Tegen 2025 - voor het eerst in meer dan een halve eeuw - opnieuw mensen op de maan krijgen: met dat doel lanceerde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA vijf jaar geleden haar Artemis-project, de opvolger van het legendarische Apollo-programma. Stap 1: met een draagraket ruimtevaartuig Orion in een baan om de maan brengen. De technologie van het Berchemse bedrijf Celestia Antwerp controleert het Onboard Data Network van de Orion, zeg maar het brein van de maanmodule die communicatie met de belangrijkste besturingssystemen mogelijk maakt.
Het Artemis-programma - de naam verwijst naar de Griekse maangodin – van de NASA wil niet alleen twee astronauten op de zuidpool van de maan doen landen. Het voorziet ook in de bouw van een maanbasis én een ruimtestation in een baan om het hemellichaam. Die ervaring moet dienen voor de volgende grote stap: een bemande vlucht naar Mars. Normaal had eind augustus een 98 meter hoge draagraket op het Kennedy Space Center in Florida het ruimtevaartuig Orion al in een baan om de maan moeten brengen. De Orion biedt plaats aan vier astronauten, maar de testvlucht zou onbemand zijn. Alleen het cartoonfiguurtje Shaun het schaap zou in pluchen versie meevliegen. Helaas moest die vlucht al meermaals worden uitgesteld door technische problemen aan de raket.
Hersenen van de maanmodule
Spijtig, want de lancering is niet alleen voor de Amerikanen belangrijk. Ook de Europese ruimtevaartorganisatie ESA is van dichtbij betrokken. Samen met luchtvaartgroep Airbus ontwikkelde ESA de European Service Module, die de Orion moet voorzien van elektriciteit, water, zuurstof en stikstof. Bovendien moet die ook garanderen dat de module op koers blijft. Drie Belgische ondernemingen werkten mee aan de ontwikkeling van die European Service Module: de Waalse vliegtuigonderdelenbouwer Sonaca, Thales Alenia Space Belgium uit Charleroi én het Berchemse bedrijf Celestia Antwerp, specialist in satellietcommunicatie en testsystemen. Voor de Europese dienstmodule naar het Kennedy Space Center werd verscheept, werd ze uitvoerig aan de meest uiteenlopende tests onderworpen.
‘We moeten veelvuldig testen of alles functioneert zoals het moet. Want in de ruimte kan je niet veel doen als iets fout loopt’, aldus Guy Van Dijck, gedelegeerd bestuurder van Celestia Antwerp. ‘Onze technologie is gebruikt om het onboard data network van de Orion te controleren, zeg maar de hersenen van de maanmodule die communicatie met de belangrijkste besturingssystemen mogelijk maken. Airbus kwam daarvoor bij ons aankloppen, omdat het bedrijf al enkele jaren klant van ons is. We hebben voor Airbus bijvoorbeeld ook al een testsysteem gemaakt voor de onderdelen van de Columbus, een laboratorium dat aan het Internationaal Ruimtestation (ISS) hangt en elk anderhalf uur een omloop rond de aarde maakt.’
Zestig jaar geschiedenis
De geschiedenis van Celestia Antwerp gaat terug tot 1962, toen telecompionier Alcatel Bell een eigen ruimtevaartdivisie opzette. Tussen 1962 en 1966 werkten
wetenschappers van Bell aan een van de eerste grondstations voor de ruimtevaart die in Europa werden ontwikkeld. Met de oprichting van de ESA in 1975 was België opnieuw een pioniersland met technologie die een belangrijke bijdrage leverde aan het succes van missies zoals Giotto en de Ariane-draagraket. Bell evolueerde van onderaannemer naar hoofdaannemer en leverde apparatuur en diensten voor onder meer Spacelab en Olympus. In 2010 werd de Alcatel Space-groep onderdeel van Antwerp Space en eind 2019 – toen Antwerp Space besloot zich vooral op het flightgedeelte rond de satellieten te focussen – werden de
grondactiviteiten overgenomen door de pan- Europese Celestia Technologies Group. ‘Ik was toen CFO van Antwerp Space en omdat ik heel wat potentieel zag in die grondstations, stelde ik me kandidaat om Celestia Antwerp te leiden’, vertelt Guy Van Dijck.
Modems en testsystemen
‘Celestia Antwerp specialiseert zich grosso modo in twee activiteiten: modems die data van en naar satellieten versturen en testsystemen die de radiosignalen van de satellieten testen’, aldus Guy Van Dijck. ‘Zo was onze Omnisat-modem destijds baanbrekend toen die werd gelanceerd. Het was de eerste keer dat een modem data van verschillende satellieten tegelijk kon ontvangen. Nog een innovatie is onze TT&C-modem IBB, die commando’s naar satellieten kan sturen om simpele data terug te krijgen. Die is ondertussen geëvolueerd tot een virtuele IBB (Integrated BaseBand system, red.) waaraan voortdurend nieuwe functies worden toegevoegd. We hebben eveneens een Sampler-platform gelanceerd dat beantwoordt aan de huidige vraag naar virtuele en cloudgebaseerde grondstations. Én we hebben het testsysteem geleverd voor de derde generatie meteosatellieten en voor een van de satellieten die naar Mars zal vliegen.’ Andere mijlpalen waren de succesvolle levering van de communicatienetwerken die de werking van het Galileo-systeem ondersteunen; de levering van de electrical ground support equipment voor het ISS Columbus Lab voor Europese bemande ruimtevluchten; de MPCV EGSE voor het Orion-programma en de testapparatuur voor de nieuwe generatie PLATiNO, een volledig elektrisch multi-purpose satellietplatform.
