Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Met een negatief economisch klimaat naar de verkiezingen

Met een negatief economisch klimaat naar de verkiezingen

  • 23/05/2024

Op iets meer dan twee weken voor de verkiezingen oogt de maandelijkse conjunctuurmeter van Voka - KvK Limburg niet meteen positief. De export trekt niet aan, de uitdagingen op de arbeidsmarkt blijven bestaan en het aantal bouwvergunningen en de verkoop van voertuigen zijn gewoonweg niet goed. Helaas zien we in de verkiezingsprogramma’s en -campagnes weinig aandacht voor de versterking van onze economie en industrie. Er is vooral aandacht voor extra koopkracht, hoewel die juist enorm is toegenomen, maar daarbij is ook weinig aandacht hoe die extra koopkracht onderliggend gecreëerd moet worden. Daarnaast overschaduwt de budgettaire situatie de beleidsmogelijkheden, maar ook hier hebben weinig partijen een geloofwaardig plan om dat aan te pakken. Het Planbureau berekende zelfs dat de Europese norm om maximaal een begrotingstekort van 3% van het bbp te hebben bij geen enkele partij wordt gehaald. Bij verschillende partijen zou de situatie zelfs opvallend verslechteren.

Bekijk hier de reportage op TV Limburg.

“Wat betreft beleidsprioriteiten voor Limburg zien we zeker een aantal positieve zaken in de partijprogramma’s, maar willen we echt vooruit met onze provincie dan moeten zaken zoals de Einsteintelescoop en de burgerlijk ingenieursopleiding aan de UHasselt effectief opgenomen worden in de regeerakkoorden. Daarom lanceerden we samen met ​ UNIZO Limburg en VKW Limburg een gezamenlijke campagne ‘één stem voor Limburg’. Met deze campagne vragen we om in Limburgse dossiers met één stem te spreken", zegt Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka - KvK Limburg.

Starters blijven in stijgende lijn

In april mochten we 991 nieuwe starters verwelkomen in Limburg. Gezien de start van een nieuw kwartaal ​ is dit traditioneel een pak meer dan in maart. Ook t.o.v. een jaar geleden is dit 10% meer. Daarmee blijft het aantal starters in stijgende lijn en zijn er voorlopig al 11% meer starters in 2024 t.o.v. 2023 in dezelfde periode.

Export stagneert zonder nieuwe handelsakkoorden

Het aantal uitgereikte exportcertificaten krimpt in april met -6.1% tot 1684 eenheden. Met dit volume blijft het activiteitsniveau nipt onder het maandgemiddelde. De trend over de volgende zes maanden verloopt licht opwaarts, maar gevoelig minder uitgesproken dan een jaar geleden. De year-to-year differential wordt voor wel stevig positief (2.26%). De exportwaarde neemt met 10.9% toe en loopt op tot €99.6 miljoen. Het zakencijfer situeert zich vervolgens 26.7% boven het gemiddelde voor de maand april. Deze evolutie gaat gepaard met perfect stagnerende trendvooruitzichten voor de periode tot oktober.

De huidige dynamiek drijft de year-to-year differential over de prognoseperiode op tot 12.8%. Al maanden noteren we voor deze deelindicator stagnatie. Willen we hier verandering in zien dan moet er terug meer aandacht komen voor het belang van handelsakkoorden. Volgens het Planbureau is een derde van onze economische activiteit gelinkt aan internationale handel. Toch kwam het thema zeer beperkt aan bod in de verkiezingscampagnes. Het snel veranderende internationale klimaat rond (de)globalisering vormt een van de grootste bedreigingen voor onze toekomstige welvaart. 

Krimp in de bouw en dalende voorspellingen

Het totale aantal uitgereikte bouwvergunningen valt in januari (recentste data) met -20.1% terug. Dit is zowel qua omvang als qua richting een zeer atypische beweging. In de periode sinds 2010 werd in januari een maand-tot-maand toename van gemiddeld 12.7% gerealiseerd en deed zich slechts tweemaal een krimp voor. In beide gevallen bleef de krimp beperkter dan die van deze maand. De sterkste terugval doet zich voor binnen de niet-residentiële activiteit (nieuwbouw -50% en renovatie -39.5%). ​ Voor de residentiële bouw is de schade beperkter (nieuwbouw ​ -6.4% en renovatie -22.8%). Met een totaal van 442 eenheden belandt het totale activiteitsvolume -6.9% onder het januarigemiddelde.

Voor de periode tot oktober dienen zich voor alle indicatieve segmenten overwegend zwak dalende trends aan die neigen naar een stagnatietendens. Voor de residentiële nieuwbouw en de niet-residentiële renovatie waren de trends een jaar geleden nog opwaarts gericht. Per saldo resulteert voor de totale markt de facto een stagnatie van de activiteit rond de 500 vergunningen, wat sterk vergelijkbaar is met de situatie van een jaar geleden. De year-to-year differentials blijven allemaal positief. De marges voor de residentiële bouw laten allebei een gevoelige krimp optekenen (nieuwbouw van 9.5% naar 3.5%, ​ renovatie van 14% naar 3.4%), die voor de niet-residentiële activiteit neigen nog veeleer naar het status quo (nieuwbouw van 27.9% naar 26.6%, renovatie van 16.5% naar 13.6%). De tendensen reduceren de differential voor de totale markt van 11.7% naar 4.64%, wat overeenstemt met de waarde van twee maanden geleden.

