Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Darling Ingredients: een schat aan hoogwaardige materialen uit organische reststromen

Darling Ingredients: een schat aan hoogwaardige materialen uit organische reststromen

  • 13/09/2023

Sinds mensenheugenis staat Rendac in Denderleeuw bekend om de verwerking van kadavers en dierlijke bijproducten. Het dochterbedrijf van Darling Ingredients ziet sinds enkele jaren ook heil in organische reststromen waar het biogas van maakt. “Van ogenschijnlijk afval terug hoogwaardige producten maken, dat is onze métier. Wereldwijd zijn ze benieuwd hoe we dat aanpakken. Maar als we pionier willen blijven, moet het investeringsklimaat gunstiger.”

foto
Managing director Belux Sebastian Feyten
Tekst Laurens Fagard - foto Nathalie Dolmans

Of het nu om één paard of twintig koeien gaat, elk kadaver in België en Luxemburg wordt binnen de 48 uur opgehaald en komt uiteindelijk terecht in Denderleeuw. Daar verwerkt verwerkingsbedrijf Rendac al bijna 90 jaar dierlijk materiaal. In 2014 nam beursgenoteerd bedrijf Darling Ingredients Rendac over (samen met onder meer Rousselot, vestiging in Gent). Het Amerikaanse moederbedrijf verwerkt wereldwijd ongeveer 15% van al de slachtbijproducten en is daarmee marktleider in de productie van ingrediënten op basis van dierlijke bijproducten.

In Europa zet Darling Ingredients naast de kadaverophaling van Rendac ook fel in op de verwerking van slachtbijproducten. Deze activiteit is ondergebracht onder de naam Sonac. “Een dier dat tot vlees verwerkt wordt, bevat ongeveer de helft slachtbijproducten. Bij sommige dieren loopt dat percentage zelfs nog op”, legt managing director Belux Sebastian Feyten uit. “Het dierlijke vet dat we ervan maken, kan ingeschakeld worden voor hernieuwbare brandstoffen zoals biodiesel, het protëinemeel wordt ingezet als nutriënt in petfood of aquacultuur.  Zo krijgt het dierlijk materiaal terug een belangrijke toegevoegde waarde.

Ook de oleochemie (chemische procesindustrie op basis van plantaardige en dierlijke oliën en vetten) teert op de toepassingen van Sonac. “Een deel van onze wasmiddelen bevatten chemicaliën die gemaakt zijn op basis van dierlijke vetten. Maar onze producten vinden evengoed hun weg in rubberbanden of zeep. Het scala aan mogelijkheden voor de industrie kan je dus wel erg breed noemen.”

Van banaan tot biogas

Naast de verwerking van dierlijke bijproducten, is er ook veel potentieel te vinden in de betere verwaarding van andere organische reststromen. Het zette de Nederlandse en Belgische sites van Darling Ingredients aan om sinds meerdere jaren ook in bio-energie te investeren. “Via Ecoson verzamelen we organische reststromen vanuit onder andere de voedings- of biobrandstofindustrie. Aardappelschillen, chocoladerepen of lasagnes die na houdbaarheidsdatum zijn, komen hier allemaal terecht in een biovergister. In die gigantische massa zet een bacteriecultuur een belangrijk deel van de voedingsresten om tot biogas waar we uiteindelijk groene elektriciteit van maken”, vertelt Sebastian.

“Niet enkel vervallen voedsel eindigt in de biotanks. Dagelijks ontvangen we in de Antwerpse haven tonnen bananen vanuit Zuid-Amerika die niet meer geschikt zijn voor de winkelrekken wegens vliegjes of ziektes. Maar ook nagemaakte of slecht gelabelde alcohol belandt in de biotanks. We hebben een enorm krachtige ontpakkingsmachine die de organische fractie scheidt van niet-verwerkbare reststromen zoals plastic of glas.” 

Ook tijdens en na de omzetting van voedingsresten naar gas stelt Ecoson alles in het werk om volledig circulair te zijn. “In de dampen die vrijkomen zit ammoniak die we herleiden tot ammoniakwater. Daarmee maken we een soort van ‘AdBlue’, een toevoegingsmiddel dat in dit geval toegepast wordt in  industriële verbrandingsovens om zo de uitstoot van NOx te verminderen zodat ze beantwoorden aan de Europese emissienormen. Het restproduct (digestaat) van de biovergisting dat overblijft, kan in bepaalde gevallen worden omgezet naar compost en vindt zijn weg naar de landbouw.”

(lees verder onder de foto)

foto

Bacteriecultuur niet verstoren

Die Europese circulaire hoogstandjes blijken een enorm concurrentieel voordeel te zijn. “Ons dierlijk vet, meel en biogas winnen aan populariteit in de volledige waardeketen. De vetten gaan grotendeels naar de biobrandstofindustrie in Rotterdam, terwijl het meel van kadavers wordt gebruikt als hernieuwbare brandstof om energieverslindende cementovens mee op te warmen. Die ovens hebben vanuit de bouwsector een doelstelling om te draaien op minstens 80-85% hernieuwbare energie. De waarde van die grondstoffen wint aan belang om onze duurzame doelstellingen te behalen. We stimuleren slachthuizen dan ook om hun bijproducten beter te scheiden en kwalitatief te bewaren zodat we deze ook een betere en hoogwaardigere bestemming kunnen geven. Dit is tevens positief voor de slachterijen. Van varkensdarmslijm maken we bijvoorbeeld heparine, een stof die in de farmaceutische industrie gebruikt wordt als antistollingsmiddel. En kippenveren worden omgevormd tot een hoog verteerbaar proteïnerijk meel dat als ingrediënt dient voor dierenvoeding.” 

