maar brengt soms de functionaliteit in het gedrang. Als je gerecycleerde plastic in krimpfolie steekt, moet die vaak dikker zijn om nog dezelfde kwaliteit te garanderen. Dan moet je goed afwegen of die maatregel nog zin heeft natuurlijk. Want je gebruikt dan meer materiaal om ‘duurzamer’ te zijn. Ook het scheiden van afval speelt daar een belangrijke rol in. Tegenwoordig belandt alles van plastic in de PMD, maar je kan niet zomaar alle componenten daarvan gebruiken voor voedingsverpakkingen. Sorteercentra verbeteren dus volop hun processen om gerichter te sorteren. Maar het moet rendabel blijven natuurlijk.”
De ambitie om meer richting herbruikbaarheid van verpakkingen te evolueren, gaat volgens An ook gepaard met enkele vraagstukken. “Niet alleen de voedselveiligheid moet je blijven waarborgen, maar ook de businessmodellen gaan herbekeken worden. Bij een single use-markt zijn er veel minder spelers dan bij een herbruikbare markt. Je moet een systeem van reverse logistics opzetten en bepalen wie de eigenaar is van de verpakking. Voor bierflesjes hebben we al zo’n systeem, maar dat is zowat de enige verpakking. Toch voel je wel de wil van heel wat partijen om daarmee aan de slag te gaan. Voor champignons loopt er nu een testproject met alle grote retailers in België waarbij bakjes worden teruggebracht, gewassen en opnieuw gebruikt. Die initiatieven zijn schitterend, maar de grootste uitdaging zal zijn om de consument erin mee te krijgen. Dat vergt tijd.”
Wetgeving als katalysator
Veel hangt volgens An ook af van de bereidheid om innovatie een kans te geven. “Zo’n dertig jaar geleden sorteerden gezinnen nog niet grootschalig. Vandaag hoort België bij de wereldwijde top als het op recycleren aankomt, terwijl andere Europese landen zoals Polen nog maar recent de stap hebben gezet naar afvalverbranding met energierecuperatie. Dat afval kwam tot twee jaar terug zomaar op een vuilnisbelt terecht. Het kan snel gaan als het van bedrijven afhangt, maar dan speelt wetgeving voor een groot stuk mee. Vaak is virgin plastic nog goedkoper dan gerecycleerd plastic. Wil je dat laatste een kans geven, moet je beter reguleren of meer heffingen invoeren op virgin.”
“En nogmaals, voedselveiligheid mag zeker niet vergeten worden. We staan er vandaag niet bij stil welke technologie er schuilgaat achter het bewaren van ons voedsel in de koelkast. Daardoor is er nu al veel minder voedselverspilling. En dan is er ook nog de trend naar gezonder voedsel, waardoor er meer stemmen opgaan om minder bewaarmiddelen in onze voeding te steken. Verpakking wordt dus nóg belangrijker. Je moet het dan wel nog werkbaar maken. En die combinatie is soms moeilijk. De wetgeving op voedselveiligheid van verpakkingsmaterialen wordt in de toekomst wel herzien, maar dat wordt een werk van 5 tot 10 jaar.”
En in plaats van meer gerecycleerd, gewoon minder verpakken? “Die quick wins zijn er bij bedrijven toch voor een groot stuk al uit. Het zal met nog minder moeten, tenzij je het kan aantonen. Soms heb je vanuit een logistiek oogpunt geen andere keuze. Je wil namelijk niet dat er een vrachtwagen op de autostrade kantelt omwille van een lading die niet stabiel genoeg is gestapeld. Men is dan wel bezig met herbruikbare omhulsels voor palletten ter vervanging van wikkelfolie, maar die zijn absoluut niet recycleerbaar omdat ze sterk moeten zijn, en open en dicht moeten kunnen. Dat terwijl wikkelfolie perfect te recycleren valt.”
Komkommerplasticje
“Heel veel valt terug op goede educatie en communicatie. Consumenten kunnen rond verpakkingen echt wel nog meer op de hoogte zijn. Een simpel voorbeeld is dat van de komkommer met een plastic omhulsel rond. Dat gaat er bij veel mensen snel af zodra ze de koelkast inladen, maar het heeft wel degelijk nut naar houdbaarheid. Zeker in sommige delen van het seizoen waar die soort groente uit Spanje komt en dus langer onderweg is. Sommige groenten en fruit kan je wel degelijk in bulk aanbieden, maar dat is zeker niet voor alles mogelijk.”
