Skip to main content
Map

De grondstroom

  • 26/03/2018

De verkiezingscampagne trekt zich langzaam op gang. Het komende jaar kunnen de politieke kaarten grondig worden herschud. Dit najaar met de lokale verkiezingen, volgende voorjaar met de regionale en federale stembusslag. We slaan het vanop de zijkant gade, met meer dan gewone belangstelling. Wie politiek de macht heeft, kan zijn invloed laten gelden op het omgevingsklimaat voor ondernemingen, in positieve en helaas ook in negatieve zin

 

 

.

De uitdagingen voor de Brusselse metropool zijn genoegzaam gekend: mobiliteit, ruimtelijke planning, onderwijs en tewerkstelling, veiligheid, internationale aantrekkelijkheid en connectiviteit, omgang met diversiteit… We rekenen er op dat alle overheden actief in deze metropool daar meer dan ooit op inzetten, en dat ze dat niet in verspreide slagorde doen.

Waar we ons zorgen over maken is of er nog voldoende politieke steun is bij Brusselse beleidsverantwoordelijken om de rol van Brussel als hoofdstad, economisch en internationaal centrum verder waar te maken. Ik denk in eerste orde aan de houding inzake de luchthaven. Men wil geen geluidshinder in de stad, ook als dit de toekomst van de  luchthaven in het gedrang brengt, en dus ook de tewerkstelling van duizenden hoofdstedelingen op de luchthaven en onrechtstreeks gelinkt aan de luchthaven. Maar ik verwijs ook naar een houding inzake mobiliteit, waarbij de bereikbaarheid van het centrum wordt beperkt, zonder pendelaars eerst voldoende alternatieven te geven. Of ik denk nog aan de debatten over de veiligheid, waarbij bepaalde Brusselse beleidsverantwoordelijken
een krachtdadig optreden schuwen, of weerstand bieden tegen structurele hervormingen zoals de organisatie van één politiezone.

"De sterke ‘inwaartse’ reflex van de Brusselse politiek is kortzichtig. We moeten een evenwicht vinden tussen de internationale en economische roeping van Brussel."

De sterke ‘inwaartse’ reflex van de Brusselse politiek beantwoordt aan een zekere politieke logica - eigen kiezers eerst – maar is kortzichtig. We moeten een evenwicht vinden tussen de internationale en economische roeping van Brussel. Maar tegelijk duidelijk beseffen dat die centrumfunctie ook voor de Brusselaars dé bron van welvaart is. De regionalisering heeft mettertijd geleid tot een te grote kloof tussen Brussel en het omliggende Vlaanderen, die de economische ontwikkeling van de Brusselse metropool bemoeilijkt. Elk gewest gaat zijn eigen weg. Die politieke trend staat haaks op de economische trend van steeds grotere vervlechting tussen Brussel en de brede Vlaamse rand, de vorming van een sociaaleconomische belangengemeenschap.

Om deze spreidstand te counteren zijn bestuurlijke aanpassingen nodig: enerzijds de creatie van een sterk Brussels stadsgewest dat de gemeentelijke versnippering overstijgt, anderzijds een nieuw samenwerkingsmodel tussen Brussel en Vlaanderen. Met als doel: een veel krachtiger aanpak van de vele uitdagingen in de hele metropolitane omgeving.

In het licht van de komende verkiezingen zijn we getuige van een verscherpte polarisering tussen Brussel en Vlaanderen, helaas. Maar onder de waterlijn zien we ook positieve ontwikkelingen. De Vlaamse en Brusselse administraties en agentschappen werken steeds meer samen inzake de aanpak van grensoverschrijdende mobiliteitsdossiers, evenals voor de ruimtelijke ontwikkeling van zones in de rand, in het bijzonder de Noordrand. VDAB en  Actiris slaan meer dan ooit de handen in elkaar om Brusselse werkzoekenden in Vlaanderen aan de slag te krijgen. De economische grondstroom sijpelt langzaam door in de politieke bovenbouw. Hopelijk komt dit na de electorale veldslagen tot een stroomversnelling.

Deze opinie verscheen eerder als editoriaal in 'Ondernemers in de Brusselse metropool', editie maart 2018. Lees hier het volledige magazine.

Proximus