“Bij het biogasverhaal is het vooral belangrijk dat de bacteriecultuur niet te vaak verstoord wordt en optimaal kan functioneren. Door verschillende data zoals het zoutgehalte, de energie-inhoud of de aanwezigheid van zware metalen te meten, kunnen we perfect aangeven wat wel en niet geschikt is om aan de biovergister toe te voegen. Producten die te veel zouten of zwavel bevatten, zijn nefast voor de bacteriën. Maar olie- en vetrijke producten leveren dan weer veel gas op met risico op een overactiviteit van gasproductie, wat de bacteriecultuur ook kan afdoden. Die balans bewaren is technisch vakmanschap.”

"Op vlak van biovergisting zijn we technologisch verstaand en blijven we innoveren, omdat we er ook sterk in geloven. De afvalverwerkingsmarkt is volop in beweging. Iedereen wil beter sorteren, hergebruiken en reststromen verwaarden. Er zijn heel wat kleinere biovergisters die gegroeid zijn vanuit de buik van landbouwbedrijven en biogas maken van mestfracties in combinatie met een aantal landbouwgewassen. Maar wij focussen volledig op die organische reststromen omdat grote industriële spelers vragende partij zijn.”

“In andere landen kijken ze met grote ogen naar onze productieprocessen. Onlangs kwam er nog een delegatie van 40 investeerders op bezoek in de site van Kallo, en zelfs vanuit Zuid-Korea is er interesse naar hoe wij hier omgaan met afval. Iedereen kan biogas maken met correcte stromen. Wat je doet met het restproduct, de dampen en de energie nadien, daar staan nog maar weinig bedrijven ver in. 

Met Ecoson willen we nog meer naar buiten komen omdat jonge mensen op zoek zijn naar betekenisvol werk. En maatschappelijk gezien kan je niet relevanter zijn als je van afval een hoogwaardig product maakt.”

Op vlak van biovergisting zijn we technologisch verstaand en blijven we innoveren, omdat we er ook sterk in geloven”

managing director Belux Sebastian Feyten

Graag gelijk speelveld

Vanuit de Verenigde Staten volgt Darling Ingredients het duurzame parcours van Rendac op de voet. Voor beursgenoteerde bedrijven is de ESG-rating (Environment, Social en Governance) van kapitaal belang in hun investeringsbeleid. “Maar in België is het investeringsklimaat vandaag heel onzeker”, legt Sebastian de vinger op de wonde. “We hangen volledig af van regelgeving en beslissingen van de betrokken overheden. Na de aankondiging om de groenestroomcertificaten voor zonnepanelen stevig aan te pakken, werden in één klap ook biovergistingsinstallaties meegenomen. Zo is er risico op een onzeker steunmechanisme dat onderdeel is van een investeringsplan en zet je toekomstige bio-energieprojecten op de helling omdat het vertrouwen weg is.”

Wat Sebastian nog het meest tegen de borst stuit, is dat er een grote kloof kan ontstaan tussen landen en gewesten. “Vlaanderen probeert nu de geldkraan dicht te draaien, maar als Wallonië of Nederland dat niet doen, creëer je een ongelijk speelveld. Dan krijg je een absurde situatie waarbij afvalstromen verder weg worden gereden, gewoon omdat het subsidielandschap te veel uiteenloopt. Hoe duurzaam zijn de extra kilometers die je daarvoor rondrijdt dan nog?”

(lees verder onder de foto)

foto
De site van Rendac in Denderleeuw

 

“Bovendien betreur ik ook hoe het stikstofverhaal disproportioneel veel aandacht krijgt als het gaat over de negatieve impact van onze landbouw. Je moet weten dat Vlaanderen en Nederland de regio’s bij uitstek zijn als het gaat over vernieuwende landbouwtechnologie. Met Gent, Leuven en Wageningen hebben we drie wereldvermaarde kennisinstellingen op een boogscheut van elkaar. De inspanningen op gebied van stikstofreductie en technieken voor een schonere veeteelt zijn onze exportproducten en gaan de wereld rond. In Frankrijk zit men nog helemaal niet op dat niveau. Dan is het jammer dat de kansen op succes in onze sector volledig gefnuikt worden door te weinig aangepaste regelgeving. De milieu-impact moeten we zeker aanpakken, maar niet op die manier. Zo smoor je elk initiatief van ondernemerschap in de kiem.”

PFAS-databank

Inzetten op duurzaamheid en circulariteit vergt volgens Rendac ook een verantwoordelijkheidsplicht. Als enige bedrijf halen ze dierlijke kadavers op in België en daardoor is de lijn met de overheid zeer kort. “Onze logistiek is enorm geoptimaliseerd via een aantal overslagcentra. Voor ons eigen ontwikkeld transportsysteem hebben we dit jaar zelfs de prijs Truck Fleet-Owner Of The Year gewonnen tijdens de Transport & Logistics Awards. Onze interventies zijn vaak dringend, dus we moeten wel alles goed opvolgen met onze vloot van 100 vrachtwagens.”

"We trekken vaak zelf aan de kar om de spelregels voor onze sector duidelijk af te bakenen. Rond de eeuwwisseling leverden we al een belangrijke rol in de dioxinecrisis en de dollekoeienziekte. Vandaag werken we met de overheid nauw samen in het kader van de PFAS-problematiek. Die stoffen zitten helaas in beperkte concentraties in een aantal reststromen en wij meten de exacte cijfers. We hebben één van de grootste PFAS-databanken in Vlaanderen. Die informatiebron delen we ook anoniem met overheden en zo helpen we mee een kader te creëren voor de industrie. Die rol willen we als bedrijf blijven opnemen.”

Laat Voka je begeleiden naar duurzaam ondernemen


Ontdek het hier

Contactpersoon

Julie Van der Gucht

Belangenbehartiging - Ledenrelaties