‘Van alle Europese landen is België de vijfde grootste sponsor van de ruimtevaart. Dat wil als klein landje wel wat zeggen.’
België boven
Is het louter toeval of zit er meer achter het feit dat Belgische bedrijven, waarvan heel wat uit de Antwerpse regio en het Waasland, zeer actief zijn in die internationale ruimtevaart? ‘Ik denk dat het ermee te maken heeft dat België in verhouding eigenlijk veel geld besteedt aan ruimtevaart’, meent Van Dijck. ‘Van alle Europese landen is België de vijfde grootste sponsor, na Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk, en dat wil als klein landje wel wat zeggen. In 2019 heeft ons land beslist om jaarlijks 250 miljoen euro aan ruimtevaart te spenderen. Dat is maar liefst 50 miljoen euro meer dan de periode ervoor. Dankzij de zogenaamde ‘geo-return’ moet er voor het percentage geld dat van overheidswege gegeven wordt, een even groot percentage aan aanbestedingen naar Belgische bedrijven gaan. Wij profiteren als bedrijf minder van die maatregel. Want testsystemen worden meestal pas als laatste stap toegekend, wanneer dat budget voor Belgische bedrijven allang opgesoupeerd is.
Maar de Belgische ruimtevaartindustrie heeft daar de voorbije periode zeker baat bij gehad. Zo heb je in de buurt niet alleen Antwerp Space, maar ook Caeleste, ST Engineering, Verhaert, Voxdale, QinetiQ Space, ... Eigenlijk zouden we met de bedrijven in de buurt een cluster kunnen vormen.’
Aftellen naar marsvlucht
Wereldmachten willen plots weer naar de maan en naar Mars, na een voor de buitenwereld ogenschijnlijk jarenlange stilstand in de ruimtevaart. ‘Uiteraard
juichen we die vernieuwde interesse en ontdekkingsdrang van het heelal toe’, lacht Guy Van Dijck. ‘Je hebt in de ruimtevaart de periode voor 2016 en de periode erna. 2016 was het jaar waarin Elon Musk zei dat hij naar Mars ging. Voordien lachte iedereen dat idee gewoon weg. Nu is het niet meer de vraag óf we naar Mars gaan, maar wanneer. We hebben zelf ook al projecten gedaan in aanloop naar die eerste Mars-missies, zoals onze medewerking aan ExoMars 2020. Dat is een missie in het Aurora-verkenningsprogramma van ESA die vooral informatie moet opleveren voor verdere studies in de ruimtebiologie en de zoektocht naar leven op andere planeten. Zo hebben we meegewerkt aan het testsysteem van een satelliet die naar Mars vliegt.’
Geschikt personeel
Hoewel die vernieuwde interesse heel welgekomen is, blijft het moeilijk om geschikt personeel te vinden, ondervindt Guy Van Dijck. ‘Celestia Antwerp was vorig jaar goed voor een omzet van 4,5 miljoen en 25 werknemers. En we werven nog volop aan, al loopt dat niet van een leien dakje. We staan nochtans open voor allerlei profielen. Ook beginnende elektronica- en software-ingenieurs zijn welkom. We hopen dat de hernieuwde aandacht voor de ruimtevaart, en via de media ook voor ons bedrijf, een handje kan helpen. Al moeten potentiële werknemers beseffen dat ze niet rechtstreeks aan satellieten mogen sleutelen. Hoewel het wel kan gebeuren dat je uitgenodigd wordt voor een lancering. Die eer viel een van onze collega’s te beurt voor de lancering van Orion. Wat de aanwervingen ook wat bemoeilijkt, is dat het een hele omslachtige procedure is om mensen van buiten Europa hier te werk te stellen. Dat kan ook eenvoudiger.’
Groeiplan van waterland
Op termijn zou Celestia Antwerp heel graag volledige grondstations willen uitbouwen voor een wereldwijd klantenbestand. ‘We zijn die weg al ingeslagen met onder meer een samenwerking met een Duits bedrijf. Hierdoor staan er nu al grondstations van ons op twee locaties in Duitsland’, geeft de gedelegeerd bestuurder aan. ‘We zouden die kennis verder willen vermarkten. Daarnaast willen we ook onze testsystemen en modems wereldwijd blijven aanbieden. Sinds vorig jaar heeft de Nederlandse investeringsgroep Waterland een meerderheid in de overkoepelende Celestia Technologies Group. Ze heeft de ambitie om op korte termijn stevig te groeien en meer activiteiten binnen te halen. Het doel van Celestia Antwerp is om de volgende jaren de balans tussen R&D en winstgevende activiteiten in evenwicht te krijgen, zodat we een financieel sterk en gezond bedrijf zijn en blijven.’
Meer weten: https://www.celestia-antwerp.be