Mei 2024 - Oktober 2024

Voertuigen: op één na grootste krimp sinds 2010

In april worden -30% minder nieuwe voertuigen ingeschreven dan in maart. Dit is de op één na meest omvangrijke aprilkrimp sinds 2010. Alleen in coronajaar 2020 moest een nog meer negatieve waarde (-73%) gerapporteerd worden. De huidige terugval wordt evenwichtig gegenereerd door de bedrijfsvoertuigen (-30.8%) en de personenwagens (-30.6%). Het aantal inschrijvingen van opleggers blijft status quo. Het totale aantal inschrijvingen strandt op 2774 stuks of -22% onder het aprilgemiddelde. Voor de totale markt is het trendpatroon tot oktober neerwaarts gericht met een intensiteit die sterk analoog is aan die van dezelfde periode vorig jaar. Dit is het resultaat van een stagnatie bij de bedrijfsvoertuigen, een dalend verloop bij de personenwagens en een licht opwaartse tendens voor de vrachtwagens en opleggers.

De year-to-year differential voor de totale markt valt terug naar -3.4%. Alle segmenten dragen bij aan deze veralgemeende krimp. De marge voor de bedrijfsvoertuigen was reeds negatief (-16.5%) en glijdt nu substantieel verder weg in de rode zone tot -25%. De marge voor de vrachtwagens en opleggers blijft negatief (-21.2%) maar zit nog wel dicht in de buurt van de -20.4% van vorige maand. De marge voor de personenwagens blijft positief (2.1%) maar valt terug tot zowat een kwart van zijn vorige waarde (8.4%).

Aantal werkzoekenden status quo

Het aantal werkzoekenden blijft in april nagenoeg status quo. Noteer wel dat de evolutie nogal verschilt voor de mannen (+0.9%) en de vrouwen (-1.2%). Vanaf juli sturen de schoolverlaters het aantal werkzoekenden naar een maximumniveau. De year-to-year differential voor de mannen blijft positief en verruimt van 7.4% tot 10%. De marge voor de vrouwen wordt negatief (-1%). In april worden -8.5% minder vacatures uitgeschreven dan in maart. Een terugval van die grootteorde ligt volledig in lijn met de historische ervaring. Met 2891 vacatures blijft het jobaanbod 35% boven het maandgemiddelde sinds 2010. De trend vertoont praktisch gezien een sterke stagnatietendens net onder de 3000 eenheden. Hiermee worden de vooruitzichten van de laatste drie maanden nogmaals bevestigd. De year-to-year differential blijft nog wel negatief (-5%) maar wordt zo goed als gehalveerd ten opzichte van vorige maand (-9.3%).

Eind april bleven 9647 vacatures oningevuld. Dit volume overtreft het maandgemiddelde met 120%. De maand-tot-maand toename (+1.8%) is niet significant verschillend van +2.2% die sinds 2010 in april gemiddeld gerealiseerd werd. De verdere evolutie vertoont een opwaartse tendens die steiler verloopt dan twaalf maanden geleden. Tegen september dient zich binnen de huidige dynamiek een uitvlakking en zelfs een mogelijke neerwaartse omslag aan in de buurt van 11000 eenheden. Ondertussen loopt de year-to-year differential nog licht op van 7.6% tot 8.1%. Noteer dat twee en drie maanden geleden nog systematisch ruimere marges van 9% tot 13% aan de orde waren.

Toeristische sector maakt zich klaar voor topseizoen

In januari valt het aantal aankomsten in de toeristische sector terug met -20.8% en het aantal overnachtingen met -14.3%. Deze dalingen zijn relatief beperkt. Met 85549 eenheden blijft het aantal aankomsten 49.18% boven het maandgemiddelde, voor het aantal overnachtingen (237773) gaat het om een vergelijkbaar ecart van 48.3%. In de periode tot oktober verloopt de activiteit vervolgens langsheen de traditionele licht opwaartse trend die qua intensiteit sterk analoog is aan die van vorig jaar. De piekwaarden worden voor beide indicatoren in juli gerealiseerd en kunnen 4 à 5% hoger uitvallen dan de topwaarden van vorig jaar.

De year-to-year differentials blijven positief en verruimen licht ten opzichte van vorige maand: de marge voor de aankomsten neemt toe van 1.77% tot 2.7%, die voor de overnachtingen van 2.1% tot 2.8%. In maart (recentste data) neemt de bezettingsgraad van hotels toe tot 48%, die van de ​ B&B’s tot 24%. Vanaf april manifesteert zich een voor de hotels een significant opwaartse trend die de bezettingsgraad in augustus naar een topwaarde van 74% stuurt. Ondanks een topwaarde van 51% in juli moet het segment van de B&B’s het gedurende de periode tot oktober stellen met een stagnatie van de bezettingsgraad rond 40%. De year-to-year differential voor de hotels blijft positief (5.2 procentpunten) wat een ruime verdubbeling ten opzichte van vorige maand inhoudt. De marge voor de B&B’s blijft met -3.2 procentpunten negatief en zo goed als status quo (vorige maand -3.7 procentpunten.)

Contactpersonen

Menno Van Gemeren

Senior adviseur belangenbehartiging

Jonas De Raeve

Directeur belangenbehartiging