“Een studie van OVAM onderzocht of je dat kan doen bij tomaten. Maar daar zijn enorm veel soorten van die aan verschillende prijzen verkocht worden. Je kan moeilijk van elke kassamedewerker verwachten om de verschillen te detecteren. Dan moet je wel verpakken per soort of AI inschakelen die de tomaten van elkaar onderscheidt. Het zijn zulke projecten die boeiend zijn om op grote schaal conclusies uit te trekken. Zo zitten we momenteel ook in een project om van meerlaagse folie opnieuw folie te maken. Behoorlijk uitdagend op technisch vlak, maar haalbaar als je met alle partijen samenwerkt. Sommige technologieën zoals chemische recyclage of composteerbare materialen zijn veelbelovend, maar nog niet rendabel of breed inzetbaar. Zo mag PLA (polymelkzuur) vandaag niet in de GFT-bak omdat het de industriële composteerinstallatie kan verstoppen en omdat de vrees bestaat dat consumenten er ook niet-composteerbare plastics in zouden verzamelen. Daarvoor moeten eerst de sorteersystemen op punt staan.”
“Chemische recyclage werkt dan weer heel anders. Daarbij worden kunststoffen met chemische processen opnieuw afgebroken tot monomeren, hun basisbouwstenen. Daaruit kunnen nieuwe kunststoffen worden gemaakt. In tegenstelling tot mechanische recyclage, waarbij kunststoffen simpelweg worden vermalen en omgesmolten, kan chemische recyclage ook moeilijk te recycleren materialen verwerken. Het nadeel is dat de technologie vandaag nog duur en energie-intensief is.”
Drie duurzame kernboodschappen
Op Europees vlak neemt Pack4Food een voortrekkersrol in met enkele cases die inspirerend zijn voor andere landen. “In Malmö kijken ze nu naar een Belgisch systeem van herbruikbare pizzadozen uit Mechelen. Zulke kruisbestuiving is waardevol. Hoe dan ook blijven we telkens hameren op een drietal kernboodschappen. Start altijd bij het product, want verpakking moet functioneel zijn en het product voldoende beschermen. Pas vervolgens de principes van ecodesign toe met deze functionaliteit in het achterhoofd. Minder verpakking, meer hergebruik of recycleerbaarheid. En zorg voor de juiste inzameling. Een verpakking kan technisch recycleerbaar zijn, maar als ze niet wordt ingezameld, recycleren we nog altijd niets.”
De PPWR simpel uitgelegd
De PPWR, voluit de Packaging and Packaging Waste Regulation, is een recente Europese verordening die de manier waarop we met verpakkingen omgaan, fundamenteel wil hervormen. Europa wil zo komaf maken met de groeiende afvalberg en de wildgroei aan verschillende verpakkingsvormen. De kern van de regelgeving is om het met minder verpakking en afval en veel meer recyclage en hergebruik te doen.
De PPWR stelt concrete reductiedoelstellingen en verbiedt onnodige verpakkingen, zoals dubbele doos-in-doosverpakkingen of mini-verpakkingen van fruit. Er komt ook een maximum van 50% lucht in verzendverpakkingen voor e-commerce, en een statiegeldverplichting op plastic en metalen drankverpakkingen (tenzij een land 90% retour haalt).
Een belangrijke innovatie is het verplichte design for recycling. Tegen 2030 moet elke verpakking technisch recycleerbaar zijn, met duidelijke labels (A tot E). Vanaf 2038 worden enkel categorieën A en B nog toegelaten. Hoe die categorieën gedefinieerd zijn, is nog niet duidelijk. Ook herbruikbaarheid wordt verplicht in sectoren zoals horeca en e-commerce. Tegen 2028 moet je je afhaalmaaltijd in herbruikbare verpakking kunnen krijgen zonder extra kost.
De verordening raakt de hele keten, van fabrikant tot transporteur. Zij worden verplicht om data over verpakking bij te houden en publiek te maken. Dat gaat over materiaalgebruik, herbruikbaarheid, recyclagegehalte, en de eventuele aanwezigheid van schadelijke stoffen zoals PFAS.
Voor Belgische bedrijven kan de PPWR zowel kansen als uitdagingen inhouden. Het sluit aan bij initiatieven als de Green Deal Anders Verpakt en kan concurrentieel voordeel opleveren voor wie vooruitdenkt. In combinatie met andere ESG-wetgeving (zoals de CSRD) past deze verordening in het bredere streven naar een circulaire economie.